Het was koud, kalm en al lang donker toen Matthew Baxley direct onder zijn voeten een paar sluimerende vissen zag zwemmen. Hij was aan het schaatsen in de Boundary Waters Canoe Area Wilderness, een landschap van noordelijke naaldwouden en schier eindeloze meren in Minnesota. Onder hem kon hij door het zwarte ijs heen de onderwaterwereld in kristalheldere details zien.
Bij elke slag stuurden Baxley’s schaatsen trillingen door het spiegelgladde oppervlak van het meer. Het gewicht van één enkele schaatser kan het ijs doen kreunen of knarsen, of een hoog geluid veroorzaken dat doet denken aan het afvuren van een laserpistool in tekenfilms – pieuw, pieuw... – wat het buitenaardse gevoel van glijden door de ruimte nog versterkt. De kou van de vroege winter en het sneeuwloze weer hadden de Boundary Waters in een perfect glad en natuurlijk speelveld omgetoverd.
“Je voelt gewoon geen weerstand,” zegt Baxter, die in zijn Boundary Waters Podcast verslag doet van zijn verkenningen van de wildernis in Minnesota. “Het is echt alsof je vliegt.”
Al duizenden jaren scheren mensen over bevroren water; de oudste schaatsen die ooit zijn ontdekt, zijn gemaakt van dierenbot en dateren uit de tijd rond 1800 v. Chr. De meerderheid van dat soort schaatsen is gevonden in Scandinavië, Nederland en Finland, waar schaatsen in het koude weer en het waterige landschap een efficiënt vervoersmiddel was. Daar waar lopers ploeterden, konden schaatsers glijden.
Duizenden jaren later biedt het schaatsen op het ijs van ongerepte meren en rivieren nog altijd diezelfde combinatie van voortbeweging en ontsnapping. Vanwege het gevoel van vrijheid die deze outdoor-activiteit met zich meebrengt, is schaatsen gedurende de aanhoudende pandemie een echte rage in de koudere regionen van de VS geworden.
Het ultieme natuurijs
Toen overdekte schaatsbanen vorig voorjaar vanwege de coronavirus-pandemie werden gesloten, stortte ook de verkoop van schaatsen in, zegt Dan Riegelman, eigenaar van Riedell Skates, een schaatsenfabrikant in Minnesota. Maar toen de winter inviel, deed een plotselinge piek in de verkoop van schaatsen in de noordelijke staten – waar op natuurijs kan worden geschaatst – het bedrijf weer opveren.
“De sport is gewoon enorm populair geworden,” zegt Paxson Woelber, een natuurijsschaatser uit Anchorage, Alaska. Hij vertelt dat de winkels in zijn omgeving al in oktober door hun schaatsen heen waren. Het gebied wordt in de wintermaanden bezocht door talloze schaatsliefhebbers die hier op zoek gaan naar het perfecte ‘zwarte ijs’.
“Het is heel bijzonder om goed ijs te vinden,” zegt hij. “Vaak vind je niet de juiste ijsvloer. Maar soms stuit je op een perfect gladde spiegel van ijs tussen de bergen. En dan is het schaatsen gewoon ongelooflijk.”
Wanneer Woelber over het natuurijs van Alaska zoeft, zoals op bijgaande video is te zien, schaatst hij natuurlijk niet op hockey- of kunstschaatsen, maar op noren – schaatsen met lange rechte ijzers die tegenwoordig zijn uitgerust met scharnieren (klapschaatsen), waardoor schaatsers bij elke slag hun hak kunnen optillen.
“Je hebt veel meer stabiliteit op ruwer ijs,” zegt Ben Prime, eigenaar van de winkel Nordic Skater in Newbury, New Hampshire. Volgens hem maken de lange ijzers (tussen de 38 en 53 centimeter) het makkelijker om grote afstanden af te leggen. Een andere essentiële uitrusting zijn stokken met scherpe punten, niet alleen voor extra balans en afzetkracht, maar ook als peilstokken voor het bepalen van de ijsdikte, en een werpzak met een touw eraan, die naar een schaatser kan worden gegooid als hij of zij door het ijs is gezakt. Schaatsers op natuurijs hebben ook een ijspriem bij zich, waarmee ze zichzelf uit een wak kunnen hijsen.
De noodzaak voor dat soort uitrusting en de training om er goed mee om te kunnen gaan, wijzen op de inherente gevaren van het schaatsen op natuurijs. Om zwak ijs en verborgen wakken te mijden moeten schaatsers het ijs geregeld controleren door er met hun stokken in te prikken of er zelfs een paar zware keien op te gooien. Ze kunnen daarvoor ook een ijsboor gebruiken. Veel ervaren schaatsers zijn weleens door het ijs gezakt of hebben een medeschaatser in een wak zien verdwijnen. Door dit soort risico’s kiezen de meeste schaatsers het dikste en veiligste ijs uit, maar sommige liefhebbers gaan juist op zoek naar dun en ongerept ijs.
“Dun ijs is nog gladder dan Zamboni-ijs,” zegt Laura Kottlowski, verwijzend naar de welbekende ijsdweilmachine die in overdekte schaatshallen wordt gebruikt. Kottlowski is een schaatster uit Colorado die door de Rocky Mountains en andere gebergten trekt, op zoek naar plotseling bevroren bergmeertjes. Voor haar is het perfecte ijs tussen de 5 en 7,5 centimeter dik – smetteloos ‘zwart ijs’ met de donkere glans van obsidiaan.
Als kunstschaatster heeft Kottlowski ontdekt dat zulk natuurijs de ideale ijsvloer is voor een eeuwenoude artistieke bezigheid. Ze legt uit dat kunstschaatsers in de begintijd van deze sport geen sprongen en pirouettes maakten, zoals ze dat tegenwoordig op de Olympische Spelen doen. In plaats daarvan kerfden ze met hun schaatsen prachtige patronen in het ijs, iets wat Kottlowski nu met veel overgave doet. (Bekijk hoe zij in een bevroren canyon al schaatsend een mandala in het ijs tekent.)
Als kinderspel
Voor beginnende schaatsers en gezinnen zijn dit soort avonturen niet de beste start, zegt Kottlowski. Beter is het om op een natuurijsbaan (op een meer of rivier) te gaan schaatsen die door een plaatselijke vereniging is geprepareerd en wordt onderhouden. Daardoor is de ijsvloer voorspelbaar en is de kans op te zwak ijs vrijwel nihil.
Een van de favoriete schaatsplekken van Kottlowski is Evergreen Lake, dat midden in de beboste bergen van Colorado ligt. De drieënhalve hectare natuurijs wordt hier door een ijsdweilmachine onderhouden, wat het tot een van de meest uitgestrekte natuurijsbestemmingen ter wereld maakt. Maar als het weer koud genoeg is, zul je volgens haar overal gezinsvriendelijke schaatsplekjes kunnen vinden.
In Vermont trekken schaatsers naar het pittoreske Lake Morey, met zijn zeven kilometer lange natuurijsbaan een van de langste in de VS. Deze winter legden inwoners van Warroad, Minnesota, het Riverbend Skate Path aan, waarbij ze de meanderende rivier de Warroad omtoverden in een vier kilometer lang natuurijspad, dat meerdere ronde natuurijsbaantjes onderling verbindt. En niet ver van het centrum van Anchorage kunnen schaatsers die hun rondjes op de Westchester Lagoon draaien misschien een glimp opvangen van elanden en vossen op de bevroren kust van deze baai.
Dat soort goed onderhouden natuurijsbanen zijn een welkome aanvulling op het vaak ultrakorte tijdvenster waarin op puur natuurijs kan worden geschaatst. Op een afgelegen meertje is het ijs vaak maar een paar dagen dik en geschikt genoeg om op te schaatsen, voordat het door sneeuwval wordt verpest. Voor sommige schaatsers is die voorbijgaande aard van natuurijs juist het aantrekkelijke; Kottlowski trekt urenlang door onherbergzame streken van Colorado met het doel om ijs te vinden dat er misschien nog niet of niet meer ligt.
Wetenschappelijke bijdrage
Schaatsen was altijd al een seizoensgebonden activiteit, maar door de klimaatverandering beginnen nu ook de winterse mogelijkheden voor schaatsers weg te smelten.
“Echt koude temperaturen treden steeds later in het seizoen op,” zegt Robert McLeman, professor in de geografie en milieustudies aan de Wilfrid Laurier University in Waterloo, Canada. En volgens hem komen de eerste dooi-aanvallen van de lente juist steeds vroeger. “Je ziet de temperaturen veel meer op en neer gaan, wat leidt tot een krimp van het aantal echt goede schaatsdagen.”
McLeman is oprichter van RinkWatch, een initiatief waarbij amateur-wetenschappers de omstandigheden op hun plaatselijke natuurijsbaantjes in de gaten houden om zo de gevolgen van de klimaatverandering te meten. Voor McLeman gaat het niet alleen om het vergaren van gegevens. Hij wil natuurwetenschap voor wintersportliefhebbers ook tot iets persoonlijks maken.
“Ze kunnen direct zien hoe de klimaatverandering het schaatsen op plaatselijk natuurijs of op het ijsbaantje in de buurt verandert,” zegt hij. “En zo’n directe verbinding ontbreekt misschien bij wat ze allemaal horen of lezen over de klimaatverandering.”
Op de website van RinkWatch zijn op een wereldkaart alle deelnemende amateur-wetenschappers aangegeven met een icoontje van een schaatser. Met de gegevens worden ijscondities van Alaska tot Rusland bijgehouden en kan het plaatselijke winterweer voortdurend worden geactualiseerd. Als deelnemers zich hebben aangemeld, kunnen ze op een uitklapmenu de status van hun ijsbaantje aangeven: ‘schaatsbaar’ of ‘niet-schaatsbaar’.
Het uitklapmenu omvat geen opties om de pracht van de strakke lijnen aan te geven die door de geslepen ijzers van de schaatsers worden getrokken, of de verblufte lach van een schaatser die een vis onder zijn voeten ziet zwemmen. Misschien is daar ook geen tijd voor, want perfect ijs duurt maar even.
Journaliste Jen Rose Smith woont in de staat Vermont en schrijft over outdoor-activiteiten, afgelegen plekken en traditionele kookkunst. Volg haar op Twitter.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com