Het eerste wat je ziet als je op Isla Holbox aankomt, is het welkomstcomité: suikerspinkleurige flamingo’s, wadend door de ondiepe lagune (met een doorsnede van zo’n negenenhalve kilometer) die het eiland van het Mexicaanse vasteland scheidt.
Het tweede wat je opvalt, is het gebrek aan geplaveide wegen. In andere delen van het schiereiland Yucatán – dat de Mexicaanse deelstaten Yucatán, Quintana Roo en Campeche en ook delen van de buurlanden Belize en Guatemala omvat – kom je overal wegen en druk verkeer tegen, maar de holboxeños, de bewoners van dit veertig kilometer lange eiland, doen het zonder auto’s, en de witte zandstranden trekken slechts een fractie van de zes miljoen bezoekers die jaarlijks de naburige bestemmingen Cancún en Cozumel overstromen.
Hieronder lees je hoe je je bezoek aan Isla Holbox zo goed mogelijk kunt invullen.
Het vissershaventje wordt wel als het nieuwe Tulum gezien, en hoewel er overeenkomsten bestaan (yogastudio’s, meditatie met kwartsschalen), komen reizigers hier niet om te worden gezien maar juist om te verdwalen.
Holbox (spreek uit: ‘holbosj’, wat in de Mayataal ‘zwart gat’ betekent) begon zo’n tien jaar geleden toeristen aan te trekken. Sindsdien hebben de bewoners zich verzet tegen de komst van megaresorts, aldus bericht The Washington Post. Er zijn hier geen auto’s, geen postkantoren, geen banken en geen flatgebouwen (bouwwerken mogen niet hoger dan twaalf meter zijn). Het eilandje kreeg pas in 1987 elektriciteit en zelfs nu nog moeten bezoekers rekening houden met een matige GSM- en wifi-ontvangst. Google Maps geeft de zanderige paden die hier als straten dienstdoen niet aan, dus kun je je mobieltje beter thuislaten en de dag te nemen zoals hij komt.
Duik de natuur in
Isla Holbox maakt deel uit van Yum Balam, het grootste natuurreservaat van Mexico, en bijna 75 procent van het eilandje bestaat uit ongerepte mangrovebossen en lege stranden. In de omringende zee gingen ooit Spaanse galjoenen ten onder, en volgens de overlevering waren het piraten op zoek naar zoet water die zich als eerste Europeanen vestigden op het eilandje, waar tot dan toe enkele Maya-families woonden, aldus The Financial Times.
Het leven op Holbox speelt zich af aan en op het water. Van juni tot en met september zwemmen walvishaaien door de met fytoplankton verrijkte wateren van de Golf van Mexico, en vanaf Isla Holbox kunnen bezoekers een tour boeken om de reuzen te zien foerageren. Tot de touroperators behoort VIP Holbox Experience, dat snorkelsessies aanbiedt (op veilige afstand van de walvishaaien), met één gids per twee gasten. Zeil naar het naburige Isla Pájaros, waar je 150 soorten vogels kunt spotten, waaronder fregatvogels en flamingo’s die hier komen broeden.
Tegen zonsondergang lijkt de hele bevolking bij de pier samen te komen om het vurige spektakel gade te slaan. Op maanloze nachten glinsteren de stranden en de zee van de bioluminescerende fytoplankton, die extra licht afgeeft als kajakkers door het ondiepe water peddelen.
Slenteren en nippen
rond paden van zand) zijn beschilderd met muurschilderingen in felle kleuren. De ‘hoofdstraat’ – de Calle Tiburón Ballena of ‘Walvishaaistraat’ – loopt tussen het strand en een rij familie- en boetiekhotelletjes met rieten daken en eterijen in de openlucht, onder afdakjes van palmbladeren. Maar een klein gedeelte van het langgerekte eilandje is bewoond en door de afwezigheid van grote hotelketens voelt Holbox nooit te toeristisch aan.
Als je je strooien hoed of strandtas bent vergeten, breng dan een bezoekje aan de beste boetiek op het eilandje, La Bazaar, dat binnen de openluchtbar Luuma is gevestigd. Na wat gesnuffel door rekken met bikini’s en met de hand geweven kaftans (die je hier gemakkelijk als avondkleding kunt gebruiken), neem je plaats aan een van de tafeltjes in het zand en geniet je van Luuma’s tropische cocktails.
Hoewel Holbox minder dan tweeduizend inwoners telt, vind je hier ruim vijftig restaurants en bars, die zich vooral op twee specialiteiten richten: pizza met kreeft en taco’s. Barba Negra serveert enkele van de inventievere schotels op het eilandje. Een paar tentjes concurreren met elkaar als het gaat om de vraag wie de beste pizza met kreeft serveert, waaronder het relaxte Roots en Edelyn Pizzeria, dat beweert het gerecht te hebben uitgevonden.
Plan je reis
Op twee uur rijden ten noordwesten van Cancún ligt het havenstadje Chiquilá, dat je ook met een luchthavenbus kunt bereiken, bijvoorbeeld met STP Caribe. Vanuit Chiquilá gaat de veerpont naar Isla Holbox, die er zo’n twintig minuten over doet. Aan de haven zijn beveiligde parkeerplaatsen voor minder dan 2,50 euro per dag te huren. (Als je het niet erg vindt om er wat langer over te doen, kun je ook de bus naar Chiquilá nemen, vanaf het busstation in het centrum van Cancún.)
Eenmaal op Isla Holbox word je voor een paar dollar in een golfkarretje naar je hotel gebracht. Het ritje duurt tien minuten en brengt je via de ‘hoofdstraat’ naar het enige plaatsje op het eiland: Holbox. De voornaamste transportmiddelen hier zijn fietsen en golfkarretjes, en je vindt meerdere verhuurders op het eilandje terwijl de hotels hun eigen strandkarretjes aanbieden. Maar alles is hier ook gewoon te belopen. Aan de noordwestkust van het eilandje, op vijf minuten wandelen van Holbox, staan meerdere hotels met palmenhutten.
In Ser CasaSandra, een achttien kamers tellende oase die werd opgezet door de Cubaanse kunstenares en verzamelaar Sandra Pérez Lozano, geven de zorgvuldig uitgezochte antieke meubelen en kunstwerken jouw verblijf een huiselijke sfeer. Verwacht in deze rustieke maar sjieke kamers geen tv’s, telefoons, wekkers of radio’s – maar wel een eigen yogastudio. Eten in het bij kaarslicht fonkelende Ser Esencia is een goed idee; het restaurant serveert ook een strandmenu.
Om de hoek ligt het familiehotelletje Punta Caliza, met een meer minimalistische stijl. De kamers van het designhotel, dat is opgetrokken uit cederhout afkomstig van de familieboerderij in Tabasco, worden niet door een veranda maar door een waadpoel met elkaar verbonden.
Journaliste Lane Nieset woont in Parijs en schrijft over reizen, eten, wijn en cultuur. Volg haar op Twitter of Instagram.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com