Het is vreemd, maar ik moet nog vaak aan hem denken. Willy, het rendier dat ik enige jaren geleden in Oost-Finland heb ontmoet. Ik was daar voor een reportage over het spotten van bruine beren in het dunbevolkte grensgebied tussen Finland en Rusland. Het waarnemen van bruine beren in de vrije natuur van Europa was natuurlijk een geweldige belevenis. Maar het is altijd Willy die in mijn herinnering aan deze trip naar voren komt.
De berensafari’s vonden in de avond plaats, dus overdag doodde ik de tijd door een stukje bij het Wildlife Centre Martinselkonen in het uitgestrekte bos te lopen. Het was voorjaar en overal lag nog sneeuw. Ik liep door het stille bos en hoorde plotseling gestommel achter mij. Ik werd gevolgd. Ik schrok en draaide me verschrikt om. Achter me stond een rendier dat onmiddellijk zijn pas inhield. ‘Hallo,’ zei ik, ‘ wat doe jij hier?’ Het beest keek me trouwhartig aan. ‘Loop je mee?’ vroeg ik. Ik vervolgde mijn weg en inderdaad liep het grote dier achter me aan. Als ik stopte, hield hij ook in. Als ik mijn weg vervolgde, hoorde ik zijn hoeven door de sneeuw klauwen. De hele route volgde hij me en toen ik bij de grenspost terugkwam bleef hij bij de ingang staan.
Toen ik binnen vertelde wat mij was overkomen, vertelde eigenaar Markku Määttä me dat Willy het huisrendier was. Hij was oud en werd niet meer ingezet voor sledentochten. Hij sleet zijn leven rond het gebouw en sloot snel vriendschap met de gasten. Ik raakte aan Willy gehecht in de dagen dat ik in Martinselkonen verbleef. Zodra ik een stap buiten de deur zette, meldde hij zich; als ik op een boomstronk ging zitten, vleide hij zich op de grond naast me neer. Ik kon hem aanhalen en op zijn rug kloppen, hij liet alles met een zekere tevreden gelatenheid toe. Op al mijn verdere wandelingen werd ik door hem vergezeld.
Willy was de ideale vriend: loyaal, vriendelijk en opgewekt. Hij zeurde nooit en was altijd bereid naar mijn verhalen te luisteren. Toen onze reportage na een paar dagen klaar was en we bij Martinselkonen vertrokken, heb ik speciaal afscheid van hem genomen. Ik ben naar hem toegelopen, heb zijn grote kop gepakt en hem diep in zijn grote bruine ogen gekeken. ‘Ik ga jongen, ik vond het leuk je ontmoet te hebben.’