Over Roland le Fartere is niet veel bekend. Hij werd geboren in de twaalfde eeuw en diende aan het hof van koning Hendrik II van Engeland (of misschien aan dat van Hendrik I, daarover zijn de meningen verdeeld). Roland was minstreel en hofnar en ontving in ruil voor zijn diensten een landgoed in Suffolk met twaalf hectare grond – een schappelijke vergoeding voor een minstreel van zijn statuur.

Roland was de bijzondere eer beschoren om elk jaar met kerstmis voor het koningshuis op te treden. Tijdens de kerstoptocht van het hof deed Roland een dans die eindigde met ‘unum saltum et siffletum et unum bumbulum’: ‘één sprong en fluitje en één scheet’. Roland le Fartere staat in de Nederlandse geschiedenisboeken bekend als Roland de Rufter. Roland was professioneel schetenlater, of petomaan, aan het Engelse hof.

Wat hield het beroep van minstreel in?

Dat de middeleeuwse minstreel van alle markten thuis moest zijn, moge dus duidelijk zijn. Hoewel minstrelen vanaf de zestiende eeuw alleen nog muziek maakten, was hij in de Middeleeuwen een performer in de breedste zin van het woord.

In een dertiende-eeuws gedicht wordt een goede minstreel omschreven als iemand die ‘goed kan spreken en rijmen, grappig is, het verhaal van Troje kent, een appel op de punt van een mes kan balanceren, kan jongleren, door hoepels kan springen en citole, mandoline, harp, viool en psalterium kan spelen’. Verder wordt hem geadviseerd vogels te leren imiteren. Je weet tenslotte maar nooit.

De minstreel als opiniemaker

Het woord minstreel is afkomstig van het Latijnse ministralis, dat bediende betekent. Over het algemeen werd er in de Middeleeuwen weinig onderscheid gemaakt tussen een bediende die schoonmaakte of kookte, en eentje die zijn eigen muziek componeerde. De kunsten, die in de Middeleeuwen een aantal bizarre trends doormaakten, genoten klaarblijkelijk weinig aanzien aan het hof: de minstreel bevond zich onderaan de sociale ladder.

Toch konden de liedteksten van de minstreel ook van politieke betekenis zijn. In een tijd waarin de georganiseerde nieuwsvoorziening beperkt was, was het de minstreel die het lokale nieuws verspreidde, als een soort journaal op muziek. Minstrelen zongen bijvoorbeeld over gebeurtenissen in nabijgelegen middeleeuwse steden – en dreven er niet zelden de spot mee. Zo oefende de minstreel grote invloed uit op de publieke opinie, vergelijkbaar met hoe middeleeuwse postbezorgers dat deden.

Een satirische scheet

Overigens vinden veel mythes over de Middeleeuwen hun oorsprong in de optredens van minstrelen en andere middeleeuwse performers. Zo was de kuisheidsgordel (een soort onderbroek van metaal die als seksueel disciplineringsinstrument moest dienen) ooit een grappige rekwisiet in een voorstelling van een hofnar. Ook het dansje van Roland de Rufter was waarschijnlijk satirisch van aard. Toch zijn sommige van deze grapjes de geschiedenisboeken ingegaan als middeleeuwse realiteit.

Nog niet uitgelezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.