Dit artikel verscheen in National Geographic Traveler editie 1, 2020.
Lopend over het ijs vergeet je al snel dat de zee zich onder je voeten bevindt. De hoofdrol- spelers in dit ijzige landschap zijn een onwaarschijnlijk blauwe lucht, zonlicht dat fel weerkaatst op een laagje verse sneeuw, het geluid van de wind en verder niets dan wit.
Wanneer ik in de verte de roep van jonge dieren opvang, blijf ik even staan om te luisteren. Even verderop zie ik achter een sneeuwrichel iets bewegen: een voorvin die onhandig in de lucht steekt. Een jonge zadelrob ligt in een veilig, windstil holletje dat is ontstaan door zijn bewegingen en lichaamswarmte. Zijn pels vertoont nog wat vage gele vlekken van het vruchtwater. Op gepaste afstand kniel ik neer in de sneeuw. Ik wacht en kijk en prent me de datum goed in: 8 maart 2019. Dan hoor ik geklots van water en korte, grommende ademstootjes. Een kop met snorharen en grote zwarte ogen komt door een gat in het ijs omhoog en kijkt om zich heen. Het vrouwtje trekt zich aan haar klauwen uit het water en schuifelt over het ijs richting haar jong. Door hun neuzen even tegen elkaar te drukken, bevestigen ze hun verwant- schap: ben jij mijn jong, ben jij mijn moeder? Het vrouwtje kijkt even mijn kant op. Ze ziet me blijkbaar niet als een bedreiging, want ze rolt op haar zij, sluit haar ogen en zoogt haar jong.
Welkom op de zadelrobcrèche in de Saint Lawrencebaai bij de Magdalena- eilanden in Québec, een van de twee plekken in het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan waar jonge robben worden geboren. Vanuit het noordpoolgebied trekken volwassen zadelrobben hierheen, zodat de drachtige vrouwtjes op het ijs hun jongen kunnen werpen. Zadelrobben zijn afhankelijk van het zee-ijs; de jongen overleven alleen op een stabiele ijsvlakte. Ze komen eind februari, begin maart op het ijs ter wereld en worden zo’n twaalf tot vijftien dagen gezoogd. Daarna moeten ze zich op eigen kracht zien te redden. Met hun diepzwarte ogen, zwarte neus en superzachte vacht behoren jonge zadelrobben tot de aan- doenlijkste wezens op aarde.
Wanneer ik mijn blik wat verder over het ijs laat gaan, ontwaar ik ook jongen die al wat groter zijn. Ze zijn beweeglijker en hebben een hagelwitte vacht. Deze dieren zijn een paar dagen eerder geboren – een voordeel nu klimaatverandering steeds meer impact heeft op de ijsvlakte.
Ook jongen die wat later ter wereld komen, hebben tijd nodig om zich voor te bereiden op een bestaan in een wereld waar de lente met het jaar eerder invalt en waar felle stormen steeds vaker het zee-ijs verbrijzelen. Het leven is hier zwaar en het sterftecijfer ligt hoog; de stijgende temperaturen en het krimpende zee-ijs vormen een dodelijke combinatie voor de jonge robben.
Drukte van belang
De Magdalena-eilanden, of Maggies, zoals ze in Canada worden genoemd, is een archipel van eilanden die als ‘scheepjes’ voor anker liggen in de Saint Lawrence- baai. In 2011 bezocht ik met fotograaf David Doubilet, mijn man, de Maggies voor het eerst. We maakten voor National Geographic een reportage over het mariene ecosysteem in de Saint Lawrencebaai.
We voeren naar de robben met een stalen boot die was uitgerust voor de visserij en de zeehondenjacht. De inwoners van de Magdalena-eilanden houden zich met dit laatste al sinds de zeventiende eeuw bezig. Het is een controversiële traditie die tot op heden voortduurt, al gelden er tegenwoordig strikte quota en regels (jonge dieren blijven gespaard). De marktprijzen liggen momenteel echter zo laag dat er veel minder robben worden gedood. Ook de verslechterende omstandigheden op het ijs spelen hierbij een rol. ‘Gezien de huidige slechte markt voor jachtproducten,’ legde onze gids Mario Cyr me uit, ‘vormen ecotoerisme en excursies voor veel boot- eigenaren en jagers een beter alternatief.’
Na twee dagen te hebben rondgezworven over open water ontdekte de kapitein een stuk zee-ijs waarop ruim tienduizend zadelrobjongen lagen en wendde de steven. We verbleven een paar dagen bij het zee-ijs. Het was een bijzondere ervaring om stijgijzers onder te binden en deze van leven wemelende plek op het ijs te verkennen. Later lieten we ons met duikpak, duikbril, zwemvliezen en snorkel – en een camera – in het water glijden. Langs de randen van het ijs was het een drukte van belang. Onder een donkerblauw gewelf van ijs, hier en daar doorboord door een baan licht, was het een komen en gaan van moederdieren, oudere robben die geroutineerd rondzwommen op zoek naar vis, en jongen die hun kop in het water staken om moed te verzamelen voor hun eerste zwemles.
Het had veel moeite gekost om de groep te bereiken, maar fotografisch gezien was ons bezoek een succes. Op de laatste dag maakte ik bovendien iets mee wat diepe indruk op me maakte. Ik zwom rustig in de buurt van een zadelrobmoeder met jong, toen ik ineens werd belaagd door een agressief mannetje. Hij beet me in mijn enkel, krabde me op mijn rug en duwde me omlaag. Het vrouwtje joeg hem weg en bracht haar jong en mij in veiligheid. Aan boord van het schip dat ons terugbracht naar de haven was dit bijzondere voorval voortdurend in mijn gedachten. Het weer verslechterde zienderogen en er stak een felle storm op boven de Saint Lawrencebaai. Het water schuimde en kolkte, en nog voor wij de kust bereikten, was het zee-ijs onder de kolonie in stukken gebroken. Alle jongen verdronken.
Ons verhaal werd in 2014 gepubliceerd, maar we bleven begaan met de robben. Door die felle storm had mijn positieve ervaring met de moederrob een wrange bijklank gekregen. Ik besefte eens te meer hoe groot de gevolgen van klimaatverandering zijn en hoe kwetsbaar het zee-ijs is. Ik nam me voor om de kolonie elk jaar te bezoeken om met eigen ogen te zien hoe de zadelrobben het maakten en om andere mensen te attenderen op het bestaan van deze dieren en hun krimpende leefgebied.
Vastgevroren
Een tijdsprong naar 2019. Mario Cyr belt om onze jaarlijkse boottocht naar de kraamkamer van de robben af te zeggen; de vissersboten zitten vastgevroren. Een pluspuntje: het ziet ernaar uit dat het een goed ijsjaar gaat worden voor de robben. Deze wending geeft ons de kans eindelijk eens een ecologisch verantwoorde robbentocht per helikopter te boeken. Hotel Château Madelinot op Cap-aux-Meules, het hoofdeiland van de Magdalena- eilanden, organiseert in de periode waarin de jongen worden geboren rondvluchten over het zee-ijs. Als de omstandigheden het toelaten, wordt er ook een landing op het ijs gemaakt.
En zo sta ik daar weer en zie ik een jong drinken terwijl de moeder zich koestert in de zon. Op de weg terug naar de helikopters zie ik een meisje naast een mollig, wit jong zitten dat haar recht aankijkt. Onder de andere reizigers zijn een verliefd stelletje op een valentijnsdate, een Japanse gids en fotograaf die de robben voor de dertigste keer bezoekt en een twintiger uit Kingston (Ohio) die een tijdlang in zijn auto sliep en blikvoer at omdat de laatste helikoptervlucht van het seizoen hem zijn laatste geld had gekost. Heel verschillende beweegredenen dus, maar met als gemene deler een grote passie voor de natuur.
Vóór ik tijdens het snorkelen door die zadelrobmoeder met jong werd gered, had ik zo mijn twijfels over de wenselijkheid van contact tussen wilde dieren en mensen. Maar nu weet ik dat er op onverwachte momenten de mooiste dingen kunnen gebeuren. Biologen kijken er vermoedelijk niet van op dat zo’n dominante zadelrob mij wilde weg jagen bij een potentiële partner. Maar op de vraag waarom die moederrob haar jong én mij in veiligheid bracht, weten ze denk ik niet zo gauw een antwoord. Voor mij is de waarom-vraag niet zo van belang. Het is een herinnering die ik koester.
Jennifer Hayes (@jenniferhayesig ) maakt fotoreportages voor National Geographic.