Dit verhaal is tot stand gekomen in samenwerking met Visit Andorra.
Ben jij een echte outdoorliefhebber? Dan moet je in de zomer toch echt eens naar Andorra. Het bergachtige dwergstaatje staat bekend om zijn hoge pieken, schone lucht en uitdagende wandel- en fietsroutes. We geven je vijf tips om daar optimaal van te genieten.
1. Bezoek een beschermd natuurgebied
Met drie beschermde natuurgebieden is het duidelijk dat natuurbehoud en ecotoerisme een belangrijke rol spelen in Andorra. De zomer is het perfecte moment om de fauna en flora in deze gebieden te ontdekken.
Zo vind je in de Sortenyvallei meer dan zevenhonderd bloemen- en plantensoorten, een botanische tuin en wilde dieren, zoals de Pyrenese gems. In de Comapedrosavallei ligt de hoogste bergtop van het land: de Pic de Comapedros is maar liefst 2942 meter hoog.
Het grootste beschermde natuurgebied – meer dan veertigduizend hectare – is de Madriu-Claror-Perafitavallei. Dat staat zelfs op de werelderfgoedlijst van Unesco, zowel vanwege de natuurlijke als culturele waarde.
2. Bedwing een van de 21 bergpassen
Het is niet voor niets dat veel profwielrenners in Andorra wonen. Het land is met meer dan 21 bergpassen en zeshonderd kilometer aan mountainbikeroutes een waar fietsparadijs. Een van de zwaarste beklimmingen is de Coll de la Gallina (1910 meter), bekend uit de Ronde van Spanje. Vanuit Aixovall is de gemiddelde stijging bijna twaalf kilometer lang ruim boven de acht procent.
Ook de Port d’Envalira (2408 meter) is met een lengte van 26,5 kilometer en een gemiddelde stijging van vijf tot zes procent een mooie uitdaging. Dat geldt ook voor de haarspeldbochten van Coll d’Ordino (1980 meter). Welke klim je ook pakt, eenmaal boven wacht dezelfde beloning: een grandioos uitzicht.
3. Loop een GR-route
Er lopen vijf GR-routes door Andorra, langeafstandswandelingen die je in meerdere dagen het mooiste van het berglandschap laten zien. Misschien wel de moeilijkste van allemaal is de GRP van Andorra, die met 107 kilometer bijna de volledige omtrek van het land volgt. In zeven etappes van tussen de twaalf en twintig kilometer, met overnachtingen in berghutten, is het de meest intense manier om het land te leren kennen.
Andere routes die een prachtig beeld van Andorra geven: de GR-11, bekend als de Trans-Pyreneeënroute, loopt zo’n 28 kilometer door het land. De GR-7 doorkruist Andorra in 44 kilometer, van oost naar zuid.
Of wat te denken van de vijf etappes van de Coronallacsroute, die bijna 6500 hoogtemeters telt. De uitdagende hike leidt langs bergpassen, gletsjermeren en hooggelegen valleien. Overnachten doe je in berghutten langs de route, waar je op prachtige locaties even met de benen omhoog kunt zitten.
4. Geniet van het uitzicht bij een bergmeer
Wie Andorra te voet doorkruist, komt vanzelf een bergmeer tegen: je vindt er meer dan tachtig. Stuk voor stuk met kristalhelder water en bijna allemaal liggen ze op meer dan tweeduizend meter hoogte.
Na een lange hike kun je bijvoorbeeld pauzeren bij Estanys de Tristaina of Estanys de Juclar, het grootste natuurlijke meer van het land. De meren zijn ontstaan door gletsjeractiviteit in de ijstijd en zelfs in de zomer is het water slechts tussen de tien en vijftien graden Celsius.
5. Overnacht hoog in de bergen
De bijzonderste accommodaties in Andorra vind je op de meest afgelegen plekken. Borda de Sorteny bijvoorbeeld, een berghut op 1965 meter hoogte in de Sortenyvallei. Tussen juni en eind september (en in oktober in de weekenden) kun je hier terecht voor een nacht ver weg van de bewoonde wereld.
Een nog hogere hut is Juclà, een verblijfplaats op 2310 meter hoogte waar je alleen te voet kunt komen. Maar de hoogste – en ook de nieuwste – berghut van Andorra ligt op 2488 meter: refugi de l’Illa. Midden in het door Unesco beschermde natuurpark.
Ook kampeerders kunnen in Andorra hun hart ophalen. Je vindt er glampings maar ook eenvoudige kampeerplekken waar je midden in de natuur slaapt.
Meer weten over reizen naar Andorra? Bekijk dan de website van Visit Andorra of ga naar Instagram.