Wuivende palmbomen op een koele zeebries, kilometers aan spierwitte zandstranden met sierlijke mangrovebomen, paraderende flamingo’s in turquoisehelder zeewater, cactussen die metershoog oprijzen, grotten met duizenden jaren oude indianentekeningen, verstopte binnenbaaien, restaurants aan het water en een hoge kwaliteit van leven: Aruba in een notendop. De diversiteit van het eiland uit zich in natuur, architectuur, de uiteenlopende keuken, maar bovenal in de bevolking. Arubanen – een mix van Indianen, Afrikanen en Europeanen – delen het eiland van slechts dertig bij negen kilometer met Nederlanders, Colombianen, Venezolanen, Filippino’s en ruim zeventig andere nationaliteiten.
Thuis spreekt men Papiaments, terwijl jongeren onder elkaar liever Engels spreken, met Spaans en Nederlands vormen als derde en vierde officiële talen. Vermenging staat in Aruba voor eenheid: iedereen is welkom. Ter ere van 30 jaar Status Aparte, waarmee Aruba in 1986 een autonoom land werd binnen het Koninkrijk der Nederlanden, portretteerde fotograaf Raymond Rutting bekende en minder bekende mensen van het eiland wat resulteerde in de fototentoonstelling ‘Gezichten van Aruba’. Ik reisde deze achterna om deze gezichten een stem te geven – drie Arubanen namen mij op sleeptouw naar hun favoriete plekken op het immer vrolijke eiland!
Rosabelle Illes - Cultuur
‘Altijd als ik hier sta, geniet ik in dezelfde mate van het uitzicht,’ mijmert Rosabelle Illes, terwijl we samen vanaf het terras van Faro Blanco Restaurant uitkijken op het kristalheldere turquoise water van Arashi Beach. Illes, een bekende Arubaanse dichteres, neemt me mee naar haar favoriete plekken op het eiland. ‘Dit restaurant was ooit het huis van de vuurtorenwachters.’ De Californiavuurtoren recht achter het restaurant, wordt nu gerenoveerd maar binnenkort heropend. ‘Dan kan je voor $8 naar boven voor een spectaculair uitzicht,’ aldus Illes.
Na een kronkelende weg, gemarkeerd met witte kruizen, bereiken we de kleine gele kapel Alto Vista: de eerste rooms-katholieke kerk op Aruba, gebouwd in 1750. Illes: ‘Hoewel ik kerkdiensten als kind maar saai vond, smeekte ik mijn moeder me mee te nemen naar Alto Vista. Nog altijd is het voor mij, net als voor veel Arubanen, een spirituele plek om tot mezelf te komen. Dan loop ik het vredeslabyrint achter de kapel: een wandelmeditatie met als enige taak het pad te volgen. Zo krijg ik mijn gedachten op nul.’ We lopen het samen en ontmoeten elkaar in het centrum. De boodschap volgens Illes: je overgeven en blind laten leiden om in meditatieve toestand te raken. Laatste bestemming is Santa Cruz: een authentieke en traditionele Arubaanse stad, het letterlijke centrum van Aruba. ‘Mijn oma is een echte Santa Crucero en ik wil graag dat je haar ontmoet,’ glimlacht Illes, terwijl ze de deur van haar ouderlijk huis openslaat. ‘Mijn opa heeft dit huis van de grond af gebouwd. Deze wijk laat zien hoe Aruba ooit was: een groot contrast met het volgebouwde Palm Beach en drukke Oranjestad.’ Samen met Illes en haar oma ga ik rond de tafel voor een potje Mens erger je niet. ‘Pas op,’ grijnst de dichteres met haar volle bos krullen. ‘Ik ben een zelfverklaarde kampioen in dit spel: geleerd van mijn oma, die nóg fanatieker is.’ Als het tijd is om te gaan, vraagt oma of ik echt niet nog één potje wil spelen. ‘Snap je wat ik bedoel?’ vraagt Illes. ‘Misschien is het omdat mijn oma hier woont, maar tot de dag van vandaag voelt Santa Cruz als de kern van Aruba, de ziel als je wil.’
Julio Beaujon - Natuur
‘Toen ik opgroeide was Aruba zo,’ zegt de besnorde parkranger Julio Beaujon terwijl hij met zijn arm over Arikok zwaait. ‘Geen hotels, onbebouwd. Dit is eigenlijk Aruba, zeg ik altijd.’ Slingerende wandelpaden leiden ons over woestijnachtige heuvels bezaaid met metershoge zuil- en boomcactussen, sommige wel vier keer mijn lengte. In de verte ligt de helderblauwe zee. We hiken door het enige nationale park van Aruba, dat bijna 20% van het eiland beslaat. Beaujon is van jongs af aan actief in de natuurbescherming en werkt al 16 jaar in Arikok. ‘Geologisch gezien is dit het oudste gedeelte van Aruba,’ verklaart Beaujon. ‘Binnen de aders van het kwarts – een van de gesteenten die hier omhoog kwamen – zit veel goud. Begin 20ste eeuw was goudwinning de belangrijkste industrie van het eiland. Nog altijd ligt er veel kwarts in Arikok, alleen in zulk hard basaltsteen dat het economisch gezien niet interessant is om er nog te mijnen.’
We dalen af en lopen een droge rivierbedding in: Rooi Prins. ‘Het eiland kampt al drie jaar met zware droogte. Mooie van onze natuur is wel: één goede regenbui en over een week is alles groen,’ aldus Beaujon, terwijl we de karkassen van wilde geitjes passeren, die in de schaduw liggen van hoge kalkstenen plateaus. ‘Zo’n 25 tot 30 duizend jaar geleden kwam de zee tot daar,’ wijst Beaujon naar de rand van de plateaus. ‘Het eiland wordt per eeuw nog steeds zo'n 1,5 cm omhoog geduwd.’ Enkele kilometers verder komen we uit bij de ruige noordkust. De zee slaat hier hard tegen de rotsen en rolt lang uit naar witte baaitjes, zoals Boca Prins. ‘Voor mij één van de mooiste stranden van het eiland.’ Even verderop ligt een enorm grottencomplex. ‘Kom mee,’ zegt Beaujon. ‘Dit wil je zien.’ In de Fonteingrot wijst hij op het plafond. ‘Dit zijn duizenden jaren oude rotsschilderingen van de Caquetioindianen.’ Ik herken een schildpad, een kever en een handafdruk van een kind. ‘De grot is wel 800 meter diep, maar ik neem mensen nooit zo ver,’ zegt Beaujon. ‘Dieper in de grot leeft een grote vleermuiskolonie die beschermd moet worden. Vleermuizen bestuiven de cactusbloemen, dus zonder hen verdwijnen de cactussen op Aruba.’ Even pauzeert hij, waarna hij zijn verhaal besluit: ‘En als de natuur verdwijnt, dan verdwijnen wij ook.’
Dennis Martinez - Ontspanning
‘Er hangt iets in de lucht in Aruba, iets wat niet uit te leggen valt. Zodra je uit het vliegtuig komt, voel je het al: a happy island feeling, gewoon lekker.’ Paddleboarder Dennis Martinez – de enige gecertificeerde SUP-instructeur op het eiland – werd geboren op Curaçao, waar zijn vader vandaan komt, maar besloot 30 jaar geleden al naar Aruba te komen, waar de roots van zijn moeder liggen. ‘Ik ben langs het water geboren en altijd een waterrat geweest.’ Terwijl we onze peddels langs de surfboards door het water laten glijden, vertelt hij: ‘Waar ze in Curaçao nog veel bezig zijn met discriminatie en het slavernijverleden, speelt dat hier niet. Mensen zijn hier happy. De sfeer op het eiland hebben we te danken aan onze voorouders: de indianen. De eerste inwoners van Aruba waren altijd al zo relaxed.’
Martinez neemt me mee naar een geheime plek op Aruba: Spaans Lagoen, een lange binnenbaai van twee kilometer lang, omgeven door mangroven. De baai staat in verbinding met de zee aan de kant van Mangel Halto Beach door smalle tunnels onder een weg door. Om er te komen moeten we liggend op ons surfboard door de tunnels heen. Lees: hard erheen peddelen, handen binnenboord en plat op je buik blijven liggen. Aan het einde van de donkere tunnels wacht een oase van rust. De Spaans Lagoen is zo moeilijk toegankelijk dat veel mensen de moeite niet nemen: we hebben de doodlopende baai voor ons alleen. ‘Als enige binnenbaai van Aruba is Spaans Lagoen nu de kraamkamer van het eiland, vroeger was het een kanaal voor schepen die helemaal doorliep tot de Franse Pas, ofwel Rooi Frances: een nauwe doorgang tussen heuvels en koraalrotsen, waar begin zeventiende eeuw een hevige strijd woedde tussen Franse invallers en de lokale indianen. Er wordt gezegd op Aruba dat de geesten van de indianen daar nog altijd rondhangen.’ We hebben intussen het einde van de baai bereikt en gaan op ons rug op onze boards liggen. We zijn omsloten door mangroven, in het water zwemmen vissen en kwalletjes onder ons door. ‘Dit is toch het leven,’ roept Martinez uit. ‘Ik kwam altijd al veel bij Mangel Halto en Spaans Lagoen, gewoon om te chillen. Met deze paddleboardtours heb ik van mijn passie mijn werk gemaakt… Zolang ik op mijn board sta, ben ik gelukkig!’
Wat te doen: Ontdek het beste van Aruba
Tips van digital nomad Veerle Witte
1. Nationaal park Arikok kent zo’n 75 kilometer aan wandelpaden. Vraag gratis een gids om het best uit je bezoek te halen - je betaalt alleen entree. Wel minimaal drie dagen van tevoren reserveren.
2. Suppen, ofwel stand-up paddleboarden, bij o.a. Mangel Halto en in de Spaans Lagoen doe je bij de enige gecertificeerde instructeur van het eiland, bij de Aruba Surf & Paddleboarding School.
3. Beklim de Californiavuurtoren voor een spectaculair uitzicht, om vervolgens te aan te schuiven voor een diner bij zonsondergang bij het ernaast gelegen restaurant Faro Blanco.
4. Bezoek San Nicolaas, een klein oud stadje aan de zuidkant van het eiland waar weinig toeristen komen. Neem een kijkje in het piepkleine community museum of feest op een donderdagavond op het Carubbian festival!
5. Laat je verrassen door topchef Erwin Hüsken met Franse fushiongerechten in de Screaming Eagle of eet met je handen verse zwaardvis en red snapper bij het authentieke restaurant Zeerovers.
6. Aruba’s stranden zijn wereldberoemd. Ga zonnen op het spierwitte Druif Beach, zie schildpadeieren uitkomen op Eagle Beach, neem de kids mee naar Baby Beach of ga snorkelen bij Boca Catalina.
Hoteltip: Amsterdam Manor
Recht aan Eagle Beach, verkozen tot mooiste strand van de Cariben, ligt het Amsterdam Manor Beach Resort dat een Nederlandse bouwstijl combineert met knallende tropische kleuren. In tegenstelling tot High Rise vind je in dit gebied (Low Rise) alleen maar laagbouw. Vanuit je hotelkamer sta je binnen één minuut in de zee, dineren doe je tijdens zonsondergang met je voeten in het zand bij het bijbehorende Passions.
Praktisch
De reis
In zo’n 10 uur en 20 minuten vliegen sta je op de luchthaven van het kleurrijke Oranjestad, waar o.a. KLM op vliegt.
De tentoonstelling
De fototentoonstelling Gezichten van Aruba zal later dit jaar weer opnieuw te bewonderen zijn. Hou de website in de gaten voor actuele data.
Meer over Aruba?
Inspiratie, prijzen en vakantiedeals vind je op de website van Aruba.
Lees ook: ‘7x Hidden gems van Aruba’ & ‘Aruba's woestijnachtige parel’