Voor zover ze al een romantisch of lief imago hebben, is dat volkomen onterecht. Vechtersbazen zijn het, die roodborsten. Een aangename kant van hun karakter is dat ze de hele winter door zingen, maar dat doen ze dus niet voor hun plezier, laat staan voor het onze.
De roodborst is een van de weinige vogelsoorten die ook in de winter een territorium verdedigt door middel van zang. En dan tolereren ze geen enkele soortgenoot in de buurt, zelfs niet van het andere geslacht. De zang van de roodborst blijkt in de loop der jaren te zijn beïnvloed door de mens, of beter gezegd: door het lawaai en de lichtvervuiling die door de mens worden veroorzaakt.
Op plaatsen waar zowel veel nachtelijk kunstlicht als verkeerslawaai is, gaat de roodborst steeds vroeger zingen, blijkt uit onderzoek van ecoloog Wouter Halfwerk van de Vrije Universiteit in Amsterdam. “Dat gaat inmiddels zo ver dat er al heel veel plaatsen zijn waar de roodborst de hele nacht door blijft zingen”, zegt Halfwerk.
Of dat schadelijk is voor de soort, moet nader onderzoek uitwijzen. Voor andere soorten blijkt dat wél het geval te zijn. Eerder al stelde Halfwerk vast dat koolmezen in een lawaaiige omgeving kleinere legsels hebben en minder uitvliegende jongen.
Hoe dan ook is de kans groot dat de vogel die in deze tijd van het jaar ’s nachts op de lantaarnpaal zo mooi zingt, een roodborst is.
Volg het jaar van de vogel bij National Geographic! Dit verhaal is ook te lezen in het februarinummer van National Geographic Magazine.