Hoe deze dieren Halloween-iconen werden

Als enige vliegende zoogdier werd de vleermuis traditioneel gezien als een raadselachtig – en mogelijk kwaadaardig – wezen. “Ze lijken op weerzinwekkende ratten, maar dan met vreemde vleugels met klauwen eraan. Ze kunnen zich als in een donkere cape in die vleugels hullen en ze hangen ondersteboven in bomen.” Op de foto: goudmantelvleerhond (Pteropus pumilus) in de Columbus Zoo.

“Spinnen zijn normaliter zwart of grijs en verbergen zich overdag. Ze weven hun web vaak in donkere uithoeken en op verlaten plekken waar geesten kunnen rondwaren. Spinnen waren ook gevreesd om hun giftige beet.” Op de foto: wolfspin (Hogna carolinesis) in het Archbold Biological Station in Venus, Florida.

“In het oude Rome en het middeleeuwse Europa geloofde men dat heksen zich in uilen veranderden om bij nacht te kunnen vliegen. Het gekrijs van een uil was een voorteken van onheil: zowel de dood van Julius Caesar als die van keizer Augustus zou zijn aangekondigd door de roep van een uil. Om het kwaad af te weren spijkerden de Romeinen een dode uil op de deurpost, en dit gebruik bleef nog tot in het negentiende-eeuwse Engeland bestaan.” Op de foto: zuidelijke witwangdwergooruil (Ptilopsis granti) in de Houston Zoo.

“Katten, vooral exemplaren die zo zwart als de nacht waren, werden in het middeleeuwse Europa gezien als trawanten van heksen; sommige mensen geloofden zelfs dat heksen als zwarte katten werden herboren.” Op de foto: zwarte kat (Felix domesticus) in Burwell, Nebraska.

“Padden werden vanwege hun wrattige huid niet alleen als onaangename beesten beschouwd maar evenals slangen gevreesd om hun giftige lichamen. De oude Grieken en Romeinen geloofden dat padden twee levers hadden: de ene vol dodelijk gif en de andere met tegengif. Dus werden padden gedurende de oudheid, in de middeleeuwen in Europa en ook daarna nog vaak gebruikt bij magische bezweringen en hekserij. “In het zeventiende-eeuwse Frankrijk waren padden een veelgebruikt ingrediënt in gifrecepten die bij een hele reeks complotten rond zwarte magie en satanische riten werden ‘ontdekt’. Deze associatie met gif en toverkunst bezorgde padden de slechte naam die ze soms nog steeds hebben.” Op de foto: de paddensoort Incilius coniferus of Bufo coniferus, gefotografeerd in de Atlanta Zoo.

“Met hun glanzend zwarte veren, doordringende ogen en gewoonte om zich met aas te voeden is het geen wonder dat raven en kraaien traditioneel in verband werden gebracht met hekserij en duisternis.” Op de foto: Amerikaanse kraai (Corvus brachyrhynchos) in het Sutton Avian Research Center in Bartlesville, Oklahoma.

“In de oudheid wist men dat ratten in groten getale bezitnamen van verlaten, smerige of vervallen plekken, waar het kon spoken. Deze nachtelijke en schuwe diertjes werden in vroegere tijden ook gevreesd om hun associatie met epidemieën en plagen.” Op de foto: zwarte rat (Rattus rattus) in het Sutton Avian Research Center in Bartlesville, Oklahoma.

“Moderne experts in volksgeloven wijzen erop dat nachtuilen, raven, kraaien en vleermuizen allemaal hebben bijgedragen aan het beeld van de spookachtige Strix, een angstaanjagend wezen waarvoor de Romeinen en de Italianen in de middeleeuwen enorm bang waren. Ovidius en meerdere andere antieke auteurs omschreven de Strix als een vraatzuchtige nachtvogel met een grote kop en doordringende ogen, een nietsontziende en verscheurende snavel en afgrijselijke klauwen. Het was een onheilspellend voorteken om in de kleine uurtjes het gekrijs van de Strix te horen. Het beest zou ook mensen aanvallen die er ’s nachts alleen op uit trokken, vooral kinderen.” Op de foto: bruine bosuil (Strix leptogrammica) in een boom.