8x Plekken waar dieren de baas zijn

Dit geïsoleerde meer vol met kwallen voor de rotsachtige kust van Palau, was ooit verbonden met de Stille Oceaan. Toen het zeeniveau voor de IJstijd steeg, kwamen de kwallen vast te zitten in het meer waar ze nu inmiddels al 12.000 jaar leven. Gedurende de dag volgen ze het pad van de zon en migreren ze van de ene naar de andere kant van het meer. Je kunt veilig in de kwallenpoel ronddobberen: hoewel de holtedieren kunnen steken, zijn hun tentakels zo klein dat je ze niet voelt.
Ooit diende het eiland Õkunoshima als geheime gasfabrikant voor de Tweede Wereldoorlog en dienden tientallen arme konijnen als proefdieren. Nu is het 's werelds beste plek om met de lieve beestjes te knuffelen. Er bestaan verschillende theorieën over de afkomst van de dieren. Eén daarvan is dat Japanse schoolkinderen in 1971 acht konijnen in Õkunoshima hebben vrijgelaten. Eén ander luidt dat de konijnen na de oorlog zijn vrijgelaten en zich hebben voortgeplant tot het huidige aantal dat in de duizenden ligt. Wees tijdens je bezoek wel gewaarschuwd: je loopt een grote kans om heel veel schattige konijntjes te moeten aaien
In Indonesië regeren de grootste hagedissen ter wereld, de komodovaranen, het Nationaal park Komodo. Het park dat in totaal 29 eilanden beslaat waaronder het beroemde Komodo-eiland, werd in 1980 opgericht om komodovaranen en hun leefomgeving te beschermen. Op dit moment leven er ongeveer 5500 van deze vleesetende reuzen op de Indonesische eilanden. De reptielen kunnen maar liefst drie meter lang worden en eten naast insecten, vogels, zoogdieren, ook paarden, geiten en wilde zwijnen. Pas op als je met kinderen het park bezoekt: de dieren kunnen in enkele seconde hun maximale snelheid van twintig kilometer per uur bereiken en 'hun prooi' aanvallen.
Voorheen een Maori-begraafplaats, nu het thuis van duizenden jan-van-genten: het Nieuw-Zeelandse Gannet Island. Het eiland ligt twintig kilometer voor de westkust van het plaatsje Kawhia op het Noordereiland. Hoewel de zeevogels niet migreren, vliegen ze vlak na hun geboorte naar Austalië en overbruggen ze een afstand van maar liefst drieduizend kilometer. Het is dan ook niet zo gek dat maar 25 á 30% van de jonge jan-van-genten de uitputtende vliegtocht doorstaat. De vogels die de overkant halen, verblijven gemiddeld drie jaar aan de oostkust van Australië en keren daarna weer terug naar hun geboorteland.
De zoete zwemmende varkentjes die de wateren van het onbewoonde eiland Big Major Cay in Bahamas onveilig maken, zijn bij veel toeristen geliefd. De vriendelijke dieren leven in vrijheid op het eiland en spenderen hun tijd door met zonnebaden, slapen in de schaduwen van de amandelbomen en zwemmen tussen de tropische vissen. Hoewel het onbekend is hoe het twintigtal varkens op het eiland terecht is gekomen, wordt er gespeculeerd dat een groep matrozen de dieren op het eiland heeft achtergelaten, met de bedoeling om ze later op te eten. Gelukkig zijn de zeelieden nooit meer teruggekeerd en worden de dieren met liefde behandeld door de bewoners en toeristen.
Miljoenen krabben die een heuvelachtig eiland compleet rood bedekken: de veertig á vijftig miljoen kreeftachtigen op het Australische Christmaseiland zijn een waar fenomeen. In oktober en november trekt de rode meute vanuit de bossen richting de zee om te migreren – één vrouwtje kan maar liefst 100.000 eitjes broeden. Voor één van ’s werelds spectaculairste verplaatsingen zijn er zelfs een brug en 31 tunnels aangelegd. Ook worden er tijdens de migratie enkele wegen afgesloten voor de 1500 mensen die op het eiland wonen.
Op het Japanse eiland Tashirojima gelooft de bevolking dat het voeden van katten resulteert in rijkdom en geluk. Het is dan ook niet gek dat er op het eiland meer zwerfkatten dan inwoners rondlopen. Hoewel er vijftig jaar geleden nog ruim duizend mensen op ‘Cat Island’ leefden, ligt dat aantal nu rond de honderd. Door de grote afname zijn de overgebleven burgers de katten nóg beter gaan behandelen en beschermen, en zijn honden er niet meer welkom. Ondanks de krimpende populatie is Cat Island een populaire toeristische attractie geworden: de katten lijken dus echt geluk te brengen.
De adembenemende Falklandeilanden ten oosten van Zuid-Argentinië zijn het thuis van duizenden schattige pinguïns. Er leven vijf soorten op de eilandengroep, waarvan de konings- en ezelspinguïns er permanent leven en de Magelhaen-, rotsspringer- en macaronipinguïns de 420 (!) eilanden alleen in de zomermaanden bezoeken. Naast de zwart-witte vogelsoorten wonen er op Falklandeilanden ook tussen de 2500 en 3000 mensen en maar liefst een half miljoen schapen: een uiteenlopende bevolking dus!