Diep in Afrika, op de grens tussen Zambia en Zimbabwe, vind je de breedste waterval van het continent: de Victoriawatervallen (of Victoria Falls). Bijna twee kilometer breed en ruim honderd meter hoog laat de Zambezirivier hier per minuut vijfhonderd miljoen liter water over de rotswand kletteren.
Niet bepaald een plek voor een bommetje of een salto, zou je denken. En toch is dit waar toeristen, weliswaar onder begeleiding van een ervaren gids, speciaal voor komen. Devil’s Pool nodigt de onbevreesde reiziger uit voor een sprong in het diepe.
Op expeditie langs de Zambezi
Op 17 november 1855 volgde de Britse ontdekkingsreiziger en zendeling David Livingstone de Zambezi stroomafwaarts toen een reusachtige waterval zijn tocht onverhoeds onderbrak. Livingstone was zó onder de indruk dat hij – voor de eerste en enige keer in zijn leven – afstapte van zijn gewoonte de plaatselijke naam in ere te houden bij de benaming van een ontdekking. Hij doopte de watervallen daarom Victoria Falls, naar het toenmalige hoofd van het Verenigd Koninkrijk, koningin Victoria.
Lust voor het oog, must voor de sportieveling
Ruim anderhalve eeuw na deze ontdekking is de waterval verworden tot een echte toeristische hotspot. Zowel van Zimbabwaanse als Zambiaanse zijde trotseren jaarlijks honderdduizenden bezoekers dit stuk ontembare Zambezi.
Het gros van de reizigers bekijkt de door Unesco tot werelderfgoed verklaarde waterval te voet of per boot. De indrukwekkende mix van flora en fauna en het onverstoorbare watergeweld maken de Victoriawatervallen een lust voor het oog en een must voor de sportieveling.
Verstop je angsten diep onder in je koffer
Voor een échte adrenalinekick moet je alleen een stapje verder. Letterlijk. Wanneer tussen de maanden september en december vanuit de bergen minder smeltwater wordt aangevoerd, zwakt de stroming van de Zambezi af.
Dit is het moment om je badkleding aan te doen en je angsten diep, heel diep onder in je koffer weg te stoppen. Vanaf Livingstone Island wandel, klim en zwem je onder begeleiding van een lokale gids richting de rotswand van de waterval. Eindbestemming? ’s Werelds sensationeelste natuurlijke zwembad: Devil’s Pool.
De ultieme beloning
Alhoewel de naam niet veel goeds voorspelt, kun je je vanaf hier maar beter overgeven aan het moment. En aan je gids. Deze vertelt je namelijk precies waar je het beste te water kunt gaan. Heb je de sprong eenmaal gewaagd, dan is het – hoe bizar ook – volkomen veilig om richting de rand te zwemmen. De kalme stroming en een natuurlijke rotsbarrière voorkomen dat je met de waterval mee ruim honderd meter de afgrond in stort.
Als ultieme beloning wachten je tientallen aan je tenen knabbelende visjes, een oneindige regenboog, een oorverdovend geluid en een adembenemend uitzicht. Een bommetje in Devil’s Pool voelt als een warm bad om nooit te vergeten.
Christian (1990) schrijft als Digital Editor verhalen voor de website van National Geographic. Studeerde geschiedenis en journalistiek. Maakte luchtige televisie voor de Keuringsdienst van Waarde en serieuze radio voor de buitenlandredactie van de NOS. Bezig aan een boek over de Amsterdamse volkswijk Tuindorp-Nieuwendam. Zelfverklaard klimaatgekkie en slow traveler. Groot liefhebber van Latijns-Amerika. Kweekt eigen groenten in de buurtmoestuin, zwerft graag rond in zijn groene camperbusje – bij voorkeur naar bestemmingen zonder bereik.