17 september 2013
Een hoofdartikel in de 125-jarige jubileumeditie van National Geographic afgelopen oktober behandelde het onderwerp van het veranderende gezicht van Amerika. Het artikel van Lise Funderburg, met portetten van multiraciale families door Martin Schoeller, viert de schoonheid van multiraciale diversiteit en toont de grenzen aan van onze huidige categorieën als we het over ras hebben.
In veel gevallen gaat ras over verschillen en hoe deze verschillen gecodeerd zijn in taal, categorieën, hokjes, segmentatie en zelfs het onbewust sorteren in ons hoofd als we anderen (en zelfs onszelf) een etiket opplakken. Uiterlijk en identiteit zijn uiteraard met elkaar verbonden als het gaat om raciale categorieën, maar er zit nog een extra element in die soep: ervaring. Er is geen vakje voor op officiële volkstellingsformulieren, maar als iemand zijn pen oppakt om een vakje aan te kruisen, dan stuurt zijn ervaring zeker wat hij kiest.
David Kung, een wiskundeleraar uit St. Mary's City, worstelt al jaren met de vraag welk vakje hij moet aanvinken op officiële formulieren. Zijn moeder is blank. Zijn vader is Chinees. In zijn achternaam klinkt zijn afkomst door, maar het is lastiger om hem in een hokje te plaatsen op basis van zijn uiterlijk. Als hij dat type formulier moest invullen, dan gebruikte hij soms meerdere vakjes en liet het vervolgens aan een ander over om de verwarring op te lossen. Soms wierp hij een muntje op. En dacht hij op dat moment aan familietradities, liedjes, eten en herinneringen. Slechts één vakje kiezen was onmogelijk. Het betekende dat hij een deel van zijn afkomst zou moeten verloochenen. Toen de volkstellingsformulieren veranderden en mensen meer dan één categorie mochten kiezen, scheurde David Kung de envelop gretig open, kruiste meerdere vakjes aan, ging zitten en barstte in tranen uit.
Officiële statistieken bieden vaak een nuttig beeld. Uiterlijk is een belangrijk onderdeel van het hele verhaal. Maar om de term 'ras' te begrijpen - en al helemaal raciaal dualisme - helpt het enorm om de mensen en hun leven te begrijpen waar dit over gaat. De afgelopen drie jaar heb ik verhalen over raciale en culturele identiteit verzameld in het Race Card Project. Dat geeft je een blik op de samenleving, die ik nog nooit eerder ben tegengekomen in mijn ruim 30-jarige carrière als journalist. De verhalen die ik bedoel zijn maar kort. Erg kort. Zes woorden lang. En het is fantastisch om te zien hoeveel kracht mensen in zo'n klein pakketje kunnen proppen.
“Ik ben alleen Aziatisch als het uitkomt.” - Heather Brown uit Seatle, Washington.
“Mijn gemengde achtergrond betekent 'Blank genoeg'.” - Maximilian Willson uit Olympia, Washington.
“Zie de Ziel, niet het etiket.”- Susan Clementson uit Bothell, Washington.
“Huil niet. Mama houdt van jouw krullen.” - Hilary Roberts-King uit Baltimore, Maryland.
“Bang dat kinderen niet op mij lijken.” - Alexandria Jones uit Columbus, Ohio.
“Mijn naam past niet bij mijn huid.” - Jennifer Lopez uit Salt Lake City, Utah.
“Eenzaam leven als zwart [eruit] ziet als blank.” - Sandra L. Gross uit Inglewood, California.
“De toekomst is aan de hybriden.” - Skip Mendler uit Hoensdal, Pennsylvania.
“Ik val mijn blanke moeder niet af!” - Sabrina Price Durling uit East Windsor, New Jersey.
“Niet 'gemengd', niet 'duo-raciaal', gewoon menselijk!” - Tyler Brown uit Washington, D.C.
Het is nog verbazingwekkender om te zien hoe de oefening door de tijd heen een deur opende voor mensen om veel meer te delen dan hun zes woorden over wie zij zijn en hoe ze zich voelen. De inzendingen die we via snail-mail, internet en Twitter binnen krijgen, zijn vaak aangevuld met commentaar, opstellen, beelden en kunst. Een groot percentage van de meer dan 30.000 inzendingen die ik heb gearchiveerd, raakt op de een of andere manier het onderwerp multiraciale ervaringen - voornamelijk huwelijk, ouderschap en de bijbehorende identiteitsvragen van de daaruit geboren kinderen.
Ik denk dat dat niet echt verbazingwekkend is als je kijkt naar de trend in interraciale huwelijken. Een onderzoek van Pew uit 2010 concludeert dat er al een recordaantal van 4,8 miljoen interraciale huwelijken in de Verenigde Staten zijn gesloten en dat het aantal nog steeds gestaag toeneemt. Om wat context te geven aan dat getal: het betekent dat 1 op de 7 huwelijken nu gesloten wordt tussen twee mensen met een verschillende raciale achtergrond.
Lange tijd was het genoeg om de woorden 'race relations' te gebruiken om vragen op te werpen over de grotendeels binaire en vaak complexe dans tussen blanke en zwarte Amerikanen (denk maar aan Sidney Poitier en Katharine Houghton in ‘Guess who's coming to dinner’ of de recentere, succesvolle televisie hit van ABC, Scandal). Maar vandaag de dag is het vervagen van de scheidslijn van huidskleur al veel meer gelaagd en zeker meer divers.
Zo bracht het onderzoek van Pew naar voren dat van de huwelijken in 2010 36% van de Aziatische vrouwen buiten hun ras trouwde, tegen slechts 17% van de Aziatische mannen. Ook stelde Pew vast dat 26% van de Latijns-Amerikanen buiten hun ras trouwden, vergeleken met 9% van de blanke en 17% van de zwarte Amerikanen.
Maar denk erom, de statistieken vertellen slechts een deel van het verhaal.
De zes-woordverhalen die binnenstroomden bij het Race Card Project bouwen een portaal dat ons onder de oppervlakte laat kijken en ons de zeer genuanceerde problemen van ras-dualisme en culturele identiteit toont. Ze zijn zeker niet volledig. Het is namelijk niet mogelijk om elk aspect te duiden van wat het betekent om multiraciaal te zijn. Maar de verhalen in zes woorden vormen samen een breed mozaïek dat ons nu informeert en ons in de toekomst een schitterend archief biedt, wanneer we straks proberen te begrijpen wat er gebeurde in de jaren dat Amerika afstevende op een meerderheid = minderheid status.
Voor velen zijn er geen eenvoudige antwoorden - of geen vaststaand antwoord. Identiteit is niet altijd een in beton gegoten concept, maar eerder iets dat afhangt van de situatie, of dat verschuift door de tijd, ruimte, groei of omstandigheden heen. Er zijn mensen die trots zijn op hun vermogen om vol vertrouwen van 'kleur te verschieten' of die zich als een vis in het water voelen in de verschillende culturen en die zich soms de bijnaam 'Edgewalker' toe-eigenen, naar het boek met dezelfde titel van dr. Nina Boyd, waarin zij onderzoekt hoe mensen diffuse culturele grenzen trekken in wat zij de nieuwe Global Frontier noemt.
Edgewalkers zijn een soort van opgewekte ambassadeurs die zich 'dwars door culturele tradities heen bewegen, met een zekere mate van gemak, zelfvertrouwen en plezier.' Edgewalkers verwelkomen vragen, zelfs als de vraag onbenullig of oncomfortabel is (“Ooooh, is dát jouw vader?). Ze blijven kalm wanneer mensen hen aanstaren of vragen hoe ze zo bruin zijn geworden of waarom hun ogen zo licht zijn. Ze houden ervan mensen te verbazen. Humor is een vast onderdeel van hun arsenaal. Geduld is dat trouwens ook. Zij zien dit soort ontmoetingen als een kans om een stukje af te breken van een pijnlijk verleden.
Zij zijn dezelfde mensen die een andere identiteit aannemen als het ze gemakkelijk lijkt, of voordeel of zelfvertrouwen schenkt. Erica Shindler-Fuller-Briggs uit North Charleston, South Carolina heeft al zo vaak de vraag gekregen “wat ben jij precies?” dat ze inmiddels geld vraagt voor het antwoord. “Het gaat allemaal in mijn pensioenpotje.” zegt ze. “Wat ik vraag, wordt bepaald door de timing: op welk moment in het gesprek stelt men de vraag? Als de vraag al binnen de eerste minuten van het gesprek gesteld wordt, dan vraag ik niet minder dan $1,- per minuut. Mijn tarief voor de belediging én dat ik tijd verloren ben aan een oppervlakkig type.”
Shindler-Fuller-Briggs zegt dat mensen het óf vreselijk óf vermakelijk vinden. In elk geval is haar punt duidelijk overgekomen en stellen mensen die naar haar identiteit vragen zich vervolgens zelf de vraag: waarom vind ik dit belangrijk? Op haar 42e heeft ze, heel begrijpelijk, een harde schil gekweekt om al dit vragen naar haar identiteit. Er was eens een manager in een schoenwinkel die gewoon aannam dat ze Spaans was, om zich vervolgens druk te gaan maken omdat hij die taal niet sprak. Toen ze hem uitlegde dat ze geen Latina is, leek hij wel beledigd. Een medewerker van de winkel op de hoek weigerde te geloven dat ze zwart was. “Nee, jij bent te knap om zwart te kunnen zijn.” zei hij.
Dus, wat is nou haar antwoord op de veelgehoorde vraag: “wat ben jij?”. Haar antwoord staat in haar zes woorden tellende bijdrage aan het Race Card Project: “Wat vind jij zelf het prettigste?”
Voor sommigen zet alleen het woordje “wat” hun nekharen al overeind. Zoals in de vraag “wat ben je?”, in plaats van “wie ben je” , laat staan “hoe gaat het met je?”.
Alhoewel de rassendiscussie er een is van seismische proporties - het onderwerp van sociale bewegingen en monumenten en meerdaagse conferenties aan topuniversiteiten - toch zijn de momenten die onthuld worden in de verhalen in zes woorden veel kleiner en intiemer: moeders met een bruine huid die worden aangezien voor de oppas van hun kinderen met een lichtere huid.
Tieners met blauwe ogen die een afro kweken om makkelijk (of makkelijker) te worden toegelaten op het basketbalveld.
Aziaten met Ierse namen die genieten van de gezichten van potentiële werkgevers wanneer ze op hun sollicitatiegesprek komen.
En blonde vrouwen, die begrip tonen als hun kind ervoor kiest om zich als “zwart-latino” te identificeren dwars tegen de culturele conventies in, maar die van binnen een beetje sterven, omdat zij zich afgewezen of buitengesloten voelen. Het is allemaal een deel van de gekke lappendeken die Amerika heet. Onze diversiteit is ongekend in de hele wereld en vertegenwoordigt een van onze sterkste kanten als natie. Het is de weg van de vooruitgang, maar niet zonder pijn voor de mensen die op het scherpst van de snede leven tussen meerdere culturen in. Dat wordt vanzelf duidelijk als je wat tijd neemt om door de verhalen te bladeren die mijn project, het Race Card project, heeft binnengekregen.
Ik werk al lang genoeg in de journalistiek om te weten, dat hoe gelukkiger mensen zijn met hun leven, hoe minder ze geneigd zijn om hun verhaal te delen als ze de kans krijgen. De mensen die wat kwijt willen, kruipen veel eerder achter hun toetsenbord. Ik voel me vereerd dat er überhaupt mensen zijn die, voor een dusdanig historisch en emotioneel beladen onderwerp als dit, ervoor kiezen om hun verhaal te delen en dat het Race Card Project een forum is geworden waar mensen kunnen meeleven, maar ook een stukje mee kunnen nemen van het leven zoals een ander dat beleeft.
Laat de pijn eens tot je doordringen die besloten ligt in de zes woorden van Chad Oiastad uit Madison, Wisconsin: “Mijn grootvader zou mijn kinderen haten.” Ik verstijfde zichtbaar, de eerste keer dat ik dat las. En ik kon een rilling niet onderdrukken, toen ik het opschreef. Maar ik heb ook genoeg andere verhalen op de site gezien om te weten dat kleinkinderen ook in staat zijn om vooroordelen over generaties heen te laten verdwijnen, of de angst voor het onbekende, en het te vervangen met liefde en trots en sterke beschermingsdrang.
Ik denk nu aan de zes woorden die Phyllis Kedl uit Minneapolis instuurde, iemand die niet trotser zou kunnen zijn op haar multiculturele afstammelingen met maar liefst veertien kleinkinderen, waarvan er maar vijf etnisch verwant zijn aan Phyllis en haar echtgenoot. Haar zes woorden zijn: “Familie telt; ras telt niet mee.”
Ik klap voor het standpunt en het optimisme van Kedl. Al kan ik haar niet helemaal gelijk geven. Als ik iets wel heb geleerd van het Race Card Project is het dat ras vaak wel degelijk telt. Om vol het houden dat het anders is, moet je de observaties, standpunten en ervaringen van de duizenden mensen die hun verhalen met mij deelden naast je neerleggen. Discussies over ras nemen een ambitieuze wending omdat er vaak de hoop wordt geuit, om ooit een keer over een soort van finishlijn te komen en dat ras er daarna niet meer toe doet... klaar, afgelopen... iets uit het verleden.
Als je niet weet waar ik het over heb, dank dan maar eens na over de term “post-raciaal”, waarin de suggestie ligt besloten dat we een soort van turbo-lift zouden kunnen nemen naar de bovenste verdieping, waar het uitzicht mooi is, de lucht helder is en waar niemand je vies of oncomfortabel kan laten voelen. Als het om romantiek gaat, heb ik vaker de zin gehoord “het hart is wellicht de laatste grens”, met het idee dat er een regenbooggeneratie komt, die ons naar het beloofde land zal brengen waar ras een minder gevoelig onderwerp is, dan het in het verleden. Misschien komt die dag ooit, maar zover is het vandaag zeker nog niet.
Er zijn nog genoeg lessen te leren als je de tijd neemt om te graven. Ali Berlinski biedt een simpele dosis wijsheid. Haar zes woorden zijn een beschrijvend volkslied: “Pools-Amerikaanse Filippijn woont in Spanje.”
Wat een zalig stoofpotje. Of misschien moet ik wel estofado zeggen … of ilaga … of gulasz.
In elk geval gebruikt Ali Berlinski volgens eigen zeggen scherpe humor om te praten over haar eclectische jeugd. “Een kind van twee rassen zijn, kan heel lastig zijn, zeker met een blanke naam en een gezicht wat 'ik ben een pedicurist' schreeuwt.”
Berlinski omarmt haar raciale onduidelijkheid als een “prachtige puinhoop”.
“Mijn familie kan net zo goed de Verenigde Naties zijn. Je weg vinden door zoveel verschillende culturen kan een zooitje worden, maar het levert je ook zoveel op.”
En de weg vinden door culturen is wat National Geographic en het Race Card Project allebei doen en we willen jou erbij betrekken in onze zoektocht naar het begrijpen van het veranderende gezicht van Amerika. We willen graag zien hoe jij jezelf identificeert, op het gebeid van cultuur, ras en zelfs regio. Voed jij kinderen op van gemengd ras? Zijn jouw ouders van verschillende rassen? Heb jij broers en zussen die elk op een andere manier zichzelf identificeren, alhoewel jullie gemengde raciale achtergrond precies dezelfde is? Heb jij geen idee hoe je jouw vriend, collega, buren of teamgenoot zou moeten beschrijven?
Wat jouw verhaal ook is, wij willen het horen. Deel jouw zes woorden met ons en voeg een sprekend beeld toe op Twitter of Instagram met de hashtag #NatGeoRaceCardProject. Michele Norris is een gastvrouw en speciale correspondent voor NPR en de curator van het Race Card Project.