Dit artikel verscheen in National Geographic Traveler editie 1, 2020.

Op het eerste gezicht is het een strand als alle andere – een plaatje uit een reisgids. De zee is prachtig blauw, de zon schijnt uitbundig en de lucht versmelt aan de horizon met het water. Maar achter deze plek gaat veel meer schuil. In de Oudheid wist iedereen het: hier bij de Rots van Aphrodite (Petra tou Romiou), aan de zuidkust van Cyprus, is Aphrodite geboren, de godin van de liefde.

Sandro Botticelli heeft deze gebeurtenis verbeeld in zijn beroemde schilderij De geboorte van Venus (ca. 1485). Het is te bewonderen in het Uffizi-museum in Florence en voldoet aan alle schoonheidsidealen van de Renaissance. Op een schelp staat zij aan de rand van de zee, naakt, maar met handen en haar op de juiste plekken om haar schaamte te bedekken. Rond haar dansen de Horen, godinnen van de seizoenen. Een van hen komt aangesneld met een mantel om Venus te vrijwaren van onkuise blikken.

Wat Botticelli echter niet vertelt, is wat er voorafging aan deze scène. Ruim 2300 jaar vóór de schilder verhaalt de Griekse dichter Hesiodos, een tijdgenoot van Homerus, hoe Aphrodite werkelijk werd geboren – een nogal gewelddadige gebeurtenis. De god Kronos greep vanuit een hinderlaag zijn vader Ouranos bij diens geslachtsdelen. Met een getande sikkel sneed hij ze af en wierp ze in de zee. Uit het vrijgekomen bloed en zaad, dat zich vermengde met het schuim van de golven, werd Aphrodite geboren.

Geschenk uit de hemel

Als liefhebber van de Oudheid en klassieke archeologie in het bijzonder, vind ik het geweldig om de plaatsen te bezoeken waar duizenden jaren geleden al mensen en goden huisden. Noem het gerust een bedevaart. Veel van die reizen maak ik in mijn hoofd, geïnspireerd door de mythologie en de werken van antieke auteurs. Moeiteloos leg ik zo duizenden kilometers af – volledig klimaatneutraal. En met evenveel gemak ga ik tweeduizend jaar terug om een goed gesprek te voeren met bijvoorbeeld Augustus en Livia in hun paleis op de Palatijn.

Zwarte steen die de Grote Godin verbeeldt in Palaepaphos
Zwarte steen die de ‘Grote Godin’ verbeeldt in Palaepaphos.
Servaas Neijens

Toch gaat er niets boven een fysiek bezoek. Ik geniet van plekken als Petra tou Romiou, van de geboortegrot van Zeus op Kreta, het eiland Delos waar Apollo en zijn tweelingzus Artemis ter wereld kwamen, of de Olympus waar de godenfamilie woonde. Voor de mensen uit de klassieke wereld waren dit heilige plaatsen. Vaak staan er indrukwekkende tempels die werden opgericht om de cultus van de godheid te vieren. Voor mij zijn het plekken waar ik me thuis voel. Mythen en legenden komen er tot leven. De geur van rozemarijn, het geluid van een krekel, de lichtval op een zuil: ze maken dat ik niet meer naar het verleden hoef te zoeken, ik ben er al.

Zo ook op Cyprus, waar ik in september van dit jaar was met een klein reisgezelschap. Niet ver van het strand van Petra tou Romiou ligt het antieke Palaepaphos, dat de moderne naam Kouklia draagt. Hier bevond zich sinds de 12de eeuw v.Chr. een heiligdom waar de ‘grote godin’ werd vereerd. Misschien wel veel langer, want al in het 4de millennium v.Chr. werden op Cyprus prachtige beeldjes van een vruchtbaarheidsgodin gemaakt. Ze werden uitgevoerd in picroliet, een inheemse groene steensoort uit het Troödos-gebergte, dat als een hoge, beboste oase dwars over het eiland loopt.

Het onderwerp van de cultus in Palaepaphos was een zwarte, piramidevormige steen van ongeveer een meter hoog en aan de basis zestig centimeter breed. De gedaante waarin de grote godin uit Paphos werd vereerd lijkt in niets op de vrouwelijke gestalte die Aphrodite in later eeuwen werd aangemeten. Ik probeer me dan ook voor te stellen wat de bewoners van Palaepaphos hebben gezien in de steen, die nu in een klein museum staat vlak bij de plek waar hij in 1888 werd gevonden. Een van mijn reisgenoten, Ruurd Halbertsma, hoogleraar museale aspecten van de archeologie en conservator van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, heeft een idee daarover. Wat als het een meteoriet is, letterlijk een geschenk uit de hemel? Dat zou verklaren waarom deze op zich niet heel bijzondere steen zo werd vereerd. Binnenkort wordt door de oudheidkundige dienst van Cyprus een geologisch onderzoek uitgevoerd om deze vraag te beantwoorden.

Overspelig

De godin van de liefde heeft veel sporen op het eiland nagelaten. In de 2de eeuw n.Chr. schreef de Griekse aardrijkskundige Pausanias zijn beroemde ‘reisgids’ Beschrijving van Griekenland. Daarin vertelt hij over een, ook voor hem, grijs verleden. Agapenor, de koning van Arcadië, voer na de Griekse overwinning in de Trojaanse Oorlog met zestig schepen naar huis en belandde door een storm op de kust van Cyprus. Toen hij in Palaepaphos de cultus voor de Grote Godin zag, herkende de koning daarin Aphrodite en stichtte hij een heiligdom voor haar.

Figuur van picroliet 4de3de millennium vChr h 66 cm Department of Antiquities Cyprus
Figuur van picroliet, 4de-3de millennium v.Chr., h. 6,6 cm. Department of Antiquities Cyprus.
Department of Aniquities Cyprus.

Overal op het eiland kom ik haar cultus tegen, bijvoorbeeld in Amathus. Daar ligt boven op een heuvel haar tempel. Er werden hier twee enorme vazen gevonden waarin water werd opgeslagen voor de cultus. Een ervan, met een gewicht van veertienduizend kilo, werd door de Fransen geroofd en naar het Louvre gebracht. De andere is gebroken. Op de plaats van de eerste vaas staat nu een moderne kopie, met een doorsnede van vijf en een hoogte van 1,85 meter.

Volgens de Romeinse schrijver Macrobius zou in het heiligdom ook een mannelijke versie van Aphrodite zijn vereerd: Aphroditos. In zijn bundel Saturnalia schrijft Macrobius: ‘Er is op Cyprus ook een standbeeld van Venus met een baard en met vrouwelijke vormen en kleding, met een scepter en mannelijke geslachtsdelen, en zij zien haar als zowel mannelijk als vrouwelijk.’ Onwillekeurig moet ik aan het Eurovisie Songfestival denken.

De sculpturen van Aphrodite die ik in Cypriotische musea zie, zijn echter honderd procent vrouwelijk. Het valt op hoe sterk een marmeren Aphrodite uit het Cyprus Museum in Nicosia lijkt op de verbeelding van Botticelli. In de kunstgeschiedenis heet dit type beeld ‘Aphrodite Pudica’, de kuise of beschaamde. Maar wat zullen de ‘gewone’ mensen uit de Oudheid hebben gedacht over hun liefdesgodin? Enerzijds bedekt ze zichzelf zedig, maar ze staat ook bekend als uitermate overspelig. Ze bedroog immers haar man Hephaistos met meerdere minnaars, zowel goden als stervelingen.

Behalve met deze religieuze thema’s verrast de Cypriotische kunst me ook met uitgesproken vrolijke en levendige voorwerpen die alledaagse situaties uitbeelden. Het enthousiasme van de makers spat eraf. Op een grote vaas uit de bronstijd (zo’n vierduizend jaar oud) wordt een boerderij uitgebeeld waar poppetjes allerlei werkzaamheden verrichten, van druiven persen en brood kneden tot kinderen zogen. Ondertussen kijkt een ‘opzichter’ vergenoegd toe. De vaas is een grafgift, en als dit het beeld is van een hiernamaals, dan ging de dode een bijzonder plezierige toekomst tegemoet. Iets recenter is een terracotta wijnkruik die is omgebouwd tot strijdwagentje. De berijder klampt zich dapper vast aan de rand, waar hij amper overheen kan kijken. Is het speelgoed? Daarvoor ziet het er te kwetsbaar uit. Wel is het overduidelijk met veel plezier gemaakt. Het maakt me blij als ik dat gevoel na ruim 2500 jaar met de maker kan delen.

Redacteur Servaas Neijens is managing editor van National Geographic Historia. Hij schrijft over geschiedenis ‘om het verleden levend te houden voor de toekomst’.