We lopen al de hele middag achter twee gidsen aan: met een hakmes banen ze zich een weg door het oerwoud en wijzen ze ons de weg. Zo nu en dan stoppen ze om ‘oeh oeh’ geluidjes te maken, tot onze verbazing horen we vanuit de verte een antwoord dat ons naar een boom toe lokt, waar bovenin een gorillafamilie vredig van de lunch geniet.
Bovenin zit de imposante zilverrug. Hij plukt enthousiast takken van de boom en propt de bladeren in zijn mond. Korrelige overschotten van zijn maaltijd komen op onze schouders terecht, maar wij zijn te zeer onder de indruk om er iets van te merken. Op de onderste tak zitten twee kleine aapjes met elkaar te spelen en een tak daarboven zit de moeder die een oogje in het zeil houdt. Na een tijdje klimmen de kleintjes naar beneden en voor onze voeten gaan ze verder met hun spel.
Daarna volgt ook mama, ze glijdt naar beneden en gaat languit op haar buik liggen. Haar robuuste kin steunt op haar grote handen terwijl ze liefdevol toekijkt hoe de kleintjes liggen te rollebollen. Nu komt ook meneer zilverrug zich bemoeien, zijn enorme lijf doet de hele boom schudden wanneer hij van de ene naar de andere tak springt. Hij stapt over op een dunnere boom en glijdt naar beneden, de boom buigt ver voorover en lijkt net niet te zwelgen onder het gewicht. Dan loop hij rustig, met een inspecterende blik, een rondje rond zijn familie – alsof hij zijn territorium wilt afbakenen.