Abonneren
Schrijf je in
TV-Gids
Disney+
National Geographic
National Geographic
National Geographic
Wetenschap
Dieren
Geschiedenis en cultuur
Reizen
Milieu
Wetenschap
Dieren
Geschiedenis en cultuur
Reizen
Milieu
Fotograaf pagina
Robbie Shone
Paleontoloog Ralf Nielbock kijkt omhoog door het ‘dakraam’ van de Einhornhöhle. Dit deel is ingestort en baadt in de zomermaanden, wanneer de zon op zijn hoogst staat, in het zonlicht. De grot maakt deel uit van Duitslands grootste UNESCO-geopark in de groene Harz.
Paleontoloog Ralf Nielbock geeft bezoekers een rondleiding door de Einhornhöhle en vertelt over de archeologie ervan. Nielbock speelde niet alleen een belangrijke rol bij het openstellen van de grot voor toeristen in de jaren 1980, maar ook bij het opstarten van archeologisch onderzoek van de site. Tegenwoordig is hij de directeur van de Einhornhöhle, waar ook fashionshoots, televisieproducties en muziekvideo’s zijn opgenomen.
Sedimentmonsters worden op de vloer van het zeefstation te drogen gelegd. Onderzoekers bestuderen vervolgens zorgvuldig elk monster en pikken er kleine interessante dingen uit.
Archeologiestudenten Denise Siemens (links) en Runa Bohle (rechts) zeven en onderzoeken zorgvuldig de sedimenten die in en rond de Einhornhöhle zijn opgegraven. Zelfs de kleinste dierenbotten of plantenresten kunnen belangrijk zijn om te reconstrueren hoe het leven er vijftigduizend jaar geleden uitzag.
Op weg naar de opgravingslocatie lopen archeologen door de hoofdgang van de Einhornhöhle. De opgravingen werden in 2020 voortgezet waarbij de coronamaatregelen strikt in acht worden genomen. De stalagmieten en stalactieten van de grot werden honderden jaren geleden afgebroken door middeleeuwers die geloofden dat het de hoorns van eenhoorns waren.
Speciaal voor toeristen wordt op de wand van de Einhornhöhle een afbeelding van een eenhoorn geprojecteerd. Jaarlijks passeren dertigduizend bezoekers de koele gangen van dolomiet.
Met een mes van vuursteen van het type dat door Neanderthalers zou zijn gebruikt, snijdt Hermann kerven in een koeienbot. De door Hermann bewerkte botten werden onder de microscoop en met een CT-scanner bestudeerd en vergeleken met de kerven op het botje uit de Einhornhöhle. Na weken van experimenteren stelden de onderzoekers vast dat iemand voor het insnijden van elke kerf ongeveer tien minuten nodig moet hebben gehad en twee kostbare messen van vuursteen moet hebben gebroken of versleten. “Er kwam heel wat doelgericht werk en overleg kijken bij het inkerven van dit patroon,” zegt Hermann.
Archeoloog Raphael Hermann probeert een kopie van het ingekerfde botje uit de Einhornhöhle te maken om inzicht te krijgen in de wijze waarop het voorwerp is bewerkt. Op grond van zijn werk met replica’s van vuurstenen messen en koeienbotten kwam Hermann al snel tot de slotsom dat het botje meerdere malen moet zijn gekookt en gedroogd om er kerven in te kunnen snijden met een diepte en hoek die het echte botje uit de Einhornhöhle vertoont. “Met gekookte beenderen werkte het perfect,” zegt Hermann. “Hoe vaker je het bot kookt, des te eenvoudiger je het kunt bewerken.”
Achteraanzicht van het botje, het tweede middenvoetsbeen van een reuzenhert (Megaloceros giganteus), een soort die ruim zevenduizend jaar geleden is uitgestorven.
Een team van archeologen van de Georg-August-Universität Göttingen heeft in de Einhornhöhle aanwijzingen gevonden voor activiteiten van moderne mensen en Neanderthalers. De gevonden sporen gaan terug tot 47.000 jaar geleden en zijn mogelijk zelfs meer dan 100.000 jaar oud.