Amerika in vogelvlucht

Benito en Luisa werkten samen in de bediening in een Californisch restaurant dat helemaal in de stijl van de jaren ’50 is ingericht. Er was geen enkele gast in het restaurant toen ik binnenkwam om een hamburger te eten. Zodra Luisa mijn camera’s zag, ontstond er een spontane fotosessie waarin de licht tegenstribbelende Benito werd meegesleurd. Luisa vertelde dat ze naar Amerika was gekomen om filmster te worden. Ik weet niet of dat is gelukt. Fotogeniek is ze in elk geval wel...
Iedereen kent New Orleans van de jazz, de Cajunmuziek, crawfish gumbo, voodoo, Bourbon Street en van ‘alles doen wat elders in Amerika niet kan of mag’. Ik hou in de eerste plaats van New Orleans omdat het de stad is waar mijn vrouw vandaan komt. Eigenlijk is dit een eenvoudige foto van een doodgewone streetcar op Canal Street. Toch roept het beeld door de palmen, de reflecties op het natte wegdek, de zomerse onweersbui en de rode huid van de tram, een zwoele New Orleans-sfeer op. Bovendien gaat de tram naar het kerkhof!
In 2013 ontmoette ik Lauren Greyhawk in Ohkay Owingeh, een pueblo in New Mexico, tijdens een dansfeest ter ere van Johannes de Doper. Lauren had de hele dag gedanst en gezongen onder een gloeiend hete zon. Hij was moe, maar zijn uitstraling was zo intens en zo melancholiek dat ik hem gewoon moest fotograferen. Dit portret heeft inmiddels op de covers van verschillende tijdschriften gestaan. In 2014 heb ik – op uitnodiging van Laurens familie – het hele dansfeest opnieuw gefotografeerd en voor de pueblo een fotoboek samengesteld.
Death Valley in Californië is officieel de heetste plek op aarde. In 2013 werd hier een temperatuur geregistreerd van 58,3 °C. In zomermaanden tref je hier alleen een handjevol, voornamelijk Europese toeristen aan die willen weten hoeveel hitte ze kunnen doorstaan voor ze gedwongen zijn te vluchten naar de airco in hun hotelkamer. Deze boom symboliseert iets wat je in Amerika vaak hoort: ‘If it doesn’t kill you, it will make you stronger.’ Hoewel ik zelf van het sappige, Friese platteland kom, is de kurkdroge Death Valley mijn favoriete plek in Amerika om te fotograferen.
Soms stuit je als fotograaf op hoogst merkwaardige visuele momenten. Dit jongetje probeert licht en kleuren te vangen met zijn mobieltje. Het zonlicht is gefractioneerd door glazen prisma’s in de hal van het National Museum of the American Indian in Washington, D.C.
Lake Fausse Point staat vol eeuwenoude, met Spaans mos bedekte cipressen. Dit is de meest magische plek die ik ken in de VS. Het meer ligt in het grote Atchafalaya Swamp van Louisiana en duikt herhaaldelijk op in films, onlangs nog in 12 Years A Slave. Ik heb dit gebied meerdere keren doorkruist in de boot van Roy Blanchard, een 74-jarige Cajun en levensgenieter die zijn hele leven vult met vissen en jagen en het vertellen van sterke verhalen waarin hij steevast uit bomen valt en bedreigd wordt door alligators.
Toen ik deze jonge vrouw ontdekte in een van de hutten op de Plymouth Plantation, het nagebouwde dorp van de Pilgrim Fathers in Massachussetts, had ik direct associaties met 17de-eeuwse Nederlandse schilderijen. Het licht van boven was perfect. De kleuren ook. Alleen het poseren wilde absoluut niet lukken. Gelukkig kwam onverhoeds een collega binnenlopen met een verse pot thee. Mijn model, blij dat de sessie werd onderbroken, draaide zich opgelucht om naar de deur en plotseling keek ze precies zoals ze moest kijken en viel alles in beeld op zijn plaats.
Langs Route 66 kom je vooral Fransen tegen. Het is voor mij een groot mysterie waarom de Fransen hun neus ophalen voor de Amerikaanse cultuur, maar tegelijk weglopen met Clint Eastwood, Woody Allen, Elvis Presley en Route 66. Dit is een groepje Fransen die tegen zonsondergang met hun huurauto stoppen bij Roy’s Gas, een benzinestation annex café in Amboy aan Route 66. Amboy zou nu nog vier inwoners tellen.
Elke eerste maandag van september staat Brooklyn op zijn kop door de West Indian Parade, de grootste parade van New York. In de nachtelijke uren voorafgaande aan dit Caribische carnaval trekt er echter een nog veel ruigere optocht door de straten van Brooklyn: Jouvert. Bij de Jouvert Parade bestoken jeugdige deelnemers elkaar met verf en gekleurde poeder onder begeleiding van West-Indische bands op vrachtwagens. Deze nachtelijke uitspatting levert naast spectaculaire beelden ook een fikse rekening op voor het schoonmaken van een camera.
Oké, het Blue Swallow Motel in Tucumcarri, New Mexico is waarschijnlijk al meer dan een miljoen keer in beeld gebracht door fotografen en passerende toeristen. Om er toch weer iets anders van te maken, heb ik twee avonden gewacht op het mooiste licht, de donkerste hemel, de fraaiste rode achterlichten en een paar toevallige voorbijgangers die iets interessants lijken te doen. Het merkwaardige is dat ik het silhouet van een zwaluw ontwaar in de wolken boven het motel. Zal wel een geval van wishful seeing zijn.