De Oostzee: de vaarroute die West-Europa en Rusland met elkaar verbindt, het thuiswater van Vikingen en het toneel van verschillende scheepsroven en zeeslagen.
Zo kochten Nederlanders in de Middeleeuwen bijvoorbeeld veel hout, bier en graan op bij de Duitse adellijken, die in de omliggende landen van de Baltische Zee goedkoop graan lieten verbouwen door gehorige boeren en is er steeds meer bewijs dat, naast Gotland, het Estse Saaremaa een belangrijk eiland in de geschiedenis van de Vikingen is.
In het jaar 2002 werd zelfs een Nederlands schip in de Baltische Zee gevonden dat zo goed bewaard is gebleven dat twee van de drie masten nog overeind staan en in de kajuit nog de spullen van de schipper rondslingerend gezien kunnen worden. Daarnaast maakt de aanwezigheid van de vele kleine eilanden en zandbanken in de Oostzee – die redelijk smal is en vermoedelijk is ontstaan uit een rivier – dat veel schepen hier schipbreuk hebben geleden en delen van hun vracht zijn verloren.
Op de zandbanken strandden de vele schepen ook zeker niet alleen per ongeluk. Zogeheten strandrovers maakten dankbaar gebruik van de kansen die de ondiepe zeebodem hen bood. Valse vuurtorens werden geplaatst op de banken en lieten schepen vastlopen, waarna de strandrovers de schipbreukelingen konden gaan ‘redden’ en de vracht buit maakten. Volgens de maritieme wetgeving van het Russische tsaardom van 1781 kreeg de redder namelijk een zesde van de waarde van de vracht.
Naast de culturele geschiedenis kenmerkt het zeegebied zich door een bijzondere ecologie. Het water in de Oostzee is samengesteld uit zout water uit de Atlantische Oceaan en zoet water uit de meer dan 200 rivieren die in de zee uitmonden en water uit verschillende gebieden aanvoeren.
Dit maakt de zee, die tevens de jongste zee van de wereld is, een van ’s werelds grootste brakwaterlichamen. Die samenstelling maakt de Oostzee kwetsbaar, maar creëert ook een leefomgeving voor unieke flora en fauna. Naast gewone zeehonden vind je er ringelrobben en bruinvissen, spiering, zeeforel, aal en zalm.
De geschiedenis en de unieke flora en fauna maken de Oostzee zo tot een groot onderwatermuseum. Met dit idee zijn Estland, Zweden en Finland aan de slag gegaan om een project op te zetten dat enerzijds de vele scheepswrakken op de bodem van de Oostzee zal conserveren en anderzijds de rijke onderwaterhistorie toegankelijk maakt voor bezoekers: BALTACAR (Baltic History Beneath Surface: Underwater Heritage Trails In Situ and Online).
Op verschillende plaatsen in de Oostzee zijn en worden scheepswrakken klaargemaakt om door recreatieve duikers bezocht te kunnen worden.
Het Dalarö Dive Park voor de kust bij Stockholm was al een populaire bestemming voor duikers, maar is nu nog meer uitgebreid en opgeknapt. Daarnaast zijn er tot nu toe 7 andere scheepswrakken voor de kust van Finland en Estland opengesteld voor duiktrips.
Op www.balticunderwater.com is een interactieve kaart te vinden en via dezelfde website of www.adventurecenter.ee/en/ kunnen meerdaagse tours geboekt worden, vaak inclusief overnachting in de ongerepte natuur. Een PADI behalen via de organisatie behoort ook tot de mogelijkheden.