Onze Zweedse roadtrip begint in Denemarken. Klinkt gek, maar vliegen op Kopenhagen is nu eenmaal het handigst als je naar Skåne gaat, de zuidelijkste provincie van Zweden. Kwartiertje rijden over de zestien kilometer lange Øresundbrug en je bent in Malmö. Al vrij snel ligt de stad achter ons en rijden we door een landschap waarin de lijnen licht glooien. Graanvelden, lavendel, zonnebloemen. Zo nu en dan duikt er aan de einder een wit kerkje op, in het zwerk een zwarte wouw, aan de waterkant een groepje kraanvogels. Bomen vol in bloei. Lijsterbessen. Hoe voller, zeggen ze hier in Zweden, des te strenger de winter. Maar het is nog lang geen winter. Het is prachtig nazomerweer. Geen wolkje aan de lucht. Het commentaar van mijn vrienden ebt naar de achtergrond: “Ga je naar het zuiden? Dat is niet het echte Zweden.”

Pardon?

Skåne is mijn Zweedse maidentrip.Ik ben nog nooit in het land van het Noorderlicht geweest. Ik weet het: in het diepe zuiden zal ik geen overstekende rendieren aantreffen. Vermoedelijk wel wilde zwijnen. Overal staan waarschuwingsborden langs de weg. Maar vooralsnog is de kust veilig. En rijden we Ystad binnen.

Nordic Noir

Door de aanwezigheid van een filmstudio mag Ystad zich inmiddels het Hollywood van Scandinavi noemen
Door de aanwezigheid van een filmstudio mag Ystad zich inmiddels het Hollywood van Scandinavië noemen.

De fans hoef ik niets te vertellen: Ystad is de stad van Wallander, de tv-serie die het leven volgt van politie-inspecteur Kurt Wallander, woonachtig in deze Zweedse havenstad. Door de aanwezigheid van een filmstudio mag Ystad zich inmiddels het Hollywood van Scandinavië noemen. Voor de liefhebber van Nordic Noir: in Ystad kun je een heuse Wallander Crime Tour maken. Drink je koffie bij Fridolfs Konditori, de favoriete plek van de Zweedse Sherlock Holmes. Of doe net als wij en boek je hotelkamer in het oude stationsgebouw van de stad, dat in de serie dienstdeed als politiebureau.

Torenwachter

Dankzij het vrolijke geel van de huizen in Ystad associeert hier eerlijk gezegd weinig met moord en doodslag. Toch maken we ons zorgen. Dat heeft met de torenwachter te maken. Het was in Zweden een eeuwenoude traditie dat torenwachters ’s avonds de bevolking op de hoogte hielden van dreigend gevaar, denk aan brand. Hier in Ystad gebeurt dat als enige stad in Zweden nog steeds. Het is de taak van vrijwilliger Roland Borg (72) om elke avond de 51 meter hoge kerktoren te beklimmen en van 21.15 tot 01.00 uur elk kwartier van zich te laten horen. Hoor je hem toeteren, dan is er niets aan de hand. Toeristen denken nog weleens dat het een robot is, een pop, maar zo is het niet. Hij staat er echt, elke avond. Behalve dus vanavond. Geen Roland. Ik vraag een ober om opheldering. Hij kijkt onmiddellijk op zijn horloge en schrikt. Meneer Borg hoort er echt te zijn. Dit heeft hij nog nooit meegemaakt, voorpaginanieuws. Ik denk nog dat ik in de maling word genomen, maar het is echt zo. De ober, de mensen in het hotel. Iedereen is in alle staten. Nog even en ik vraag Wallander om de zaak tot de bodem uit te zoeken: what happened to the Tower Watchman of Ystad?

Het bad van de priester

Ongemerkt sta ik op een heel bijzondere plek
’Ongemerkt sta ik op een heel bijzondere plek.’
Frits Meyst, WideOyster.com

Verborgen juwelen

Tijdens onze roadtrip door Skåne stuiten we vaker op dit soort hidden gems, plekken die zich knap verborgen weten te houden voor de massa. De zandvulkaan wordt nergens aangegeven met een bordje. Het strandje van Knäbäckshusen is ook zo’n plek, net Thailand! Niemand te zien. Of het vissershuisje van de gebroeders Mats en Max in de buurt van Åhus, twee aalvissers vol sterke verhalen. Een pareltje! Ales Stenar, het Stonehenge van Zweden, kun je bepaalt geen verborgen juweel noemen: drommen mensen, mits je vroeg komt, zoals wij deden. Om vijf uur ging de wekker, half uurtje rijden vanuit Ystad en je staat als enige op de mysterieuste plek van Zweden.

Fika Time!

Halverwege onze roadtrip stoppen we bij Allé, een oude boerenhoeve waar je kunt lunchen. Eva Thuresson, de eigenaresse, staat ons al op te wachten. Er komt jenever op tafel, want Eva serveert een haringsalade en haring zonder jenever is als een Viking zonder baard. Op ons bord ligt Gubbröra. Letterlijk vertaald: ‘ouwemannenzooi’. Klinkt alsof je er wél een glas jenever bij móet drinken, maar ik kan je verzekeren: Eva’s Gubbröra smaakt uitstekend. Als hoofdgerecht wacht ons zalm en als toetje een vroege fika.

Drie uur ‘s middags is fika time in Zweden. Het betekent dat je tijd neemt voor jezelf of je vrienden en collega’s. In ieder geval hoef je even niets. Een soort tea time. Alleen drink je geen thee, maar koffie. Bij fika hoort ook iets zoets. Wij hadden onze eerste fika trouwens in Ystad, bij Grändens Mat van chef André Svensson: worteltaart bekroond met valfruit. Ik beken: de keuken van Skåne is om je vingers bij af te likken. Alles wordt hier lokaal geproduceerd en lijkt rechtstreeks van de bomen op je bord te vallen: appels, bramen, moerbeien.

Een paar tips voor de fijnproever. Ga eten bij Jord&Bord, eenrestaurantje dat wordt gerund door twee smoorverliefde foodlovers. Pluk je eigen fruit in Bränneriets Gård, de nationale hobby: fruitplukken. Ga outdoor koken op een vuurtje in Nyrups naturhotell, waar je kunt overnachten in een joert. Overal kun je aanschuiven: bij boeren, kruidentelers, bierbrouwers. En overal krijg je een spectaculaire variëteit aan ecologische juweeltjes voorgeschoteld. Laatste tip: heb je kinderen en zeuren die kinderen in de regel om fastfood, maak dan géén roadtrip door Skåne. Veel is hier biologisch. Of stuur je kinderen op de allerlaatste dag door naar Holy Smoke, een BBQ-paradijs voor de onwankelbare carnivoor. Met als toetje: holy smoked vanilla icecream.

Uurtje vliegen, uurtje rijden, uurtje kanoën

Vlees eten ligt onder vuur. Het is bekend. Zeker in het land van Greta Thurnberg, de grote kleine klimaatspijbelaar. Juist in Zweden is de vliegschaamte alom doorgedrongen. Mensen gaan steeds vaker op vakantie in eigen land. Met de trein. Mijn excuses dan ook voor bovenstaande tussenkop, maar we hebben het wel zo ervaren.

Waar zijn we? We zitten met het team van National Geographic bij het vuur van Jon Marin, eigenaar van kanoverhuurbedrijf Outcraft. Het eiland waar we zojuist hebben afgemeerd ligt midden in Immeln, het derde grootste meer van Skåne met 200 eilandjes. Uurtje vliegen, uurtje rijden, uurtje kanoën – en je bent er.

Kanon door Skne
Kanoën door Skåne.
Frits Meyst, WideOyster.com

Jon Marin is een man van uitersten: een natuurminnende vader en echtgenoot, een zakenman gespecialiseerd in avontuurlijke reizen, een lokale politicus en een oud-legerofficier. Op dit moment maakt onze homo universalis vuur. Het is windstil. De rimpeling in het water die mijn zwempartij van zo even had veroorzaakt, is volledig verdwenen. De eerste sterren laten zich zien. Om het gezicht van Jon dansen de vonken. We eten Pytt-i-panna, mijn moeder zou zeggen: een prutje. Tegelijk is mijn moeder niet beledigd als ik zeg dat dit prutje van een heel andere klasse is. Het is met zorg klaargemaakt:het product van twee uur slow cooking. Beetje roeren, beetje kletsen over wat het leven zinvol maakt en eindeloos turen naar het vuur. Jon verhuurt kano’s, maar hij verkoopt stilte. Over ons fikkie zegt hij: ‘It talks to you in a very meaningful way.’Ik heb duizend vragen voor Jon, maar na de derde – heb je hier weleens een moose gezien hier? – doe ik er het zwijgen toe. Ook ik kijk in het vuur, wetende dat we straks in het aardedonker moeten terug kanoën. Het diepblauwe meer over.

Het is mijn mooiste kano-ervaring ooit.

Zweden voor kenners

Aan het einde van onze roadtrip zijn we in Kullaberg, een ruig schiereiland in het noordwesten van Skåne met 25 grotten en spannende abseil-rotsen. Je kunt hier tuimelaars zien, een vuurtoren en zelfs de overkant: Denemarken.

De badplaats Mlle heeft een roemruchte geschiedenis
De badplaats Mölle heeft een roemruchte geschiedenis.
Frits Meyst, WideOyster.com

Vijf kilometer landinwaarts ligt Mölle. Met Mölle is iets bijzonders aan de hand. De badplaats heeft een roemruchte geschiedenis. We kunnen het ons nu niet meer voorstellen, maar destijds sprak men er schande van. 1910. Mannen en vrouwen gingen in Mölle gemengd de zee in. Foei! De destijds gemaakte zwart-wit foto’s van Peter Lundh zijn later wereldberoemd geworden. Wat je ziet op zijn foto’s zijn dames gekleed in ouderwets badkostuum, mannen met grote snorren en gigantische golven. Het textiel plakt aan de wespentaille, spannender inderdaad dan de wetsuits waar je nu mee gaat surfen in dezelfde zee. Saillant detail: er ging in die tijd een rechtstreekse trein vanuit Berlijn naar Mölle. En zo rustig als het er nu is, zo druk was het toen. ’s Zomers doken dagelijks 2000 mensen in de golven van Mölle. Mannen én vrouwen! Als ze net zo mooi waren als Lisa Wohlfahrt, dan snap ik de opwinding wel.

Lisa is de eigenaresse van Mölle Krukmakeri en heeft de mooiste ogen van Skåne. Wanneer we haar pottenbakkerij binnenlopen, is ze net bezig. We krijgen een hand in de vorm van een elleboog. Maar wat een gelukzalige lach. ‘Een soort yoga, dat pottenbakken,’ zegt Lisa. Drie verontschuldigingen later (sorry hoor, ik had net nog wat klei op mijn handen, vandaar die elleboog) zitten we bij Lisa aan de dis. Een hip strandtentje lijkt het, midden in het dorp. In de keuken worden onze Napolitaanse pizza’s klaargemaakt. Lisa’s man, dierenarts, schenkt de wijn in. We proosten opSkåne, het Zweden voor kenners.

www.visitskane.com