De mooiste reizen van 2016
Gepubliceerd 10 mrt. 2022 09:55 CET

Côte d'Or, Bourgondië, Frankrijk
Wijn zó Frans behoeft geen krans
In de Côte d’Or – de meest vermaarde wijnregio van de Bourgogne (Bourgondië) – werden de eerste druivenstokken geplant door de Romeinen, en nog altijd trekt de streek wijnpelgrims uit de hele wereld. Volgens de bewoners is er geen plek in Frankrijk waar de wijntraditie zó diep is geworteld en zó bewust wordt gecultiveerd. Trots zijn ze ook op de bouw van een nieuw wijncentrum voor hun aanbeden terroir, de Cité des Vins de Bourgogne, en op hun status als Werelderfgoedregio sinds juli 2015.
Heel anders dan het vlakke land van de Bordeaux, traditioneel beheerst door adellijke families, vormen de kalkhellingen van de Côte d’Or een lange strook land die op sommige plekken amper 1500 meter breed is. Deze wirwar van wijngaarden, op drie uur rijden van Parijs, is eigendom van honderden wijnbouwers, nazaten van boerenfamilies die soms maar drie rijen wingerds bezitten, op een akker ter grootte van een jeu-de-boulebaantje.
Huur een fiets en volg al proevend de Route des Grands Crus, langs wijngaarden die vinologen doen watertanden, zoals Puligny-Montrachet. In het naburige La Grilladine, in de middeleeuwse stad Beaune, hoort bij de bœuf bourguignon natuurlijk de lokale vieille vigne (wijn van oude stokken). Sluit de dag af in Hôtel Le Cep, in Beaune’s oude centrum. Jean-Claude Bernard, hoteleigenaar van de derde generatie, houdt van het leven maar is ook down-to-earth. Kortom, een echte Bourgondiër. — Liz Beatty
Reistips
Beste tijd: Juli, voor het Festival international d’opéra baroque de Beaune; oktober en november voor de oogstfeesten en de herfstkleuren
Vervoer: Vanaf de luchthaven Charles de Gaulle (CDG) bij Parijs gaat een directe TGV-hogesnelheidstrein naar Dijon of naar Beaune (alleen ’s zomers). Vanuit Dijon kun je een meerdaagse wandeltocht maken (afhankelijk van de hoeveelheid wijn die je ‘proeft’) of een auto huren om de zestig kilometer lange Route des Grands Crus te volgen, richting het zuiden naar Santenay. In Beaune kun je het best een fiets huren (maart t/m november) om de fietsroute Voie des Vignes (‘Weg van de wijngaarden’) naar Santenay te volgen.
Accommodaties: Na een tour langs de wijngaarden kun je uitrusten bij het verwarmde buitenbad of in de sauna van Le Clos de la Challangette in Beaune. Dit ongebruikelijke landgoed heeft twee herbergen met vijf kamers, twee appartementen en twee replica’s van houten zigeunerwoonwagens, met gewelfd dak, slaapkamer en badkamer.
Eten en drinken: In Gevrey-Chambertin, dat wereldberoemd is om zijn Grand Cru-wijngaarden, kun je lunchen of dineren in de gezellige Bistrot Lucien, in het hotel La Rôtisserie du Chambertin. Combineer een aardse Pinot Noir uit het dorp met een traditioneel gerecht als jambon persillé (een terrine van ham, peterselie en gelatine), escargots of bœuf bourguignon.
Winkelen: De Fromagerie Gaugry in Brochon is een van de weinige zuivelboerderijen die nog de authentieke Époisses-kaas uit onbehandelde verse melk vervaardigt. De gewassen-korst-kaas ontstond in het zestiende-eeuwse Bourgondië en kan worden geproefd en gekocht in de bedrijfswinkel. Ook andere Gaugry-kazen worden in de winkel verkocht, naast regionale waren als Dijonmosterd en gemberkoek. Op de zuivelboerderij kunt u de kaasmakers aan het werk zien. Op zondagen gesloten.
Om te bekijken voordat je gaat: De bekroonde documentaire A Year in Burgundy (Kino Lorber, 2013) is een inkijkje per seizoen in de levens van zeven Bourgondische wijnfamilies.
Cultuurtip: Tot de tafelmanieren in Frankrijk behoren onder meer de gewoonte om tijdens het eten beide polsen op tafel te houden, in restaurants gedempt te praten en maar één keer iets van het kaasplankje te nemen.
Handige links: Burgundy Tourism, Burgundy by Bike, beaune-tourism.com en het toeristenbureau van Gevrey-Chambertin
Leuk om te weten: Het beroemde Amerikaanse automerk Chevrolet heeft zijn wortels in de Côte d'Or. Louis Joseph Chevrolet, de autocoureur die de eerste Chevrolet voor General Motors ontwierp, verhuisde als kind naar Beaune. Zijn tienerjaren bracht hij in Bourgondië door, waar hij rondleidingen gaf in wijnkelders en fietsen vervaardigde, verkocht en r
Foto door Foto: Günter Gräfenhain, SimeRio Grande do Norte, Brazilië
Bijnaam? ‘Bruid van de Zon’
In Brazilië, een land dat grossiert in paradijselijke stranden, bewijst de noordoostelijke deelstaat Rio Grande do Norte dat het méér heeft te bieden dan zon en zee. Met de grootste kasjoeboom ter wereld, zijn befaamde zeezoutproducten (en ja, ook eindeloze stranden), steekt de regio – ‘de elleboog van Brazilië’ – fier uit in de Atlantische oceaan. De hoofdstad Natal, op drie uur vliegen ten noorden van Rio de Janeiro, heerst over een kustgebied met 233 zonnige dagen per jaar. De laatste tijd wordt er veel publiek en privaat geld gestoken in het historisch arme binnenland, de kurkdroge sertão, een regio die rijk is aan folklore (kleifiguurtjes, matten van geweven palmbladeren) en culinaire rariteiten als carne-de-sol (zongedroogd rundvlees) en cassavefrites. Het is ook de bakermat van de forró, een uitbundige mix van accordeon- en triangelmuziek op het ritme van de zabumba-trommel, dat stelletjes aan het zwieren brengt zoals in de Tweede Wereldoorlog, toen Amerikaanse troepen hier waren gestationeerd en de regio als ‘de Trampoline naar de Overwinning’ in Noord-Afrika zagen. Ook nu nog behoort Rio Grande do Norte tot de meest gastvrije en zonovergoten regio’s van Brazilië. — Michael Sommers
Reistips
Beste tijd: Het hele jaar door. Het eerste weekend van december vindt het Carnatal plaats, Brazilië’s grootste carnaval buiten het seizoen. Het hoogseizoen loopt van de kerst tot half maart.
Vervoer: De auto is de beste manier om je te verplaatsen in de hoofdstad en de staat Natal. Huur een auto op de nieuwe internationale luchthaven van Natal, die in 2014 is geopend, of in je hotel. Voor een rit over de noordelijke stranden en door de duinen, moet je een geregistreerde bugueiro—buggychauffeur—bij het hotel boeken.
Accommodaties: Het Serhs Natal Grand Hotel in Ponta Negra Beach ligt aan de oceaan en is bestemd voor gezinnen. Het uitgestrekte resort beschikt over 396 kamers en suites, talloze zwembaden en georganiseerde activiteiten voor de kinderen. In de acht kamers tellende bed-and-breakfast Kaná Pousada de Charme is het allemaal wat eenvoudiger en kunnen gasten vanaf de leeftijd van dertien jaar boeken. Vanaf de hotelbar is het vijf minuten lopen naar het strand van Pirangi do Norte.
Eten en drinken: De openbare markt op het strand van Redinha is dé plek om ginga com tapioca uit te proberen: gefrituurde en met kokosstrooisel besprenkelde manjuba(ansjovis)-kebabs met tapioca. Strandtentjes langs de hele kust serveren gefrituurde manjuba en verse camarões (garnalen). Enkele van de beste garnalenvariëteiten—waaronder au gratin, gegrild, in risotto en in een empanada—staan op het menu van Camarões Potiguar, het hipste lid van het viertal vestigingen van restaurantketen Camarões in Natal.
Winkelen: Tot de producten van regionale kunstnijverheid die interessant zijn, behoren de verfijnde kantklos-stoffen (bilro), zoals tafelkleden, accessoires en kussenslopen, en de ‘zandflesschilderijen’, kleine meesterwerkjes die ontstaan door gekleurd zand nauwkeurig in glazen potten te gieten en met stokjes te arrangeren.
Om je in te lezen: Uit het Portugees naar het Engels vertaald is de roman Habitante irreal (Nowhere People, 2014) van Paulo Scott; het boek werd bekroond met de Machado de Assis-prijs en biedt een zeldzaam literair inkijkje in de wereld van het inheemse Braziliaanse volk van de guaraní.
Handige links: Visit Brazil
Leuk om te weten: In Pirangi do Norte staat ‘o maior cajueiro do mundo’ (‘de grootste kasjoeboom ter wereld’), een reusachtige wirwar van tentakelvormige groene takken die achtduizend vierkante meter beslaat. Door een genetische mutatie ontkiemen de laaghangende takken van de boom als ze de grond raken. Sinds hij in 1888 werd geplant, is de Pirangi-boom niet opgeschoten maar heeft zich verspreid.
Foto door Foto: Adam Hester, Getty ImagesBermuda
In shorts geniet je langer
“Ik hou van je! God houdt van je!” herhaalt Johnny Barnes, een 92-jarige Bermudaan die op een rotonde in Bermuda’s hoofdstad Hamilton elke werkdag naar voorbijkomende scooters en auto’s zwaait.
“Het ziet er hier misschien erg proper uit,” zegt taxichauffeur Larry Rogers, “maar dit is ook een eiland van excentriekelingen.” Inderdaad, wie achter de façade van de keurige gazons van dit Britse overzeese gebiedsdeel kijkt, vindt genoeg eigenzinnigheid. Elk jaar strijden deelnemers aan de Non-Mariner’s Race (de ‘Niet-Zeeliedenrace’) om de eer het krakkemikkigste vaartuig ter wereld te bouwen – het bootje dat het snelst zinkt, wint. Nazaten van Indiaans-Amerikanen houden trotse pow-wows. En politie- en zakenmensen staan erop kniehoge sokken onder hun shorts te dragen – wat de rest van de wereld er ook van denkt. Je kunt de drukte van de America’s Cup in 2017 vóór zijn door Bermuda nu al te bezoeken. O ja, en vergeet niet terug te zwaaien naar Johnny. —Chaney Kwak
Reistips
Beste tijd: Maart en april voor het spotten van walvissen; mei t/m september voor stranden en festivals; november t/m april voor lagere prijzen en minder toeristen (april t/m november is het hoogseizoen voor cruiseschepen).
Vervoer: Stap op een van de blauw-roze gekleurde Bermuda Breeze-bussen en de publieke SeaExpress-veerboten. Toeristen mogen geen auto’s huren, maar scooters en hybride-auto’s of fietsen zijn beschikbaar.
Accommodaties: Het Cambridge Beaches Resort and Spa is Bermuda’s eerste en beroemdste vakantiepark. Het in 1923 opgerichte park beschikt over vier stranden met roze zand en 87 luxe kamers en suites, in vakantiehuisjes in klassiek roze (waaronder een gerenoveerd zeventiende-eeuws kapiteinshuis). Gasten moeten dertien jaar of ouder zijn.
Eten en drinken: Het langoestenseizoen (september t/m maart) op Bermuda hier staat gelijk aan de kerstdagen. Probeer in deze periode in St. George's de klauwloze (het vlees zit ’m in de staart) langoest – hetzij gevuld hetzij geserveerd in een romige tomatensaus – in Wahoo's Bistro and Patio. Ook de rest van het jaar kun je van de klassieke wahoo (een milde witvis) genieten: gegrild, in een jasje van bierbeslag, op salades, in taco’s of in cremesoep.
Winkelen: Op het eiland vervaardigde waren en kunstnijverheid—sambals en handgedraaide kommen en kandelaars van cederhout—en cakes met Bermuda-rum worden verkocht in de winkeltjes van de Clocktower Mall, in de Royal Naval Dockyard.
Om te bekijken voordat je gaat: Peter Benchley’s bestseller uit 1977, The Deep, werd verfilmd (Sony Pictures Home Entertainment, 2003) en speelt op Bermuda, met verschillende opnamen van het eiland.
Cultuurtip: Het ongeschreven kledingvoorschrift op dit eiland is een iets formelere versie van casual (d.w.z. geen zwemkleding buiten het zwembad of het strand, en keurige overhemden in plaats van T-shirts). Bij twijfel kun je altijd een TABS dragen (‘The Authentic Bermuda Shorts’).
Handige links: Bermuda Tourism
Leuk om te weten: Verzonken voor de kust van Bermuda liggen meer dan driehonderd scheepswrakken, waaronder een smokkelschip van de Zuidelijke Confederatie. De zijraderboot werd in Engeland gebouwd en doorbrak de zeeblokkade van het Noorden met smokkelwaar, zoals geweren en andere voorraden voor Wilmington, Noord-Carolina. In 1864 liep de stoomboot op een rif en verging voor de zuidkust van het eiland. Tegenwoordig zien duikers die de plek bezoeken de ene rader rechtop staan en de andere op de zeebodem liggen.
Foto door Foto: Pietro Canali, SIMEDe Donau
Blauw of niet, schön is ze wel
Met een lengte van ruim 2800 kilometer – van Zwarte Woud tot Zwarte Zee – is de rivier de Donau al millennia de belangrijkste doorgangsroute van Midden- en Oost-Europa. Herodotus noemde de Donau 2500 jaar geleden de “grootste aller rivieren”, en misschien is hij dat nog steeds. De rivier slingert zich als een lint van geschiedenis door tien landen, langs gotische kerken uit de dertiende eeuw en door Transsylvanische landschappen. Bekijk hoe de historische skylines van paleiselijke hoofdsteden als Wenen en Boedapest langzaam boven de bomen opdoemen als wanneer je op een schip een bocht in de rivier rondt. Je meert aan in oude Europese steden als het Duitse Regensburg, dat wordt genegeerd door de autobanen, maar dankzij de cruiseschepen op de Donau een toeristische boom beleeft.
Zittend aan de oever van deze rivier, schreef de bekende reisschrijver Patrick Leigh Fermor in 1933: “Ik verzink diep in een van die uitgestrekte momenten van verrukking, die als sterretjes op deze reis neerdalen. Iets langer, zo voelde het, en ik was als een raket de lucht in geschoten.” Maak een cruise op deze legendarische rivier, en je zult je wellicht ook zo voelen. —Bill Fink
Reistips
Beste tijd: Het hele jaar door zijn er markten in steden als Neurenberg, Regensburg en Wenen; in november, december, maart en april zijn de prijzen lager.
Vervoer: Cruiseschepen op de bovenloop van de Donau vertrekken doorgaans vanuit Neurenberg en varen door de Wachauvallei in Oostenrijk en via Bratislava in Slovakije naar Boedapest in Hongarije. Of je nu in oostelijke of westelijke richting vaart, de grote tussenstops zijn hetzelfde. Cruiseschepen op de benedenloop vertrekken doorgaans vanuit Boedapest en varen naar de Zwarte Zee, door Hongarije, Kroatië, Servië, Bulgarije en Roemenië. Riviercruise-operators als Viking River Cruises, Tauck River Cruising en Avalon Waterways bieden een scala van reisroutes over de rivier aan.
Accommodaties: Bij riviercruises gaat het om de uitzichten. Op luxe cruises zijn er vaak alleen maar hutten en suites die naar buiten uitkijken. Verbreed je horizon door een suite met een balkonnetje en grote schuifdeurvensters te huren. Het lawaai kan een rol spelen wanneer er wordt aangemeerd in grote steden als Wenen en Boedapest. Voor een betere nachtrust kun je beter een rustige hut aan de achter(water)zijde boeken.
Eten en drinken: De prijzen voor cruises zijn meestal inclusief alle maaltijden aan boord. Op het menu staan geregeld Donauspecialiteiten als Weense gabelbissen (aardappelsalade met ei of zure haring), Hongaarse goulash (stoofpot van vlees en groenten met paprika) en Wiener schnitzel. Beleef de Weense koffiehuiscultuur in de authentiek Midden-Europese koffiesalon van Demel, een elegant, achttiende-eeuwse banketbakkerij met koffiehuis. Demel is dé plek om de Sachertorte te proberen (die hier als ‘Demeltorte’ wordt geserveerd), de beroemde chocoladetaart met abrikozenmarmelade.
Winkelen: Bewaar de Weense Kärntner Strasse (een voetgangersgebied en de voornaamste winkelstraat van de stad) voor het bekijken van mensen. Winkelen kun je beter in het dorpse Spittelberg doen, een opgeknapte wijk in Biedermeier-stijl en eveneens een voetgangersgebied, met keienstraatjes en stille binnenhofjes. Tot de plaatselijke juweeltjes behoren Das Goldene Wiener Herz, waar je designmokken van porselein en glas met creatief opgevatte graveringen van klassieke Weense stadsgezichten kunt kopen, allemaal in echt goud.
Om je in te lezen: Uit het Italiaans naar het Nederlands vertaald is Danubio (Donau), uit 1986, van Claudio Magris, een portret van de rivier, zijn volken en zijn geschiedenis – van het Zwarte Woud tot de Zwarte Zee.
Handige links: Viking River Cruises, Tauck River Cruising, Avalon Waterways, Congress- und Tourismus-Zentrale Nürnberg, Vienna Tourism en Budapest Tourism
Leuk om te weten: Het muziekstuk An der schönen blauen Donau (1866) van de in Wenen geboren Johann Strauss II wordt alom gezien als een van de meest geliefde walsen aller tijden. Hoewel de sierlijke melodie wereldberoemd is, zullen alleen mensen die de Donau met eigen ogen hebben gezien, beseffen dat de rivier eerder
Foto door Foto: Ingolf Pompe, Aurora PhotosOostelijk Bhutan
Het nieuwste avontuur
Als laatste boeddhistische koninkrijk in de Himalaya is Bhutan anders dan de rest van de wereld. De vlucht ernaartoe vereist een vliegtuigje dat wendbaar genoeg is om tussen hoge bergenpieken door te laveren en te landen in het toeristencentrum van de Perovallei, waar het aantal hotels de laatste jaren is verdrievoudigd, nu het ooit geïsoleerde land zich openstelt voor bezoekers. En dan is er oostelijk Bhutan: een woest gebied waar zelden toeristen komen. Maar de zware rit per terreinwagen wordt beloond.
“Je bent de eerste buitenlander in 22 jaar”, roept een verraste monnik uit als hij een Amerikaanse bergwandelaar verwelkomt op zijn in mist gehulde buitenpost bij Mongar. In het dorp Lhuntse tonen vrouwen felgekleurde zijdestoffen aan Bhutaanse kooplui, die uit de hoofdstad Thimphu komen om het kostbare kushutara-brokaat in te slaan. Familieherbergen bieden de reiziger een slaapplek en traditionele maaltijden als ema datshi, pittige pepers en kaas met rode rijst. Dit is het onbekendste én meest gastvrije Bhutan – de perfecte combinatie voor iedere avonturier. —Costas Christ
Reistips
Beste tijd: Het voorjaar (maart t/m mei) en de herfst (september t/m november) voor de grote religieuze festivals van oostelijk Bhutan, waaronder het feest van Gomphu Kora in maart en dat van Monggar Tshechu in november.
Vervoer: Alle reizen naar en in Bhutan moeten worden georganiseerd door goedgekeurde Bhutanese touroperators of hun internationale partners. De tours omvatten al het vervoer binnen Bhutan en een geregistreerde gids die je de hele reis vergezelt. Een tour vanaf Paro International Airport in westelijk Bhutan naar bestemmingen van het ‘oostelijke circuit’ (waaronder Mongar, Lhuntse, Trashiyangtse, Trashigang en Samdrup Jongkhar) vereist een autorit van minstens twee dagen over de Lateral Road, de oost-westelijke hoofdweg van het land.
Accommodaties: Voor buitenlandse toeristen zijn er traditionele gasthuizen (zonder elektriciteit of stromend water), rustieke herbergen, moderne hotels en tenten voor trektochten. In 2008 werd het Wangchuk Hotel Mongar geopend, waar groepen die oostelijk Bhutan aandoen, vaak worden ondergebracht. Alle 32 kamers hebben een badkamer, kabel-tv en uitzicht over de vallei waarin Mongar is gelegen.
Eten en drinken: In de Bhutaanse keuken draait alles om pepers: rode, groene, gedroogde, grof gemalen, in poeder- of in pastavorm. In de meeste recepten is de vurige peper het essentiële ingrediënt en het nationale gerecht, ema datshi, is een pittige stoofpot van pepers en kaas op rode rijst.
Winkelen: Khoma, een afgelegen dorpje in het noordoosten van het district Lhuentse, staat bekend om zijn prachtig geweven kishuthara-stoffen (zijdebrokaat). De vernuftige zijde-op-zijde-borduurtechniek wordt in Khoma, waar weven de belangrijkste bron van inkomsten is, van moeder op dochter doorgegeven (alleen vrouwen weven in Bhutan). Tours langs de Bhutaanse ‘textielroute’ worden aangeboden door Access Bhutan Tours and Treks en andere operators, met bezoeken aan dorpjes om de wevers aan het werk te zien en prachtig geverfde sjaals, kira’s (de traditionele Bhutaanse lange jurk) en andere met de hand geweven stoffen te kunnen kopen.
Om je in te lezen: Under the Holy Lake: A Memoir of Eastern Bhutan (University of Alberta Press, 2004) is het waar gebeurde verhaal van een jonge Canadees die twee jaar lesgaf (en zelf veel leerde) in een afgelegen dorpje in de Himalaya.
Cultuurtip: Vraag je gids altijd eerst of je binnen de muren van een dzong (fort), klooster, tempel of andere religieuze vestiging foto’s of video’s mag maken. Het maken van foto’s van interieurs is op sommige plekken verboden.
Foto door Foto: Johnny Haglund, Getty ImagesTuinen van Capability Brown, Groot-Brittannië
Landgoederen op stand
Met het oog van een beeldhouwer drukte de achttiende-eeuwse tuinontwerper Lancelot Brown voorgoed zijn stempel op de statige landgoederen van Groot-Brittannië. Over het hele land richtte Brown deze formele tuinen opnieuw in en toverde ze om tot glooiende parklandschappen. Zijn gewoonte om opdrachtgevers te vertellen dat hun landgoed veel ‘capabilities’ oftewel mogelijkheden had, leverde hem de bijnaam ‘Capability’ Brown op.
Het jaar van de driehonderdste verjaardag van Browns geboorte (1716) is een goede aanleiding om zijn landschappen te komen bewonderen. Bowns tuinen zijn verrijkt met glinsterende meertjes, zacht glooiende grasvelden, slingerpaden en zorgvuldig omlijste uitzichten, en evenzo verankerd in de Britse psyche dan de romans van Jane Austen.
Filmmakers laten hun verhalen vaak in landschappen van Brown spelen, bijvoorbeeld rond Chatsworth House en Burghley House (beide traden op in de film Pride and Prejudice uit 2005).
Maar de kiem voor zijn visie van natuurlijke perfectie werd gelegd op het landgoed Stowe in Buckinghamshire, waar Brown in 1741 hoofdhovenier voor Lord Cobham werd. Je kunt een glimp van Browns ontluikende talent opvangen in zijn golvende ‘Griekse Vallei’.
"Capability Brown benadrukt de aangename kanten van de topografie," zegt Kate Felus, consultant op het gebied van historische landschappen. Zijn ontwerp "is beeldhouwkunst, alsof je door een werk van Henry Moore loopt”. —Juliana Gilling
Reistips
Beste tijd: Mei tot juni voor de wilde bloemen, gazons en heggen; juli en augustus voor onbewolkt weer (hoewel er natuurlijk altijd een bui kan vallen) en warme temperaturen; september en oktober voor de herfstkleuren
Vervoer: Je kunt het best de auto nemen om een tour langs de vele landschappen te maken die aan Capability Brown worden toegeschreven. Huur een auto bij aankomst op het vliegveld en gebruik een interactieve kaart om je eigen route te plannen. Stowe ligt op anderhalf uur rijden ten noordwesten van Londen, via de M40.
Accommodaties: De Gotische Tempel werd op Stowe gebouwd in het jaar dat Brown er hoofdhovenier werd (1741). Alle kamers zijn rond en de twee slaapkamers met vier slaapplaatsen zijn in de torentjes ondergebracht. Hartwell House and Spa, een landgoed van de National Trust bij Aylesbury, telt 30 kamers en suites in het hoofdgebouw en 16 in het bijgebouw Hartwell Court. Dit landgoed in Buckinghamshire (waar de verbannen Franse koning Lodewijk XVIII vijf jaar verbleef) bevindt zich in de buurt van meerdere tuinen van Capability Brown.
Eten en drinken: Genieten van een ‘cream tea’ (met scones, slagroom, jam en een kop thee) is de juiste Britse manier om een dag van rondwandelen in prachtige tuinen af te sluiten. De traditionele ‘maaltijd’ wordt in restaurants of cafeetjes van veel landgoederen van de National Trust geserveerd (waaronder het Petworth House and Park in West-Sussex), waar de tuinen door Capability Brown werden ontworpen.
Winkelen: Speciaal voor zijn driehonderdste jaardag zal het boek The World of Capability Brown: Monarch of the Landscape (National Trust/Pavilion, 2016) van dr. Sarah Rutherford in april 2016 verschijnen. Koop het boek in de souvenirwinkel van het landgoed Stowe, waar je ook bier van het ‘merk’ New Inn Restoration Ale kunt aanschaffen. De opbrengsten uit de verkoop van de speciale bieren van bierbrouwerij Chiltern gaan naar de restauratie van de tuinen van Stowe.
Om je in te lezen: Capability Brown and the Eighteenth-Century English Landscape (The History Press; herdruk 2014), van architect en tuinontwerper Roger Turner, bevat originele plattegronden, gedetailleerde beschrijvingen en foto’s van vijftien landschappen van Capability Brown.
Cultuurtip: Wie een van de vele tuinen van Capability Brown bezoekt, moet stilstaan bij deze uitspraak van de ontwerper: "Vergeet bloemen en denk in bomen." In zijn natuurlijke landschapsontwerpen incorporeerde Brown weids glooiende parklandschappen en volgroeide bomen, in plaats van formele borders en bloembedden, en creëerde zo statige en monumentale uitzichten.
Handige links: Capability Brown Festival 2016, VisitEngland en Visit B
Foto door Foto: Jason Hawkes, CorbisGlasgow, Schotland
Kunst waar muziek in zit
Als Edinburgh die adellijke tante op het Schotse theekransje is, dan is Glasgow – zeventig kilometer westelijker, aan de rivier de Clyde – de oom in kabeltrui die bij het weggaan de theepot omstoot. Schotlands grootste stad, al sinds de vijftiende eeuw een centrum van scheepsbouw en handel, veranderde in de vorige eeuw in een afgebladderd oord met een ruige reputatie. Inmiddels hebben roet en verval plaatsgemaakt voor een glanzende cultuurstad die zijn industriële erfgoed kunstzinnig gebruikt. In januari luiden de trotse Schotten hun eigen ‘Jaar van Innovatie, Architectuur en Design’ in. De Turner Prize, de belangrijkste Britse kunstprijs en -expositie, vindt voor het eerst in Schotland plaats en wordt op 17 januari afgesloten in de Tramway, de oude tramremise van Glasgow. Maar het is de muziek die het culturele hart van Glasgow nóg sneller doet slaan – van populaire hits op de doedelzak, in de Buchanan Street, tot de smartlappen die het publiek in befaamde clubs als King Tut’s Wah Wah Hut verleiden.
“De typische muzikant uit Glasgow? Moeilijk te omschrijven,” zegt Stirling Gorman, die samen met broer Cha in de band King of Birds speelt. “Misschien is het die wat stoere Glasgow-bravoure die ons verbindt.” —Kimberley Lovato
Reistips
Beste tijd: Maart t/m mei voor de lentebloemen; juni tot augustus voor de openluchtfestivals en meer dan zeventien uur daglicht; Oudejaarsavond is Hogmanay en zijn er de Burns Night-festivals.
Vervoer: Vanaf Glasgow Airport neem je de shuttle van First 500 naar het stadscentrum. Loop of neem de ondergrondse om het centrum en het West End te verkennen. Stap op de bus of de trein voor de wijdere omgeving.
Accommodaties: Twee bruisende boetiekhotelletjes nabij het Centraal Station van Glasgow zijn het Malmaison Glasgow (72 kamers) en het Grasshoppers Hotel Glasgow (30 kamers). Het Malmaison is gevestigd in een verbouwde Grieks-orthodoxe kerk (met toevoeging van een moderne vleugel) en is ook de plek waar de nieuwe brasserie The Honours van de Schotse superchef Martin Wishart is gevestigd. In het Grasshoppers zijn zoetigheden, zoals complimenteuze cupcakes en ijsjes, bij de prijs inbegrepen.
Eten en drinken: In Cail Bruich in het West End is het zesgangenmenu de hoge prijs waard (vanaf 70 euro per persoon). De gerechten, waaronder hartige gougères (pasteitjes) met gerookte kaas, makreel bereid met pruimen, komkommer, vlierbessen en botermelk, zijn vers naar het seizoen, plaatselijk en ter plekke bereid.
Winkelen: Vind inspiratie voor je interieur in Timorous Beasties, het internationaal geprezen atelier dat in 1990 werd opgericht door studenten van de Glasgow School of Art. Bekijk de collectie buitenissige stoffen (zoals leguaanstof, surrealistisch Chic Blotch-behang en Union Jackass-lampenkappen). Tot de kleinere cadeauartikelen behoren aardewerken mokken en kussens.
Om te bekijken voordat je gaat: De in Glasgow geboren Peter Mullan won de acteursprijs van Cannes voor de titelrol in My Name Is Joe (Lionsgate, 1998), een grimmig drama dat zich afspeelt en werd opgenomen in een van Glasgows armste wijken.
Handige links: People Make Glasgow en Visit Scotland
Leuk om te weten: Volgens de gangbare theorie stamt de naam ‘Glasgow’ van de verengelste versie van het Gaelic-woord ‘glas cu’ (wat vertaald kan worden als ‘geliefde groene plek’). De stad telt negentig parken, waaronder Victoria Park, waar je de resten van een oud moeraswoud kunt bekijken. Op de plek, Fossil Grove, vind je elf gefossiliseerde boomstronken, die naar schatting driehonderd miljoen jaar oud zijn.
Foto door Foto: Tom Manley, Demotix/CorbisGroenland
Het mythische noorden
De Inuit van Groenland noemen het sila, de immense natuur die je met alle vijf zintuigen ervaart: de fluisterende wind die het sneeuwdek vormgeeft, de ademteug van vriesdroge poollucht, de ruwe aanraking van rotsen langs de kust. “We weten dat we de natuur niet kunnen beheersen”, zegt Groenlander Jane Petersen. ‘Kalaallit Nunaat’, zoals Groenland door de inheemse Inuit wordt genoemd, is het laatste onontsloten gebied van het noorden, een reusachtige steenmassa onder een ijskap die 34 keer zo groot is als Nederland. Helderblauwe rivieren banen zich een weg door deze witte woestenij en storten zich in duizenden bulderende watervallen in enorme fjorden. Met een qajaq (kajak) kun je spuitende walvissen van dichtbij bekijken; en wie het geluk heeft op een klein schip afgelegen oorden te bereiken, merkt dat Groenland de beste plek op aarde is om ijsberen in het wild te spotten.
In 2016 zullen wintersporters zich verzamelen in de hoofdstad Nuuk, voor de Arctische Winterspelen, het grootste internationale evenement ooit in dit land. Naast skiën en ijshockey zullen de deelnemers zich meten in spelletjes als vingerworstelen en de knielsprong. “We beseffen dat we dit land in pacht hebben”, zegt Petersen. “Daarom houden we er zo van om het met anderen te delen.” — Andrew Evans
Reistips
Beste tijd: juni tot augustus voor de middernachtzon, het zachte weer en wandelen en varen; september tot april voor de aurora borealis en wintersporten; 6 tot 11 maart voor de Arctische Winterspelen
Vervoer: Kangerlussuaq Airport in West-Groenland is de voornaamste toegang voor internationale bezoekers. Er zijn geen snelwegen of spoorwegen die de stadjes onderling verbinden. Langere reizen worden door de lucht en over zee gemaakt (van april tot december). Plaatselijke uitstapjes worden doorgaans met bootjes of de auto en ’s winters met de sneeuwscooter of hondenslee georganiseerd. De hoofdstad Nuuk heeft een stadsbussennet.
Accommodaties: Op loopafstand van het centrum van Nuuk voldoen de Inuk Hostels aan drie belangrijke vereisten: bereikbare locatie, prachtige uitzichten over het Nuukfjord en gelegenheid om de traditionele Groenlandse cultuur te ervaren. Er staan hier vier grote blokhutten (met in totaal 28 bedden) met gewone hotelkamers en keukentje. Maaltijden zijn inbegrepen, maar het café serveert plaatselijke gerechten als rendiervlees en trekzalm. Sessies met vertellingen van Inuit-verhalen behoren tot de mogelijkheid.
Eten en drinken: Restaurant Ulo in het Hotel Arctic in Ilulissat is gespecialiseerd in gevangen lekkernijen die in de plaatselijke fjorden en fjells zijn gevangen. Zeewater uit de naburige Diskobaai wordt vaak gebruikt om brood, groenten en vis te bereiden. Andere plaatselijke etenswaren zijn zeewier, muskusos, Groenlandse heilbot en Groenlandse kruiden (zoals schapenzuring en sierlijke vetmuur). Van juni tot september kun je in dit hotel een tafeltje voor het maandagavondbuffet met Groenlandse gerechten boeken en de ijsbergen voorbij zien drijven.
Winkelen: Een tupilak (ziel van de voorvader)¬ is de Inuit-versie van een voodoopop. Voordat je er eentje mee naar huis neemt, kom je in het Nuuk Art Museum meer over deze Groenlandse talismannen te weten. Traditionele tupilaks waren oorspronkelijk piepkleine figuurtjes die uit gewei, hout, steen, dierenbot of zeepsteen werden gesneden en wezens uit de mythologie van de Inuit voorstelden. De figuren voor toeristen variëren van griezelig tot schattig en zijn van dezelfde materialen gemaakt.
Cultuurtip: Enkele van de bekendste en ook handigste Groenlandse uitdrukkingen worden zonder woorden gezegd. Opengesperde ogen met het licht heffen van de kin en het optrekken van de wenkbrauwen betekent hier ‘goedemiddag’. ‘Nee’ wordt uitgedrukt door de neus in verschillende standen te trekken, terwijl ‘ja’ gepaard gaat met opgetrokken wenkbrauwen, het tuiten van de lippen en luid inhaleren.
Om je in te lezen: This Cold Heaven: Seven Seasons in Greenland van Gretel Ehrlich is een combinatie van reisboek, etnologische studie en avonturenverhaal (Vintage, 2003), waarin de auteur verslag doet van haar reizen door het Noordpoolgebied per hondenslee, vliegtui
Foto door Foto: Kathleen Wasselle CroftHawai'i Volcanoes National Park
Honderd jaar Earth, Wind and — vooral — Fire
Een zwart oerlandschap van gestolde lava beheerst het Hawaii Volcanoes National Park, het geblakerde visitekaartje van de voornaamste ingezetene van dit park: de Hawaïaanse vuurgodin Pele. Naar verluidt huist zij in de Kilauea, een van de twee vulkanen op het Big Island, die tot de actiefste ter wereld behoren. Pele heeft niet stilgezeten: sinds 1986 is gesmolten gesteente uit het binnenste van de aarde sissend en stomend de Stille Oceaan in gevloeid en heeft hectaren aan nieuw land gecreëerd.
“Veel mensen komen voor de lava”, zegt Clarence Aku Hauanio, uit een familie die al vier generaties in dit park van 1300 km2 werkt. “Maar er is zoveel meer – de kust, het regenwoud, duizenden Hawaïaanse rotstekeningen en al die planten- en diersoorten die je alleen op Hawaï vindt. Ook al werk je hier 29 jaar, zoals ik, je ontdekt nog elke dag iets nieuws.” –Christopher Hall
Reistips
Beste tijd: Half maart t/m mei, september en oktober voor lagere prijzen en minder toeristen; het kan elke dag af en toe regenen.
Vervoer: Het nationale park ligt aan de oostkant van het eiland, een kleine vijftig kilometer ten zuidwesten van Hilo International Airport. Huur een auto op de luchthaven en volg de twee natuurroutes over het eiland, de ‘Crater Rim Drive’ en de ‘Chain of Craters Road’. Of boek een rondleiding met gids, bijvoorbeeld deze: de ‘Hawaii Forest and Trail's Volcano by Air and Land’-tour. Deze tien uur durende wandelexcursie omvat onder meer tochten door het nationale park en een helikoptervlucht.
Accommodaties: In het park overnacht je in het 33 kamers tellende Volcano House, dat in 1941 werd gebouwd (en in 2012-13 volledig werd gerenoveerd), op de rand van de Kilauea-caldera. Boek vroeg in het seizoen om een van de populaire Crater View-kamers te bemachtigen. Inbegrepen: het gebruik van cruisefietsen (wie het eerst komt, het eerst maalt), wandeltours-met-gids door het park en een weids uitzicht over de Halema'uma'u-krater vanaf een veranda met glas-in-loodramen.
Eten en drinken: Op weg van Kailua-Kona naar het park kun je een tussenstop maken in het Punalu'u Bake Shop and Visitor Center, voor wat originele ka'u-koffie van het hoofdeiland en vers Hawaïaans sweetbread (onder andere in de smaken traditioneel, taro en guava) of malasada’s (lichte, besuikerde donuts in Portugese stijl).
Winkelen: In de Volcano Art Center Gallery nabij het Kilauea Visitor Center worden producten van kunstnijverheid aangeboden die “het park interpreteren door middel van kunst”. Het aanbod omvat aardewerk, glasbeelden, sieraden, manden, vlechtkunst en meubels. In Volcano Village worden kleimaskers die zijn geïnspireerd op het Hawaïaanse regenwoud en ander werk van plaatselijke kunstenaars geëxposeerd, in de galerie Volcano Garden Arts.
Om je in te lezen: Het nieuwste handboek van USGS-vulkanoloog Richard Hazlett, Explore the Geology of Kilauea Volcano (Hawaii Pacific Parks, 2015), bevat ook tips van experts over de dingen waarop je moet letten als je een bezoek brengt aan het Hawai'i Volcanoes National Park.
Handige links: Hawai'i Volcanoes National Park, Friends of Hawai'i Volcanoes National Park en Hawaii Tourism
Leuk om te weten: Toen het Hawaii National Park in 1916 werd opgericht, waren de enige beschermde gebieden op het hoofdeiland de toppen van de Kilauea en de Mauna Loa. (Ook de top van de berg Haleakala op Maui werd in het park opgenomen en zou in 1961 een apart reservaat worden.) Tegenwoordig beslaat het park 135.000 hectare op het hoofdeiland Hawaï en omvat maar liefst zeven ecologische zones: zeekust, laagland, heuvelachtig bosgebied, regenwoud, bergwoud en subalpiene en alpiene zones.
Reis met ons mee: Beleef de pracht van Hawaï
Foto door Foto: Toshi Sasaki, Getty ImagesHokkaido, Japan
Poederparadijs
Kenners kiezen het eiland Hokkaido voor een ski-ervaring die nergens anders valt te beleven. Het noordelijkste eiland van Japan wordt omringd door mistige zeeën en afgekoeld door het naburige Siberië. ’s Winters sneeuwt het er bijna dagelijks, waarbij het sneeuwpak op sommige hellingen een dikte van bijna twee meter bereikt. De yuki (sneeuw) daalt zeer droog en licht neer, wat een paradijs van poedersneeuw oplevert voor skiërs en snowboarders.
Niseko, op de zuidwestpunt van Hokkaido, is misschien wel de populairste wintersportplaats, maar Kiroro, op twee uur rijden van de luchthaven van Sapporo Chitose, is een verborgen schat. Hier spelen en leren kinderen in de skischool Annie Kids, terwijl geoefende skiërs eindeloos verse sporen door de sneeuw trekken op de hellingen van de bergen Nagamine en Asari. Avontuurlijker skiërs trekken naar de top van de naburige vulkaan Yoichidake, op een twee uur durende off-pistetour met magische uitzichten en nog magischer poedersneeuw.
Terug in de vallei is het tijd voor après-ski, met een bezoekje aan de warme natuurbaden van het resort Shinrin no Yu Onsen-Kiroro, gevolgd door overheerlijke sushi- of yakitori-schotels in een van de restaurants van dit resort, overgoten met wat plaatselijk gedestilleerde yoichi-whisky.
Laat de ervaringen van de dag je naar het hier en nu verplaatsen, terwijl buiten de sneeuwvlokjes met de kalmte van zen neerdwarrelen.—Menno Boermans
Reistips
Beste tijd: Eind november t/m begin april of mei (het varieert per resort) voor skiën en andere wintersporten
Vervoer: Voor het skigebied rond Niseko neem je de snelle shuttlebus vanuit de Nieuwe Luchthaven Chitose, naar de aangegeven halte van het resort (er moet van te voren worden gereserveerd). Of neem de trein vanuit het treinstation van Japan Rail op de luchthaven, naar Niseko of naar Otaru, voor de Kiroro-resorts. Voor onbeperkt treinen binnen het district met Japan Rail kun je op elk treinstation de Hokkaido Rail Pass kopen.
Accommodaties: Meerdere wintersportresorts van nieuwe ketens zullen vóór het skiseizoen van 2016 worden geopend. Vlakbij de skiliften van het Kiroro-resort is het voormalige Berghotel nu het Sheraton Hokkaido Kiroro Resort. En het voormalige Piano Hotel, een korte rit met de shuttlebus van de liften vandaan, is nu het Kiroro, dat deel uitmaakt van de keten Starwoods Tribute Portfolio. Het luxehotel met 282 kamers staat aan de voet van de berg en vlakbij een onsen, een warme buitenbron.
Eten en drinken: Hokkaido’s beroemdste lekkernij is het marusei-zandkoekje van Rokkatei, een wafeltje met een vulling van botercrème en rozijnen. De koekjes zijn buiten Hokkaido niet overal te krijgen en een nieuwe ijsversie (marusei-ijszandkoekjes) worden alleen verkocht in de Rokkatei Sapporo Honten bij het treinstation van Sapporo.
Winkelen: Met de hand gesneden houten beertjes, mukkuri (mondharpen) van bamboe en andere traditionele kunstnijverheid van de Ainu, het inheemse volk van Japan en de eersten die Hokkaido bewoonden, worden verkocht in enkele winkels bij het museum Shiraoi Ainu (naast het Shiraoi-station, ongeveer een kwartier treinen ten zuiden van Sapporo aan de Hokuto-lijn). Het complex is bedoeld als een replica van een Ainu-dorpje en omvat een museumgebouw, vijf rietgedekte huisjes (waarvan sommige zijn omringd door zalm die te drogen hangt) en een omheining waarbinnen sneeuwwitte Hokkaido- of Ainu-jachthonden verblijven.
Om je in te lezen: Een foto van een schaap in Hokkaido brengt een surrealistische reis op gang, halverwege Haruki Murakami’s bestseller De jacht op het verloren schaap (Atlas Contact, 2005), waarin de held naar de besneeuwde bergen van Noord-Japan wordt gevoerd.
Handige links: Visit Hokkaido en Powder Snow Hokkaido
Leuk om te weten: Om automobilisten in barre winteromstandigheden van dienst te zijn, hangen boven de snelwegen op Hokkaido snoepkleurige pijlen aan hoge palen. De palen staan op regelmatige afstand langs de weg en de pijlen wijzen op de zijkant van de weg, mocht die onder een dik pak sneeuw liggen. De reflecterende rode pijlen dienen als bakens voor automobilisten bij verblindende sneeuwstormen maar jagen sommige
Foto door Foto: Menno Boermans, Aurora PhotosNew York
De nieuwe skyline is er, dus: ‘Start spreading the news’
Als je denkt dat je de meest bezochte stad van de VS kent, moet je nog eens goed kijken. Het afgelopen jaar zijn hier het hoogste kantoorgebouw (het One World Trade Center; 541 meter) en de hoogste woontoren (432 Park Avenue; 426 meter) van het westelijk halfrond verrezen, behorend tot een reeks gedurfde nieuwe wolkenkrabbers die de beroemde skyline drastisch veranderen. Ook openbare ruimten zijn nieuw leven ingeblazen, van de oevers van Lower Manhattan en Brooklyn tot de High Line en het nieuwe Whitney Museum aan de West Side. Het uitzicht vanaf het panoramadek op de 102de etage van het One World Trade Center? Adembenemend. En vanuit een helikopter? Helemaal verbluffend, want je ziet verborgen plekjes, daktuinen en de drukte beneden je vanuit een heel nieuw perspectief: ’s winters hult de grijsbruine metropool zich in het wit, in de lente bloeien blokken van kleur op. Je kunt Sinatra bijna horen zingen, over ‘old New York’ in een nieuwe jas. – George Steinmetz
Reistips
Beste tijd: Het hele jaar door.
Vervoer: Maak gebruik van de gratis mobiele app NY Waterway om een dagpas voor de East River Ferry te kopen ($12 op weekdagen, $18 in het weekeinde). Met de veerpont vaar je vanaf Midtown richting het zuiden naar Lower Manhattan (met tussenstops in Queens en Brooklyn) en het is een van beste en goedkoopste manieren om de skyline te bewonderen. Voor tours met een vliegtuigje kun je Liberty Helicopters of New York Helicopter in de arm nemen.
Accommodaties: Voor een kamer met uitzicht op de skyline van Manhattan reis je over de East River naar Long Island City in Queens, waar je een kamer boekt in het veertien verdiepingen tellende Z Hotel. Alle honderd kamers kijken over Manhattan uit. Beste keus: Vraag naar een kamer halverwege de hoteltoren (zesde tot achtste verdieping) om het lawaai van de straat beneden en het dakterras boven verre van je te houden.
Eten en drinken: Neem de lift naar de top van 30 Rockefeller Plaza, voor een zondagbrunch in de beroemde Rainbow Room. Het is er prijzig ($95 plus drankjes), maar het uitzicht vanaf de 65ste verdieping—naar het noorden over Central Park en naar het zuiden op het Empire State Building—is adembenemend. Ga op je paasbest (heren in colberts) en reserveer van tevoren.
Winkelen: Bestel van tevoren tickets voor het One World Observatory, op de verdiepingen 100 t/m 102 van het One World Trade Center. De standaardprijs ($32 voor volwassenen, $26 voor kinderen) geldt voor bepaalde tijdstippen van de dag en een bepaalde tijd van het jaar. Voeg er de iPad-optie van de One World Explorer aan toe (voor $15) en je maakt een interactieve, virtuele helikoptervlucht langs de skyline.
Om je in te lezen: The Heights: Anatomy of a Skyscraper (Penguin Books; herdruk, 2013) van Kate Ascher gebruikt eenvoudige diagrammen, illustraties en niet-technische uitleg om inzicht te bieden in ’s werelds hoogste gebouwen: hoe ze worden ontworpen, gebouwd en onderhouden.
Handige links: NYC The Official Guide, New York City Walking Tours, Guides' Association of New York City en MetroCard City van de MTA (Metropolitan Transportation Authority)
Leuk om te weten: Op het zuidwestpuntje van Manhattan staat ’s werelds enige wolkenkrabbermuseum: het Skyscraper Museum. Het kleine non-profitmuseum vertelt de verticale geschiedenis van New York vanaf 1870 tot heden. De permanente tentoonstelling omvat met de hand gemaakte houten modellen van Manhattan en de muurschildering ‘History of Height’, waarop de geschiedenis van monumentale en hoge bouwwerken is uitgebeeld – van de ruim 146 meter hoge Piramide van Cheops tot de bijna 830 meter hoge Burj Khalifa in Dubai.
Reis met ons mee: New York City-fotoworkshops
Foto door Foto: Randy Duchaine, Alamy Stock PhotoOkavangodelta, Botswana
Afrika’s natuurlijke schatkamer
In een deel van de wereld dat bekend staat om zijn grootse landschappen en weidse vergezichten weet de Okavangodelta er nog een schepje bovenop te doen en iedere reiziger te raken als een wonder. De delta, een enorme waaier van water uit rivieren die in de loofwouden van het Angolese hoogland ontspringen, verdampt ruim driehonderd kilometer verder in het zand van de Kalahariwoestijn en is een van de laatste plekken op aarde waar je de Grote Vijf van de Afrikaanse safari bijeen kunt zien: de olifant, de leeuw, het wildebeest, het luipaard en de neushoorn. En op het nippertje. Begin vorige eeuw hadden Europese en Amerikaanse jagers bijna alle olifanten in het gebied afgeschoten, waardoor belangrijke watergeulen in de delta dichtgeslibd raakten. Maar in de decennia erna wisten natuurbeschermers de ondergang van dit uitgebalanceerde ecosysteem af te wenden, en in juni 2014 werd het tot Wereldnatuurgoed uitgeroepen. De toekenning zal een gebaar blijven zolang de regeringen van Angola en Namibië weigeren de rivieren te beschermen die deze delta voeden. De romantische beslotenheid van dit ‘Venetië van de natuur’ ervaar je het best op een tocht met een gids, per boomstamkano. De kleuren van de malachietijsvogel, het luide geschamper van nijlpaarden, de kreten van de hadada-ibis – ze herinneren ons eraan dat een aarde zonder wildernis een schraal en eenzaam oord zal zijn. Wij mensen maken deel uit van deze rijke, zeldzame en kwetsbare wereld.—Alexandra Fuller
Reistips
Beste tijd: Juni tot augustus (hoogwaterseizoen) voor safari’s in een mokoro (boomkano) en per boot; mei tot oktober voor heldere lucht en een goed waterniveau; het hele jaar door voor safari’s door droog land en door de wetlands (onafhankelijk van de overstroming).
Vervoer: Maun International Airport is de voornaamste plek waar bezoekers aan de Okavangodelta arriveren. Een vlucht naar Maun met aansluitende safari naar de hutten en kampen in de delta is de beste manier om te reizen. Touroperators die zijn gespecialiseerd in excursies door de Okavangodelta zijn onder andere Belmond Safaris, Great Plains Conservation en Wilderness Safaris.
Accommodaties: Om zo veel mogelijk wild te kunnen zien, kun je een route langs een of meer safarihutten in verschillende delen van de delta plannen, met inbegrip van nachtelijke uitstapjes. Bekijk nijlpaarden, olifanten en ander groot wild vanuit je kamer in de Belmond Khwai River Lodge, aan de rand van het wildreservaat van Moremi. De veertien luxe kamers van deze ‘hut’ en een privésuite met watervalpoel zijn gebouwd op houten verhogingen boven de spoelvlakten van de rivier de Khwai. Het Jacana Camp van Wilderness Safari’s ligt op een eilandje dat wordt omringd door riviervlakten en moerassen die elk seizoen onder water komen te staan. Er zijn vijf tenten voor gasten, waaronder een gezinstent, op verhoogde houten platforms. Tot de activiteiten op het water behoren excursies met mokoro’s of bootjes, en sportvissen.
Eten en drinken: De maaltijden zijn in deze safarikampen inbegrepen. Bij luxe maaltijden in de hutten gaat het eerder om internationale dan plaatselijke keukens, afgezien van de alomtegenwoordige blikjes St. Louis, het alcoholarme bier van Botswana. Tot de plaatselijke ingrediënten die nog op zoek zijn naar een menukaart, behoren geroosterde moramabonen en mopanewormen (een blauwgroene rups), gekookt of gefrituurd en geserveerd als snack.
Om je in te lezen: De herziene en uitgebreide editie van Okavango: De laatste oase (Taschen, 2013) van de bekende Nederlandse natuurfotograaf Frans Lanting bevat tientallen niet eerder gepubliceerde foto’s van deze natte en wilde wereld.
Handige links: National Geographic-video: Okavangodelta; Into the Okavango; en Botswana Tourism
Leuk om te weten: De hoeveelheid water in de Okavangodelta varieert sterk per seizoen. Wanneer het vloedwater begint te dalen (doorgaans tussen november en april), staat slechts 9600 tot 13.000 vierkante kilometer van de delta onder water. Van juli tot augustus, wanneer het waterpeil zijn hoogste stand begint te bereiken, kan meer dan 25.000 vierkante kilometer van de delta zijn overstroomd.
Foto door Foto: Beverly Joubert, National Geographic CreativeFilipijnen
Zoveel eilanden, zoveel smaken
Elke familie heeft een buitenbeentje, en onder de Zuidoost-Aziatische staten is dat de Filipijnen. Dit land van 7107 eilanden (waarvan zo’n 2000 bewoond) was ooit een los verband van Indo-Maleise stammen die bijna vierhonderd jaar onder Spaans gezag vielen en daarna 48 jaar lang een Amerikaans gebiedsdeel vormden. Vandaar die bijzondere Filipijnse mix van stammentrots, katholieke passie, Amerikaanse cultuur en tropische vriendelijkheid.
Bezoekers blijven doorgaans niet hangen in de modderige en overvolle hoofdstad Manilla, maar een bezoek aan een van de Spaanse kerken in het oude, ommuurde centrum Intramuros of een wandeling bij zonsondergang rond de Baai van Manilla is een must.
Daarna is het kiezen uit duizenden stranden, van het roze zand van Isla Gran Santa Cruz tot het zwarte zand van Albay. Rond de eilanden Palawan, Apo en Siargao genieten duikers van honderden koraal- en vissoorten. De Hamiguitan-bergen, op het zuidelijke eiland Mindanao, zijn net als de rijstterrassen van het noordelijke Luzon een Werelderfgoed, waar ruim 1300 landdiersoorten leven, zoals de bedreigde apenarend.
De Filipijnen mogen dan een ‘apart’ familielid zijn, maar wel eentje die je altijd zal uitnodigen voor een maaltijd, met een unieke fusie van hartige, zoetzure en kruidige smaken. — Erik R. Trinidad
Reistips
Beste tijd: November tot februari (het droge seizoen)
Vervoer: De internationale luchthaven Ninoy Aquino in Manilla het belangrijkste aanvliegpunt voor bezoekers uit het buitenland. Vanaf een aparte terminal biedt Philippine Airlines verbindingen aan met populaire toeristenbestemmingen als Bohol, Boracay en Cebu. De belangrijkste manieren om je te verplaatsen zijn ‘jeepney’s’ (oude Amerikaanse legerjeeps die zijn omgebouwd tot openluchtbussen), gemotoriseerde driewielers, multitaxis’s (gedeelde minibusjes) en bussen. De meest comfortabele manier om tussen de eilanden te reizen is de veerboot; de Super Cat, een snelle catamaran; of banca’s, traditionele uitlegger-boten.
Accommodaties: Geniet van de zee rond het eilandje Apulit, een van de vier vakantieparken van El Nido Resort in het noorden van Palawan. Gasten arriveren er per boot en logeren in traditionele Filipijnse hutten (vijftig in totaal) die op palen boven het water zijn gebouwd. Tot het activiteitenmenu behoren snorkelen boven koraalriffen, grotduiken, kajakken en rotsklimmen.
Eten en drinken: De nachtelijke Mercato Centrale in Manilla is een goudmijn voor foodies. Elke vrijdag en zaterdag (van zes uur ’s ochtends tot drie uur ’s nachts) prijzen verkopers in the ‘BGC’ (Bonifacio Global City) een ongelooflijk scala van snacks en straatvoedsel aan. Probeer de Filipijnse versie van chicharrón (reepjes buikspek), burrito’s met lengua (rundertong) en lechón liempo (langzaam geroosterd buikspek).
Winkelen: De etnische groepen van de Igorot, ook wel Cordilleranos, van noordelijk Luzon staan bekend om hun houtsnijwerk, koper- en ijzersmeedkunst en weefsels. In het bergstadje Baguio vind je houten beeldjes van de bulul (rijstgoden) en geweven rotanmanden en pasiking (plaatselijke rugzakken) in de Baguio City Public Market.
Om je in te lezen: When the Elephants Dance van Tess Uriza Holthe (Penguin Books; herdrukt in 2003) is een eenvoudige, ontroerende roman die zich aan het einde van de Tweede Wereldoorlog afspeelt in het door Japan bezette Manilla; het boek is doordrenkt van Filipijnse tradities, legenden en geschiedenis.
Cultuurtip: In de Filipijnse cultuur is het equivalent van ‘Hoe gaat het met u?’ de Tagalog-uitdrukking ‘Kumain ka na ba?’ (‘Hebt u gegeten?’)
Handige links: Experience Philippines, It's More Fun in the Philippines en Cultural Center of the Philippines
Leuk om te weten: Met zijn groene weiden en steile klippen die loodrecht uit zee verrijzen, lijkt Racuh a Payaman op het eiland Batan regelrecht uit de Schotse Hooglanden te zijn geplukt en in de noordelijkste provincie van Filipijnen te zijn neergezet. Het weelderige grasland is openbare weidegrond, waar paarden, vee en waterbuffels rondzwerven. Met zijn verspreide boerderijen in een weids ‘cowboylandschap’ wordt Racuh a Payaman vaak als ‘Marlboro Country’ of ‘d
Foto door Foto: Design Pics Inc, National Geographic CreativeMazurische Merengebied, Polen
Land van woud en water
Wie in het Mazurische Merengebied in Polen het geluk heeft met een groep kampeerders rond een houtvuur te zitten, die zal bijna zeker worden vergast op een populair zeillied over de pracht van de streek. “In het lied worden de schatten bezongen die we hier koesteren,” zegt Maciej Milosz, mede-eigenaar van een botenverhuurbedrijf, “zoals rijke visvangsten, wilde paddenstoelen om te eten en onvoorstelbaar uitgestrekte wouden.”
Het Mazurisch Merenplateau, tweehonderd kilometer ten noorden van de hoofdstad Warschau, telt zo’n tweeduizend meren die door rivieren en kanalen zijn verbonden. De streek is altijd een geliefd vakantieoord voor de Polen geweest, en dé bestemming voor mensen die van het eenvoudige landleven houden.
’s Zomers wemelt het op de Mazurische Meren van de zeilbootjes, terwijl de rode daken van plaatsjes als Giżycko en Mikołajki uitkijken over windsurfers en zwemmers. Wie afzondering wil, vindt een rustig plekje aan de waterkant in natuurparken als Nidzkie of de Łuknajno-meren, zonder motorboten. Helemaal alleen ben je hier nooit, want het diepblauwe water van de meren trekt duikende aalscholvers, knobbelzwanen en roepende ooievaars. En in het Woud van Pisz, een overblijfsel van de ongerepte wildernis die eens heel Noord-Polen bedekte, leef je naast herten, elanden, wolven, everzwijnen en de schuwe lynx. Genoeg dus om te bezingen.—Adam Robinski
Reistips
Beste tijd: Juni tot augustus voor watersport en festivals; september en oktober voor trektochten en de herfstkleuren
Vervoer: Huur een bootje in Giżycko, het zeil- en watersportcentrum van dit district, en maak in je eigen tempo een cruise over de meren. Le Boat biedt motorkruisers met twee of drie hutten aan waarbij je zelf of een schipper aan het roer staat. De routes variëren van drie tot veertien nachten en je hebt geen vaarbewijs nodig.
Accommodaties: Vraag naar een kamer met uitzicht op het meer in het statige Hotel Zamek Ryn, een gerenoveerd kasteel (waar het zou spoken) van de Duitse Orde in Ryn. Het reusachtige slot met vier vleugels werd na een brand in 1881 herbouwd en ligt tussen het Rynskie- en Ołówmeer. Loop naar het meerstrand in het stadje of neem een duik in het zwembad voor hotelgasten in de keldergewelven van het hotel.
Eten en drinken: Tot de plaatselijke specialiteiten behoren sielawa (marene), een verfijnde witvis die in de meeste restaurants gerookt of gegrild wordt geserveerd. De culinaire trots van Giżycko (tussen het Kisajno- en Niegocinmeer) is sękacz of ‘boomcake’, een stapel op elkaar geregen cakes die de vorm van een kerstboom aannemen en aan het spit worden gebakken.
Winkelen: De witte ooievaars die hier vaak in dorpen roesten, zijn de inspiratie voor een scala van souvenirs. Winkeltjes en kraampjes verkopen deze volkskunst in de vorm van ooievaarbeeldjes—sommige lijken meer op stevige kalkoenen en zijn gemaakt van dennenappels, touw en schors.
Om te bekijken voordat je gaat: Roman Polanski's regiedebuut Het mes in het water (Nóż w wodzie; Sony Pictures Home Entertainment, 2010) is een uitstekende thriller die vrijwel geheel werd gefilmd op een zeiljacht van tien meter op de wateren van het Mazurische Merengebied.
Cultuurtip: Wie al kajakkend of zeilend andere watersporters tegenkomt, groet met een vriendelijk ‘ahoy’.
Handige link: Poland Travel
Foto door Foto: spreephoto.de, Getty ImagesSeychellen
Tropische luxe in natura
Niets kon Sherla Mathurin lang van de Seychellen weghouden, zelfs niet de luxe van Bahrein. De voormalige privékok van een lid van het Bahreinse vorstenhuis is weer in haar geboorteland, waar ze lesgeeft in het bereiden van geurige creoolse curries en zeevruchtensalades, met uitgelezen specerijen, inktvis die ’s ochtends is gespiesd en snapper die met de lijn is gevangen – de eigen luxe van de Seychellen.
De 115 eilandjes van de Seychellen liggen op 1770 kilometer voor de kust van Kenia in de Indische Oceaan. En ze kunnen zich beroemen op uitzichten die een koningin doet stoppen. Tijdens haar bezoek in 1972 liet Elizabeth II haar konvooi halthouden bij de Mission Lodge aan de Sans Souci-bergweg, op het hoofdeiland Mahé, voor een ingelaste Engelse theepauze met uitzicht. Zes zwaarbewaakte zeereservaten vormen een toevluchtsoord voor bedreigde karetschildpadden, langsnuitdolfijnen en ruim duizend vissoorten. In het Werelderfgoed van de Vallee de Mai op het eiland Praslin – dat soms aan Jurassic Park doet denken – vind je de Seychellen-blauwe duif en andere inheemse soorten, naast de endemische coco-de-mer-palm, die vruchten met de grootste plantenzaden ter wereld voortbrengt. Als in een Hof van Eden ligt de natuurlijke overvloed van de Seychellen gewoon voor het oprapen.—Lola Akinmade
Reistips
Beste tijd: Maart t/m mei en september t/m november voor duiken; april t/m oktober voor vogelaars; mei tot september voor trekken en surfen; het hele jaar door voor zeilen en snorkelen
Vervoer: Mahé, het grootste eiland van de Seychellen, is het aanvliegpunt voor internationale bezoekers. Vandaar reis je met een snelle veerpont of een shuttle van Air Seychelles naar Praslin en La Digue, de andere twee grote Binneneilanden; de shuttle vliegt alleen tussen Mahé en Praslin. Op Mahé en Praslin huur je een auto—er wordt hier links gereden—of maak je gebruik van bussen en taxi’s. Huur een fiets op Praslin en La Digue. Om de kleinere Binneneilanden en de afgelegen Buiteneilanden te bereiken, kun je in het hotel naar transportmogelijkheden informeren; maak gebruik van charters of natuurrondvluchten (per helikopter of vliegtuig).
Accommodaties: Het nieuwe H Resort Beau Vallon Beach, dat in augustus 2015 werd geopend, ligt op slechts vijftien kilometer van Seychelles International Airport. Het telt honderd suites en villa’s met verschillende uitzichten en voorzieningen. Kies een villa als je over een eigen zwembad wilt beschikken. Een korte helikoptervlucht van Mahé vandaan ligt, ten noordwesten, het exclusieve North Island (tarieven vanaf $3400 per persoon per nacht). Dit private toevluchtsoord is een paradijs met elf speciaal ontworpen luxe villa’s, drie stranden en een natuurbeschermingsprogramma dat onder meer kan bogen op successen als de herintroductie van de Seychellenreuzenschildpad en andere inheemse flora en fauna.
Eten en drinken: De keuken ‘Seychellois creole’ biedt een betoverende mix van Afrikaanse, Chinese, Engelse, Indiase en Franse kookstijlen en smaken. Tot de veelgebruikte waren behoren broodboom, een megavrucht ter grootte van een voetbal, gegrilde vis, rijst en kokosnoot. Probeer populaire gerechten als tamarinde, een boonachtige vrucht met zoetzuur vruchtvlees; chatini (chutney); vis-kokosmelkcurry; broodboomdessert; en gegrilde vis of inktvis in een jasje van gember, knoflook en grof gemalen pepertjes.
Om je in te lezen: Frans en Brits kolonialisme, slavernij en bijgeloof zijn de belangrijkste thema’s in Helen Benedicts The Edge of Eden (Soho Press; herdruk van 2010), een ontroerende roman over een welvarend Brits gezin dat in 1960 naar de Seychellen moet verhuizen.
Handige links: Seychelles Tourism en So Seychelles
Leuk om te weten: Op het Aldabra-atol, een groep van vier grote koraaleilanden in de Seychellen, leeft ’s wereld grootste populatie Seychellenreuzenschildpadden. Meer dan honderdduizend exemplaren leven op het atol, hun enige nog resterende habitat. Een mannetjesschildpad kan een gewicht van 250 kilo bereiken en 1,20 meter lang worden.
Foto door Foto: David Doubilet, National Geographic CreativeTangier and Smith Islands, Chesapeake Bay
Oude (en bedreigde) gemeenschappen van het oude Amerika
In het midden van de zuidelijke Chesapeake Bay liggen twee eeuwenoude, afgelegen en bedreigde eilandgemeenschappen bijna tegenover elkaar, aan weerszijden van de grens tussen Maryland en Virginia.
Zowel het Smith Island in Maryland als het Tangier Island in Virginia werd in 1608 voor het eerst in kaart gebracht door kapitein John Smith. Kolonisten uit Wales en Engeland kwamen meestal naar Smith Island, terwijl landverhuizers uit de West Country (de zuidwestpunt van Engeland) naar Tangier trokken. De bewoners van beide eilandjes spreken nog altijd in hun ‘voorouderlijke dialecten’, die door de afgelegen ligging van de eilanden bewaard zijn gebleven. Vissers leven hier al bijna tweehonderd jaar van de vangst van oesters uit de Chesapeake Bay, krab en vis. Hun achternamen zijn op beide eilanden alomtegenwoordig: Evans en Tyler op Smith; Parks, Pruitt en Crockett op Tangier.
Het leven verloopt hier langzamer en kalmer dan op het vasteland. Zelfs met geregelde veerdiensten blijven dit afgezonderde plekjes: een paar winkels, bijna geen auto’s en geen cafés (zowel Tangier als Smith zijn alcoholvrij). De eilanders zijn een ruig en eigenzinnig volkje; de lui van Tangier weigerden zich vanwege de slavernij aan te sluiten bij de Zuidelijke Confederatie, terwijl het dorp Rhodes Point op Smith Island ooit bekend stond als ‘Rogues Point’ (‘Bandietenpunt’) vanwege de piraten die vanuit het dorp actief waren.
Bezoekers kunnen de eilanden te voet, op de fiets (overal te huur) en per boot verkennen. Beide eilandjes bieden overnachtingen en een paar bed-and-breakfasts—en zijn trots op hun plaatselijke producten. De Smith Island Cake, een gelaagde taart, is het ‘officiële dessert’ van de staat Maryland, terwijl Tangier zich er terecht op beroept ‘de boterkrab-hoofdstad’ van de VS te zijn. (Boterkrabben hebben hun pantser pas vervangen en zijn nog zacht.)
Met lage kusten die blootstaan aan erosie en stormvloeden, kan het laatste uur hebben geslagen voor deze moerassige eilandjes ‘uit vroeger tijden’. Maar de eilanders houden stug vol en blijven zo lang mogelijk op hun flinterdunne en kwetsbare geboorteplek wonen.—Stephen Blakely
Reistips
Beste tijd: Half mei t/m september voor het boterkrab-seizoen en dagelijkse veerdiensten
Vervoer: Neem de veerboot naar een van beide eilanden en huur een bootje om tussen de eilandjes heen en weer te varen. In het laagseizoen, van oktober t/m april, varen de veerboten minder vaak.
De veerboot naar Smith vertrekt vanuit Crisfield, Maryland, en vaart naar Ewell, een van twee dorpjes in het noorden van het eiland, of naar Tylerton op de zuidpunt. Ewell kun je te voet, in een golfbuggy of op de fiets verkennen. Vandaar is het bijna vijf kilometer naar het naburige dorp Rhodes Point. Tylerton wordt van de rest van het eiland gescheiden door de Tyler Creek.
Om Tangier te bereiken neem je de veerboot vanuit Crisfield of vanuit Onancock of Reedville in Virginia. Het eiland is makkelijk te belopen, maar je kunt ook een golfbuggy of een fiets huren bij het ‘Four Brothers Crab House & Ice Cream Deck’.
Accommodaties: De Smith Island Inn in Ewell is een comfortabele en ouderwetse bed-and-breakfast met drie gastenkamers. Inbegrepen zijn de huur van fietsen, kano’s en kajaks. Op Tangier telt de Bay View Inn twee kamers in het historische hoofdpand uit 1904, en nog twee vakantiehuisjes en zeven motelkamers. Inbegrepen zijn het dagelijks naar voorkeur bereide ontbijt en het vervoer per golfbuggy van en naar de veerboot.
Eten en drinken: In Fisherman’s Corner moet je de blauwe boterkrab op z’n Tangiers proberen (besprenkeld met broodkruim van het seizoen en gefrituurd), in een sandwich van witbrood of als voorgerecht. Buiten het boterkrabseizoen kun je de gefrituurde krabkoekjes van Uncle Frank's bestellen: twee kloeke, goudbruin gefrituurde en vers bereide schijven van krabvlees uit de Chesapeake Bay.
Winkelen: In de Smith Island Baking Company kun je een punt van de originele Smith Island Cake proberen, een taart van tien laagjes zachte cake en crème onder een laagje chocoladefudge die smelt in de mond. Koop e
Foto door Foto: Jim Lo Scalzo, epa/CorbisSan Diego/Tijuana
Grensgeval
Deze twee steden worden van elkaar gescheiden door de drukste grensovergang op het westelijk halfrond. Aan de ene kant ligt San Diego, met ruim honderd kilometer aan zandstranden, een dierentuin die nieuwe wegen inslaat, een bekroonde theaterscene en... het klimaat van Zuid-Californië. Aan de andere kant, ruim 27 kilometer naar het zuiden, ligt Tijuana, een Mexicaanse stad die al decennialang wordt beheerst door drugssmokkel.
Maar zoals San Diego zijn kosmopolitische geloofsbrieven heeft opgepoetst, zo is het bijna even grote Tijuana aan een nieuw hoofdstuk begonnen. De drugs blijven naar het noorden stromen, maar het geweld van de kartels is afgenomen en het toerisme begint zich te herstellen. San Diego heeft het gemerkt: het Museum of Contemporary Art van de stad exposeert ook schilders van de ‘overzijde’, onder wie Alvaro Blancarte, en de excursies die het museum elk jaar in de ateliers en galeries van Tijuana organiseert, zijn uitverkocht. The New York Times heeft het ‘Baja-Med’-menu van Tijuanero en chef-kok Javier Plascencia in Misión 16 de hemel in geprezen. In juli opende Plascencia de Bracero Cocina de Raiz, in de wijk Little Italy in San Diego.
“Als je over de grens stapt, kom je in een compleet andere geestestoestand,” zegt Plascencia, die de overstap meerdere keren per week maakt om op zijn restaurants toe te zien. “Het is zo’n privilege dat we tegelijkertijd in twee culturen kunnen leven.” —David Swanson
Reistips
Beste tijd: Het hele jaar door, behalve van half mei t/m begin juli, wanneer de zogenaamde ‘junisomberte’ over de stad hangt, met bewolkt en grijs weer
Vervoer: Neem de blauwe lijn van de San Diego Trolley, van het centrum naar de laatste halte in San Ysidro (een enkeltje kost $2,50). Loop over de voetbrug naar de grensovergang met Tijuana (paspoort meenemen). Aan de Mexicaanse kant volg je de verhoogde voetgangersbrug over de snelweg en vandaar kun je een van de geregistreerde zwart-rode taxi’s naar de Avenida Revolución nemen, de hoofdstraat van Tijuana.
Accommodaties: De Lafayette Hotel Swim Club and Bungalows in San Diego is een retro-sjieke herschepping van dit paradijs uit het Hollywood van de jaren veertig van de vorige eeuw. Bob Hope was hier vaak te gast en Johnny Weissmuller—Tarzan—ontwierp het zwembad. Op een totaal van 131 kamers en suites bieden de acht bungalows de meeste privacy, en de Suze Suites (met een stapelbed en een schoolbordmuur in een van de slaaphoeken) zijn een goede keus voor gezinnen.
Eten en drinken: Neem contant geld mee en ga in de rij voor Las Cuatro Milpas in San Diego staan, voor ouderwets bereid Mexicaans eten (zoals met de hand gerolde varkensvleestaco’s en chorizo met eieren). Sinds 1933 wordt dit eenvoudige cafetaria, een instituut in de wijk Barrio Logan, door één en dezelfde familie gerund. Geopend van maandag t/m zaterdag, van half negen ’s ochtends tot drie uur ’s middags.
Winkelen: Make Good, in de wijk South Park in San Diego, verkoopt kunstnijverheid van plaatselijke ontwerpers uit San Diego en Tijuana. Het telkens wisselende aanbod kan unieke sieraden, met de hand gebonden notitieboekjes en snijplanken van plaatselijk gerecycled hout omvatten.
Om je in te lezen: Sunshine Noir II: Writing From San Diego and Tijuana (City Works Press, 2015) is een bloemlezing uit de eigentijdse literatuur, non-fictie, poëzie en fotografie van San Diego.
Cultuurtip: Om Tijuana meer door de ogen van een (zeer hippe) stadsbewoner te zien, kun je een privérondleiding van vier, zes of acht uur boeken bij Turista Libre. De tours vertrekken en arriveren op de voetgangersbrug aan de Amerikaanse zijde en omvatten een rondrit op een schoolbus aan beide zijden van de grens en een gids uit Tijuana.
Handige links: San Diego Tourism, Visit Mexico en Turista Libre
Leuk om te weten: Toen in 1882 een tijdelijke stop op de immigratie van Chinezen naar de VS werd ingevoerd, met de ‘Chinese Exclusion Act’, kozen veel Chinezen ervoor om zich langs de grens in Mexico te vestigen. Vooral de hoofdstad van Baja California, Mexicali, staat bekend om zijn Chinees-Mexicaanse erfgoed en typisch Mexicali-Chinese keuken. In tientallen Chinese restaurants in
Foto door Foto: Sandy Huffaker, CorbisUruguay
Het niet-zo-bekende Zuid-Amerika
Het bescheiden Uruguay stond de laatste tijd in de belangstelling dankzij de verfrissende José Mujica, van 2010 tot 2015 president van het land, die in een bouwval aan een onverharde weg woonde en bijna zijn hele salaris aan goede doelen gaf. De aandacht is terecht: het op één na kleinste land van Zuid-Amerika, ingeklemd tussen de reuzen Brazilië en Argentinië, is een oase van stabiliteit. De stranden, luxehotels en kunstscene van Punta del Este trekken een modebewust internationaal publiek. In het oosten liggen glinsterende wetlands, langs de Atlantische kust tot aan Brazilië, waaronder het biosfeerreservaat Bañados del Este, met zijn honderd vogelsoorten. Dan is er de zeventiende-eeuwse Colonia del Sacramento, die wegens de Spaans-Portugese architectuur in haar oude centrum op de Werelderfgoedlijst staat. De helft van de 3,3 miljoen Uruguayanen woont in Montevideo, “de rustigste hoofdstad van Latijns-Amerika, of je nu langs de Río de la Plata kuiert of een boetiek of museum bezoekt”, aldus schrijver en regisseur Carolina de Robertis. Het bekijken waard is ook de koloniale Oude Stad en de fraaie kostuums in het Museo del Carnaval. Uruguay mag dan overschaduwd worden door zijn grote buren, voor een land waar niet generaals maar kunstenaars op de bankbiljetten prijken, is dat misschien niet zo slecht.—Wayne Bernhardson
Reistips
Beste tijd: Oktober en november (van halverwege tot het einde van de lente) en maart en april (van het begin tot halverwege de herfst) voor minder toeristen en koelere temperaturen. December t/m februari (zomer) is het hoogseizoen.
Vervoer: Vlieg direct naar Montevideo's Carrasco International Airport of stap op een snelle veerboot vanuit Buenos Aires, naar Colonia del Sacramento of Montevideo. Gebruik verder de remises (taxi’s die per radio worden opgeroepen) en stadsbussen. Lijnbussen voor lange afstanden vertrekken vanaf de terminal Tres Cruces in Montevideo, een combinatie van winkelcentrum en busstation. Tours in kleine groepen en privérondleidingen zijn beschikbaar via reisbureaus die zijn gespecialiseerd in Uruguay, zoals SouthAmerica.travel of Southern Explorations.
Accommodaties: Hang de gaucho uit in El Charabon, een negen kamers tellende estancia (boerderij) voor ecotoerisme, in de Sierras de Rocha van oostelijk Uruguay. Inbegrepen zijn paardrijtours met een gids, dagelijkse maaltijden en de gelegenheid om mee te helpen met het brandmerken en melken van het vee en andere boerenkarweitjes. Deze veeranch, een familiebedrijf, ligt zo’n tachtig kilometer ten noordoosten van Punta del Este aan de Atlantische kust.
Eten en drinken: Begin de dag voortvarend met een mate (spreek uit: maaté), een bittere en aardse thee van de stengels en bladeren van de matéplant (yerba mate). Mate wordt traditioneel bereid in een uitgeholde kalebas of kom van hout of aardewerk, en gedronken via een bombilla of metalen strootje. Veel Uruguayanen hebben een thermosfles heet water bij zich, zodat ze overal en altijd mate kunnen bereiden (ook op het strand).
Winkelen: De met de hand gesponnen en in pannen geverfde wol, zijde en gemengde garens van Manos del Uruguay worden geproduceerd door coöperatieven van ambachtslieden. Aan elk bolletje wol, zijde of garen hangt een etiket met daarop de naam van de ambachtsman of -vrouw en de coöperatie. Garen, kleding, aardewerk en andere kunstnijverheid van coöperaties en onafhankelijke kunstenaars worden in de winkels van Manos del Uruguay in Montevideo, Colonia en Punta del Este verkocht.
Foto door Foto: Yadid Levy, Anzenberger/ReduxWinnipeg, Canada
Ster van de prairie
Winnipeg, de hoofdstad van Manitoba, behoort doorgaans niet tot de steden die je moet hebben bezocht voordat je doodgaat. Deze multiculturele en veeltalige metropolis van 800.000 inwoners, door de bevolking liefkozend ‘the Peg’ genoemd, verscheen in 2014 op de internationale radar toen er het Canadian Museum for Human Rights werd geopend, en afgelopen zomer opnieuw, toen er het Wereldkampioenschap vrouwenvoetbal plaatsvond.
Gelegen tussen de Atlantische en Pacifische kusten van Canada, is Winnipeg een geheide tussenstop voor mensen die door dit enorme land treinen of rijden; ijsbeer- en beluga-liefhebbers kennen de stad als het vertrekpunt voor hun expedities naar het noorden, naar Churchill. Maar deze pretentieloze prairiestad heeft veel meer te bieden dan een blik door een treinraampje kan onthullen.
De dertig stratenblokken van de wijk Exchange District bruisen van de muziektheaters, galeries, restaurants en boetieks. ’s Winters daalt de temperatuur hier tot ver onder het vriespunt, maar dat weerhoudt de Winnipeggers er niet van om op de bevroren Red River te applaudisseren voor de winnaars van de jaarlijkse prijsvraag voor de beste ontwerpen van sneeuwhutten, of in Saint-Boniface, de Franse wijk van Winnipeg, te genieten van het Festival du Voyageur, een van de vele grote evenementen in de stad.
“Ik ben dol op the Peg,” zegt Martina Hutchison, een assistente in het Manitoba Museum. “Maar ik hou er niet van om er te hoog van op te geven, want ik wil niet dat de stad groter wordt.” —Kimberley Lovato
Reistips
Beste tijd: Juni t/m september voor boerenmarkten, openluchtconcerten en evenementen als het Winnipeg Folk Festival; december tot maart voor schaatsen en sleeën op een sleeplank (toboggan) in het Arctic Glacier Winter Park
Vervoer: Maak gebruik van het efficiënte stadsbussennet Winnipeg Transit. De routes verbinden de luchthaven met het centrum (van half zes ’s ochtends tot 00:49 ’s nachts), waar je op de gratis Downtown Spirit kunt stappen. Deze lijn heeft drie routes en stopt bij restaurants, in winkelwijken en andere attracties in het centrum. Gebruik de handige Navigo-app van Winnipeg Transit om je bustrips te plannen.
Accommodaties: Het twintig verdiepingen tellende Alt Hotel, dat in april 2015 werd geopend, is waarschijnlijk de hipste aanwinst in het centrum. Op een steenworp van het Exchange District en tegenover het MTS Centre, het grootste sport- en vermaakscomplex van de stad, paart het Alt met zijn 160 kamers de plaatselijke sfeer aan een ultramoderne, minimalistische stijl. De kunstinstallatie in de lobby omvat ruim tweeduizend foto’s van de Winnipegse fotograaf Bryan Scott, en in de kamers en gemeenschappelijke ruimten vind je veel natuurlijk licht en muren van onbehandeld cement.
Eten en drinken: Toen de in Vancouver werkende chef Wayne Martin in 2015 naar Winnipeg verhuisde en er de Capital Grill and Bar opende, bracht hij een menu op basis van West Coast-gerechten met zich mee. Het resultaat is een meevaller voor bewoners die zo ver van zee toch snakken naar schotels met verse vis en zeevruchten, zoals heilbot in een jasje van bierbeslag met gebakken aardappelen, Dungeness-krabkoekjes en gestoomde mosselen met friet. Het restaurant is open voor lunches en diners en op maandagen gesloten.
Winkelen: Originele kunstnijverheid van de plaatselijke indianen (de First Nations), waaronder op maat gemaakte laarzen van rendierpels (mukluks), kunstig gesneden zegels van zeepsteen en trommels van ruwleer, worden tentoongesteld en verkocht in Cree-ations, een galerie, atelier en winkel in familiebezit met twee vestigingen in Winnipeg.
Om je in te lezen: Meerdere korte verhalen en romans van de met een Pulitzer Prize bekroonde schrijfster Carol Shields, waaronder The Republic of Love (Open Road Media, 2013) en Larry's Party (Penguin Books, 1998), spelen zich af in de stad die ze als thuishaven koos.
Handige links: Tourism Winnipeg, Downtown Winnipeg BIZ en Travel Manitoba
Leuk om te weten: Wist u dat het ‘Manitoba-bruiloftsfeest’ – een feest met geldinzamelingsactie voor het aanstaande paar – een eerbiedwaardig traditie is in Winnipeg? De meeste van deze feeste
Foto door Foto: Kari Medig, Aurora PhotosZuid-Georgia
Aan de rand van de wereld
Op een keienstrand staan honderdduizenden koningspinguïns samengepakt in een lawaaierig mozaïek van zwart-witte stippen tussen plukjes grasland. Ertussen blaffen pups van pelsrobben en denderen zeeolifanten de branding in. Erboven beheersen albatrossen het luchtruim, scherend langs leigrijze klippen en gletsjers die onmerkbaar de oceaan in glijden. Welkom op Zuid-Georgia, een 160 kilometer lange reeks bergen die, 2100 kilometer ten oosten van de Argentijnse stad Ushuaia, uit zee oprijst. “Een verbluffend spektakel voor de zintuigen,” zegt Eric Wehrmeister, videograaf voor Lindblad Expeditions op de National Geographic Explorer, een van de weinige passagiersschepen die dit afgelegen eiland aandoen. Een eeuw geleden was Zuid-Georgia het beloofde land voor de gestrande ontdekkingsreiziger Ernest Shackleton en zijn mannen, die in een reddingssloep bijna 1300 kilometer over een van de ruigste zeeën op aarde naar dit eiland voeren om hulp te zoeken. Het Britse overzeese gebiedsdeel is nog steeds alleen per schip bereikbaar: wie de pittige vijfdaagse cruise vanuit Ushuaia – met zomertemperaturen ver beneden nul – doorstaat, ziet bergen die geen mens heeft beklommen, zeldzame kruisingen tussen de gewone en blauwe vinvis en nieuwsgierige, één meter hoge pinguïns, in een gebied dat nog even ongerept als in de tijd dat Shackleton en anderen deze witte plek op de kaart invulden.—Kate Siber
Reistips
Beste tijd: Oktober tot maart (lente en zomer op het zuidelijk halfrond)
Vervoer: Een beperkt aantal touroperators, waaronder National Geographic Expeditions en Quark Expeditions, bieden meerweekse reizen naar Zuid-Georgia, de Falklandeilanden en de Zuidpool aan. Gereisd wordt in kleine, ijswaardige expeditieschepen. Afhankelijk van het weer en de zeegang worden activiteiten als uitstapjes in en landingen met rubberboten georganiseerd, naast kajakken op zee en trektochten.
Accommodaties: Bezoekers kunnen op Zuid-Georgia niet overnachten en dus slapen ze aan boord van hun schip, elk met verschillende hutten en voorzieningen. De National Geographic Explorer heeft 81 hutten, elk met uitzicht op zee en eigen badkamers. Tot de Atlantische vloot van Quark behoort de Ocean Diamond, een superjacht dat over 101 hutten en suites met uitzicht op zee beschikt.
Eten en drinken: Inbegrepen bij de prijzen voor expedities zijn doorgaans de dagelijkse maaltijden aan boord van het schip. Voor een maaltijd in Ushaia, voorafgaand aan de reis, kun je een taxi nemen die je de berg op brengt, naar Chez Manu. De rit van een kwartier is de moeite waard, gezien het weidse uitzicht over de Baai van Ushuaia en het Andesgebergte, en het menu van Chez Manu, dat op de Franse keuken is geïnspireerd. Op de kaart staan gerechten met plaatselijke ingrediënten als koningskrab en lamsvlees uit Patagonië.
Om je in te lezen: In de brochure Information for Visitors to South Georgia 2015/16 (van de regering van Zuid-Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden, 2015) lees je alles over de strikte regels die toeristen in acht moeten nemen om de unieke flora en fauna en het culturele erfgoed van Zuid-Georgia te beschermen.
Handige links: Government of South Georgia & the South Sandwich Islands en South Georgia Museum
Leuk om te weten: In 1912 stonden er inmiddels zeven walvisvaartstations op Zuid-Georgia, waardoor dit eiland tot de ‘walvisvaarthoofdstad van het zuidelijk halfrond’ werd. Tot de eerste walvisvaarders hier behoorde een aanzienlijke groep Zuid-Afrikaanse Zoeloes, van wie velen in walvisvaartstations in Natal en Angola hadden gewerkt. Ook andere werkers van Afrikaanse afkomst meldden zich, onder wie verstekelingen uit Kaapverdië. De geschiedenis van Zuid-Georgia’s Afrikaanse connectie wordt ontvouwt in een nieuwe expositie in het South Georgia Museum.
Reis met ons mee: Antarctica, Zuid-Georgia en de Falklandeilanden
Foto door Foto: Frans Lanting, National Geographic Creative