Toen de Victoria op 6 september 1522 afmeerde in de Zuid-Spaanse haven Sanlúcar de Barrameda, was de romp van het schip zo rot dat het alleen kon blijven drijven door voortdurend het overtollige water eruit te pompen. Drie jaar ervoor was het schip uit de haven vertrokken als onderdeel van een trotse vloot van vijf schepen onder leiding van kapitein-generaal Ferdinand Magellan. Sindsdien waren drie van de vier andere schepen verloren gegaan en had één de vloot verlaten. Van de 250 mannen die de oorspronkelijke bemanning van de vloot vormden, keerden er die septemberdag slechts 18 terug.

De man die als kapitein deze overlevenden op hun lange thuisreis begeleidde, was echter niet Magellan, die ruim een jaar eerder op de Filippijnen was gedood, maar de Baskische zeeman Juan Sebastián Elcano. Door de broze Victoria over de Indische Oceaan en rond Kaap de Goede Hoop in Afrika terug naar Spanje te varen, voltooide Elcano de eerste bij ons bekende zeilreis rond de wereld, die in totaal 45.000 mijl besloeg en gekenmerkt werd door honger, scheurbuik, moord en muiterij.

JS Elcano en zijn schip Victoria worden geerd op deze postzegel die eind jaren zeventig in Spanje werd uitgegeven
J.S. Elcano en zijn schip Victoria worden geëerd op deze postzegel die eind jaren zeventig in Spanje werd uitgegeven.
Stamps, Alamy

Bij zijn terugkeer had Elcano geen gebrek aan roem in zijn land. De machtigste man van Europa, Karel V, koning van Spanje en Heilige Roomse keizer, prees en beloonde de kapitein die de reis zo heldhaftig had volbracht. Buiten Spanje is Elcano's naam echter veel minder bekend. Deze prestatie wordt vaak toegeschreven aan Magellan - en werd volgens velen overschaduwd door de wereldreis van Francis Drake bijna 60 jaar later.

(Magellan zeilde als de eerste rond de wereld, toch? Niet dus.)

Geboren om te zeilen

Juan Sebastián Elcano werd geboren in de haven van Getaria, in Baskenland aan de noordelijke Atlantische kust van Spanje. Over zijn vroege leven is weinig bekend; tot voor kort dachten velen dat hij in 1476 was geboren, maar recentere studies schatten de datum op 1487. Op basis van de weinige bronnen over zijn leven weten historici dat hij een van de acht broers en zussen was in een familie die rijk genoeg was om hem een basisopleiding te laten volgen.

De zee zat de jonge mannen in Getaria en langs de Baskische kust in het bloed: velen visten en joegen op walvissen, tot in de wateren voor Newfoundland die rijk zijn aan kabeljauw. Het is aannemelijk dat Elcano dit soort werk deed, want hij deed genoeg ervaring op en verwierf voldoende geld om een schip met een gewicht van 200 ton te kopen (twee keer zo groot als de Victoria).

Er is weinig informatie bekend over Elcano's handelwijze. Historici kunnen hieruit opmaken dat er iets mis is gegaan, want Elcano werd gedwongen het schip te verkopen. Uit gegevens blijkt dat hij het aan Italianen verkocht, wat in strijd was met de wet. Jaren later, toen Elcano een nationale held werd, verleende koning Karel hem gratie voor zijn vroegere misdaad. Dankzij dat pardon weten historici nu iets over Elcano's kortstondige beginperiode als reder.

(240 mannen begonnen aan Magellan's reis rond de wereld. Slechts 18 voltooiden deze.)

Een reis rond de wereld

Naar alle waarschijnlijkheid was het verlies van zijn schip de directe aanleiding voor Elcano om zich in 1519 aan te melden als tweede kapitein op de Concepción. Dit schip was een van de vijf die werden voorbereid op een lange en gevaarlijke reis onder leiding van de in Portugal geboren Magellan. Het doel van de missie was niet de zeilreis rond de wereld, maar een gewaagde economische coup op de handel met Magellans geboorteland Portugal. De buurlanden Spanje en Portugal waren in die tijd economische rivalen die beide aanspraak maakten op de Amerikaanse continenten en hun hulpbronnen. Portugal had de oostelijke handelsroutes naar de Indische Oceaan en de Molukken, of Specerij-eilanden (tegenwoordig een deel van Indonesië), in handen. Magellan had het plan om voor Spanje een westelijke route naar de specerijeneilanden te vinden.

This is an image
Album, Prisma

(Volg het moeizame traject van de eerste reis rond de wereld.)

De vloot van vijf schepen vertrok op 10 augustus 1519 vanuit Sevilla. Magellan was op zoek naar een waterweg die de Atlantische Oceaan zou verbinden met de andere grote oceaan die Vasco Núñez de Balboa zes jaar eerder vanuit Panama had waargenomen.

De expeditie kreeg al snel te maken met tegenslag. Magellan slaagde er aanvankelijk niet in een zeedoorgang te vinden en moest langs de kust van het continent een heel eind naar het zuiden varen. Spanningen tussen de Portugees Magellan en de Spanjaarden in de bemanning leidden tot een muiterij in de Patagonische haven San Julián. Twee (en misschien wel vier) kapiteins van de andere schepen muitten tegen Magellan, en Elcano - als tweede kapitein van de Concepción - nam daaraan deel. Magellan behaalde de overwinning, executeerde twee van de muitende kapiteins en liet een andere leider van de rebellerende bemanning achter. In plaats van Elcano te executeren, werd hij uit zijn functie gezet. Elcano werd gedwongen zich gedeisd te houden, maar deze terugplaatsing zou later zijn leven redden.

Grote verliezen

Na twee schepen te hebben verloren, waren Magellan en zijn uitgedunde bemanning in november 1520 de eerste Europeanen die vanuit de Atlantische Oceaan de Grote Oceaan bereikten, nadat ze om de punt van Zuid-Amerika heen waren gevaren. Na een slopende oversteek van de Grote Oceaan bereikten ze de Filipijnen, waar Magellan in april 1521 tijdens een schermutseling door de bevolking van Mactan werd gedood. Dagen later nodigde de koning van Cebu, die door de Spanjaarden als bondgenoot werd beschouwd, de overlevende kapiteins van de expeditie uit voor een maaltijd. Ze werden tijdens het eten vermoord.

(Op deze dag: Magellan gedood tijdens een schermutseling op de Filipijnen.)

Dankzij zijn lage status na de muiterij werd Elcano niet uitgenodigd voor het feestmaal, en dat heeft hem het leven gered. Na de slachting bleven er slechts een honderdtal bemanningsleden over. De overlevenden verbrandden de Concepción en hielden slechts twee schepen over, de Trinidad en de Victoria.

De twee schepen voeren door. In september 1521 werd Gonzalo Gómez de Espinosa gekozen als kapitein-generaal en kapitein van de Trinidad, en Elcano werd zijn plaatsvervanger, die het bevel voerde over de Victoria. De schepen bereikten uiteindelijk in november de Molukken.

Het fort van San Pedro op Cebu in de Filippijnen werd halverwege de 16e eeuw door de Spanjaarden gebouwd slechts tientallen jaren nadat enkele van Elcanos bemanningsleden op die plek tijdens een feest in 1521 waren afgeslacht
Het fort van San Pedro op Cebu in de Filippijnen werd halverwege de 16e eeuw door de Spanjaarden gebouwd, slechts tientallen jaren nadat enkele van Elcano’s bemanningsleden op die plek tijdens een feest in 1521 waren afgeslacht.
Age Fotostock, Philippe Turpin

In de weken erna legden Elcano en zijn commandant zich toe op het formaliseren van verdragen met koningen van de nabijgelegen eilanden en maakten ze hun schepen klaar voor de lange terugreis. De zeelieden die recht hadden op 20 procent van de lading, waren zeer gemotiveerd om het ruim te vullen met waardevolle kruidnagels en verkochten hun capes, schoenen en zelfs hun hemden om daar ruimte voor te maken.

Tijdens het laden en klaarmaken van de twee schepen voor de lange thuisreis ontstond er een ernstig lek op de Trinidad. Ze besloten de twee schepen te scheiden. De Victoria zou in westelijke richting naar Afrika gaan, terwijl de Trinidad na reparatie in oostelijke richting naar Panama zou varen. De Trinidad had het zwaar en keerde terug naar de Specerij-eilanden, waar het uiteindelijk werd vernietigd.

(Een Spaans-Amerikaanse voedselverbinding, beslecht op een schip en op het slagveld.)

Toen was er nog één over

Op 21 december 1521 werd het anker van de Victoria eindelijk gelicht. Onder leiding van Elcano voer ze zuidwestwaarts door de Maleise Archipel met 60 man aan boord, waaronder 13 inheemse eilandbewoners van de Molukken. In februari voer Elcano de Indische Oceaan binnen en begon aan een van de grootste nautische prestaties uit de geschiedenis. Het was de eerste keer dat een Europeaan dit enorme wateroppervlak op het breedste punt overstak.

Specerijen  vooral kruidnagel de aromatische knoppen van een mirteboom die op de Molukken voorkomt Syzygium aromaticum  brachten Spanje en Portugal ertoe te vechten om de zogenaamde Specerijeilanden In 1521 kostte een Spaanse kwintaal 100 Castiliaans pond kruidnagel op de Molukken iets meer dan een halve dukaat In Sevilla was dezelfde kwintaal maar liefst 42 dukaten waard Een illustratie uit 1843 toont de plant die kruidnagels produceert
Specerijen - vooral kruidnagel, de aromatische knoppen van een mirteboom die op de Molukken voorkomt, Syzygium aromaticum - brachten Spanje en Portugal ertoe te vechten om de zogenaamde Specerij-eilanden. In 1521 kostte een Spaanse kwintaal (100 Castiliaans pond) kruidnagel op de Molukken iets meer dan een halve dukaat. In Sevilla was dezelfde kwintaal maar liefst 42 dukaten waard. Een illustratie uit 1843 toont de plant die kruidnagels produceert.
Bridgeman, ACI

Maandenlang moest de bemanning, zonder aan land te komen, woeste stormen trotseren, waarbij ze voortdurend de dreiging voelden van Portugese gevangenneming. Er vielen veel doden. Nadat ze Kaap de Goede Hoop hadden gerond, stierf de bemanning een hongerdood, waardoor Elcano genoodzaakt was een tussenstop te maken op de Kaapverdische Eilanden. Verschillende bemanningsleden werden daar gegijzeld door Portugese troepen. Uit angst voor het verlies van zijn kostbare, met kruiden gevulde scheepslading, voer Elcano snel uit naar zee. De uitgeputte en flink gereduceerde bemanning bereikte in de herfst van 1522 eindelijk de kust van Zuid-Spanje.

Elcano ging op audiëntie bij de Spaanse koning, waarbij hij werd veredeld en een schild kreeg met daarop een wereldbol met het Latijnse opschrift "Primus circumdedisti me - Jij was de eerste die rond mij ging". Ondanks deze prestatie liet Elcano de historici slechts een paar documenten na: het verslag van de reis in een brief aan koning Karel bij zijn terugkeer en de antwoorden die hij gaf op een vragenlijst die een keizerlijke ambtenaar hem voorlegde. Het enige omvangrijke verslag van de grote reis is geschreven door Antonio Pigafetta, een van de 18 oorspronkelijke bemanningsleden die met Elcano terugkeerden. Pigafetta's verslag bevat echter geen enkele verwijzing naar Elcano.

Elcano was vader van twee onwettige kinderen die beiden jong stierven en is nooit getrouwd. In 1525 nam hij deel aan een nieuwe expeditie naar de Molukken; en een jaar later, zonder de Specerij-eilanden opnieuw te hebben bereikt, stierf Elcano aan scheurbuik, de ziekte die in die tijd van langere reizen zovelen het leven zou kosten. Na een eenvoudige ceremonie, waarbij zijn lijkwade gebukt ging onder kanonskogels, werd zijn lichaam begraven op zee in de Grote Oceaan.