Wandelen in de Ardennen klinkt in alle opzichten als een ontspannende activiteit, maar wanneer ik me op een zonnige dag door de bossen ten zuiden van Dinant beweeg, is mijn ervaring vooral te omschrijven als stressvol. De route van zo’n dertig kilometer blijkt bezaaid met dichte begroeiing, glibberige hellingen en rupsen die aan draden boven het pad bungelen.
Tijdens het wandelen houd ik mijn regenjasje voor me uit, als een schuchtere matador die probeert de brandnetels, doornstruiken en insecten rond het pad te temmen. Tevergeefs. Als de natuur een stier is, dan heeft hij me allang op zijn hoorns genomen.
Andere wandelaars kijken me aan met een mengeling van bezorgdheid en medelijden. Ik mompel een bonjour en probeer me in te beelden wat ze zien: de rupsen in mijn haar, het abstracte kunstwerk van moddervegen op mijn blote benen en de boodschappentas van Delhaize die als een geïmproviseerde rugzak aan mijn schouders hangt.
Wandelen in de Ardennen: vijf tips
Ook na deze vernederende ervaring zou ik iedereen aansporen om in de Ardennen te gaan wandelen, zowel in de omgeving van Dinant als van Malmedy of Durbuy. Het bosrijke middelgebergte is een van de mooiste natuurgebieden van de Lage Landen, en ondanks de melodramatische momenten heb ik intens genoten. Mijn inspanningen werden beloond met een eindeloze soundtrack van vogelzang en weidse uitzichten op rotswanden, heuvelland en een aantal van de mooiste kastelen in de Ardennen.
1. Onderschat ‘uitdagende’ routes niet
Toen ik koos voor een uitdagende wandelroute door de Ardennen, dacht ik dat die moeilijkheidsgraad vooral verwees naar de afstand. Een wandeling van dertig kilometer over heuvelachtig terrein is niet voor iedereen weggelegd, dacht ik, maar mijn hardloopbenen zouden met zo’n route wel raad weten. Ik had er niet over nagedacht dat ‘uitdagend’ ook kon betekenen dat delen van het pad bijna verticaal langs omhoog of omlaag liepen, en dat andere stukken overwoekerd waren met brandnetels.
2. Bedek je benen
Dat brengt me bij het volgende punt. Het maakt niet uit hoe warm, droog en zonnig het is; wie door bebost gebied trekt, kan het beste een lange broek dragen. Ondanks dat ik dit wel wist besloot ik te wandelen in de Ardennen in mijn korte broek. Het resultaat: benen vol schrammen en brandneteluitslag, en een continue angst dat teken en andere insecten zich tegoed zouden doen aan mijn ontblote dijen.
3. Ken je rupsen
De brandharen van de eikenprocessierups veroorzaken hevige huidirritaties, dus wanneer je deze pluizige beestjes tegenkomt, moet je goed oppassen. Toen ik tientallen rupsen aan draden boven het pad zag hangen, overwoog ik in eerste instantie rechtsomkeert te maken.
Uiteindelijk besloot ik de dieren met een tak en uiterste concentratie te verhuizen naar de planten langs het pad. Het werd een ritueel dat ik meerdere keren langs de route moest herhalen. Pas na de wandeling vertelde het internet me dat ik die dag geen enkele eikenprocessierups gezien heb. De beestjes waar ik tijdens het wandelen zo bang voor was, bleken onschuldige spinselmotrupsen en buxusmotrupsen.
4. Reken niet op supermarkten
Waarom wandelde ik door de Ardennen met een boodschappentas op mijn rug? Omdat ik als naïeve stadsbewoner had gedacht dat ik op zaterdagochtend bij de lokale supermarkt nog wel een rugzakje zou kunnen scoren. De niet-zo-verrassende realiteit: niet elk dorp in de Ardennen is uitgerust met supermarkten of restaurants, en niet elke supermarkt is uitgerust met rugzakken.
5. Wijk af van de route (maar niet van het pad!)
Ik ben ervan overtuigd dat ik de wandeling puur dankzij mijn koppigheid heb kunnen doorzetten, maar die karaktereigenschap vormt soms ook een gevaar. Zo bleef ik halsstarrig de route volgen die ik gepland had, zelfs als er paden verschenen die beter begaanbaar waren en waarmee ik de tocht had kunnen inkorten.
Ongeveer halverwege de wandeling stond ik voor een splitsing. Mijn geplande route volgde het rechterpad: een steile modderglijbaan die tientallen meters naar beneden het bos in stortte. Links lonkte de andere optie: een goed begaanbaar pad langs een weide met koeien.
Op de kaart zag ik dat ik daarmee een kilometer van mijn route zou afsnijden om vervolgens weer uit te komen bij de geplande wandeling. Ik besloot eindelijk mijn trots opzij te schuiven en de makkelijke weg te kiezen. Terugkijkend denk ik dat dit mijn beste beslissing van de dag was.
Voor de duidelijkheid: afwijken van de route is iets anders dan afwijken van het pad. Verlaat bij wandelingen door natuurgebieden nooit het pad – hoe overwoekerd, modderig of vergeven met rupsen het ook is.
Nog niet uitgelezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.