24 december 2015
De broers Auguste en Louis Lumière ontwikkelden in 1907 de eerst commercieel haalbare vorm van kleurenfotografie. Hun procedé noemden ze autochrome en het werkte met glazenplaten die gecoat werden met miljoenen microscopische kleurenfilters, die elk bestond uit - geloof het of niet - een gekleurde korrel van verpulverd aardappelstijfsel.
De stijfselkorrel veranderde de glazen plaat in feite in een glas-in-lood raam, bestaande uit rode, groen en blauwe spikkels, waardoor het licht werd gefilterd wat op een lichtgevoelige emulsie scheen. Van dichtbij bekeken leken de daarmee gemaakt foto's op een gespikkelde geheel van verschilleden schakeringen rood, groen en blauw. Maar van een afstandje veranderen de ogen van de kijker het geheel in zachte, dromerige kleuren - waardoor autochromes veel lijken op ene pointillistisch schilderij.
“Er is één ding dat uniek is aan autochromes en wat je tegenwoordig niet meer ziet in een moderne foto - die prachtige schilderachtige stijl.”, zegt Bill Bonner, beheerder van het beeldenarchief van National Geographic.
De fotografen van die tijd maakten bergen autochromes. “Ik heb geen ander middel om me kleuren van een dergelijk helderheid te geven.”, beweerde de fotograaf Edward Steichen in 1908.
Er waren weinig uitgaven die de autochrome zo effectief gebruikten als National Geographic. De eerste natuurlijke kleurenfoto die in 1914 verscheen in het National Geographic tijdschrift was een autochrome van een bloementuin in België. De archieven van National Geographic bevatten bijna 15.000 autochrome glasplaten en is daarmee een van de grootste verzamelingen ter wereld.
Maar bijna alle uitgevers, inclusief National Geographic, stapten eind jaren 1930 over op Kodachrome als de standaard kleurenfotofilm, omdat het gemakkelijk in het gebruik was. Voor autochrome moesten fotografen rondzeulen met zware koffers vol met breekbare glasplaten. De Kodachrome film, met bijbehorende 35mm camera, was veel lichter en beter bestand tegen reizen.
Vandaag de dag regeert digitale fotografie, maar de autochrome platen in ons archief bieden ons een uniek kijkje in het verleden. “We kennen allemaal de zwart-wit beelden. Zo goed zelfs dat we weleens denken dat alle beelden uit de vroege jaren dertig zwart-wit waren.”, zegt Adrian Coakley, onderzoeksredacteur fotografie bij National Geographic.
“Met autochrome zie je die beelden op een manier die je je niet kon voerstellen. Het lijkt geschiedenis in kleur.”
'8 uit het archief' is een selectie die elke week uit het archief van National Geographic wordt gekozen en beheerd wordt door archivist Bill Bonner en senior fotoredacteur Jessie Wender. Becky Little droeg bij aan de reportage.