Wie de magie van het noordpoolgebied eenmaal heeft ervaren, blijft er altijd naar terugverlangen. Dat geldt in elk geval voor mij. Als kind rende ik rond over de toendra en staarde ik gefascineerd naar de hemel wanneer het noorderlicht de donkere poolnacht verlichtte.

Jaren geleden vertrok ik uit mijn geboorteplaats Tiksi, een afgelegen havenstad aan de kust van de Laptevzee in het koude noorden van Rusland, waarna ik een tijdlang in verschillende grote steden over de hele wereld woonde. Maar het noordpoolgebied bleef trekken: ik verlangde terug naar de Arctische leegte en het tragere ritme in de kou. Alleen hier ben ik volledig mezelf.

Dat geldt ook voor de mensen die ik fotografeer. Allemaal hebben ze hun eigen dromen, maar ze delen de liefde voor dit landschap. Iedere bewoner heeft zo zijn redenen om hier te zijn.

Krakend ijs en fluitende wind

Het eerste verhaal is dat van Vjatsjeslav Korotki. Lange tijd beheerde hij het weerstation Chodovaricha, op een afgelegen schiereiland in de Barentszzee. Tijdens onze eerste ontmoeting draagt Korotki een waxjas, zoals veel mannen die in de Sovjettijd droegen. Korotki is een zogeheten poljarnik: een Noordpoolexpert. Zijn leven lang heeft hij gewerkt in de noordelijke regionen van Rusland en nog altijd verzamelt hij weergegevens.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

op een kalme, windstille dag dobbert vjatsjeslav korotki rond in een zelfgemaakte boot in een smalle baai van de barentszzee
Op een kalme, windstille dag dobbert Vjatsjeslav Korotki rond in een zelfgemaakte boot in een smalle baai van de Barentszzee, niet ver van het weerstation Chodovaricha. Het grootste deel van zijn leven heeft hij gewerkt in weerstations boven de noordpoolcirkel. Hij woont inmiddels al twintig jaar in Chodovaricha.
Evgenia Arbugaeva

Rondom het weerstation klinkt het geluid van krakend ijs en waait de wind fluitend langs de meetapparatuur. Elke drie uur stapt Korotki de kou in. Wanneer hij terugkeert, mompelt hij zijn observaties via een krakende radio door aan iemand die hij nooit in levende lijve heeft gezien: ‘Zuid-zuidwester wind, twaalf meter per seconde, windstoten tot achttien meter per seconde, aantrekkend, dalende luchtdruk, sneeuwstorm op komst.’

Na verloop van tijd krijgt de troosteloze duisternis van de poolnacht vat op mijn gemoed en schieten mijn gedachten alle kanten op. Ik pak een kop thee, ga bij Korotki zitten en vraag hem hoe hij het volhoudt, zo helemaal alleen in totale afzondering. ‘Je verwachtingen zijn te hoog, maar dat hoort erbij,’ antwoordt hij. ‘Ik zie het anders, want geen dag is hier hetzelfde. Vandaag was het noorderlicht heel fel en was je getuige van een heel zeldzaam verschijnsel: er lag een dun laagje ijs op zee. Vond je het niet fantastisch om de sterren te zien nadat ze zich een hele week hadden verstopt achter de wolken?’

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

korotki loopt naar een vuurtoren die al zo’n tien jaar buiten gebruik is
Korotki loopt naar een vuurtoren die al zo’n tien jaar buiten gebruik is. Had hij te weinig brandhout om het weerstation te verwarmen, dan stookte hij eerst de houten lambrisering van de vuurtoren. Het weerstation is nu gevestigd in een moderner gebouw.
Evgenia Arbugaeva

Vuurtorenwachters ver weg

Een maand lang woon ik in bij een jong stel. Jevgenia Kostikova en Ivan Sivkov verzamelen meteorologische gegevens in weer een andere ijzige uithoek van Rusland. Na een jaar te hebben samengewoond in een kleine Siberische stad vroeg Kostikova haar geliefde Sivkov om mee te gaan naar het Noorden. Daar doen ze metingen, hakken ze hout, koken ze, beheren ze de vuurtoren en zorgen ze voor elkaar.

Voor medische hulp zijn ze afhankelijk van een helikopter van ver, die bij slecht weer weken op zich kan laten wachten. Kostikova belt bijna dagelijks met haar moeder. Bij gebrek aan nieuwtjes vraagt Kostikova haar geregeld om de telefoon op de luidspreker te zetten terwijl ze bezig is met het huishouden. Urenlang zit Kostikova dan stil te luisteren naar vertrouwde geluiden uit een huis zo ver bij haar vandaan.

Vechtpartijtjes

Weer ergens anders, in het afgelegen dorp Enoermino, weten zo’n driehonderd Tsjoektsjen hun tradities in stand te houden. Ze leven van de jacht, een eervolle taak waarbij de gestelde jachtquota worden gerespecteerd om de walrus- en walvispopulaties in stand te houden.

Niet ver van Enoermino verblijf ik twee weken in een houten hut bij een wetenschapper die onderzoek doet naar walrussen. Uit nood zitten we drie dagen binnen, om de naar schatting honderdduizend walrussen die om ons heen aan land zijn gekomen niet te storen. Zo nu en dan schudt de hut heen en weer als de dieren er in hun vechtpartijtjes tegenaan bonken.

Tekst gaat verder onder de fotoreeks.

vergezeld door hun hond dragon verzamelen kostikova en sivkov watermonsters


Noorderlicht

In Dikson, aan de kust van de Karazee, gaat een grootse Sovjetdroom schuil onder een dikke laag sneeuw en ijs. De stad maakte in de jaren tachtig een bloeiperiode door en had een belangrijk regionaal centrum moeten worden, maar veranderde na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in een spookstad.

Na een aantal weken in Dikson te hebben doorgebracht, heb ik nog maar weinig goede foto’s gemaakt. Maar dan ineens verschijnt aurora borealis aan de hemel en kijk ik urenlang naar sierlijk wervelende lichtflarden. Als het noorderlicht uiteindelijk dooft, verdwijnt Dikson langzaam in het duister, totdat de stad weer helemaal onzichtbaar is.