Dit verhaal is tot stand gekomen in samenwerking met Turismo Asturias
In het uiterste noorden van Spanje ligt het prinsdom Asturië, de groenste van de zeventien autonome regio’s die het land telt. Met een oppervlakte van ruim tienduizend vierkante kilometer is het bijna net zo groot als Vlaanderen, en ongeveer een derde van dat grondgebied is beschermde natuur.
Er is veel te beleven in Asturië. Zo vind je er zeven Unesco-biosfeerreservaten, één nationaal park, en er leven ruim vierhonderd verschillende vogelsoorten. Ontdek hieronder vijf hoogtepunten voor een fantastische reis.
1. Pico Pienzu
Als er één plek is waar de verscheidenheid van Asturië zich perfect laat zien, dan is het vanaf de 1165 meter hoge Pico Pienzu. Het is het hoogste punt van de Sierra del Sueve, gelegen op enkele kilometers uit de kust.
De top ligt aan het einde van een goed gemarkeerde wandelroute. Het startpunt is het eveneens fotogenieke uitkijkpunt Mirador del Fitu, vanwaar je een spectaculair uitzicht hebt over het omliggende landschap.
2. Wandelen langs de wilde kustlijn
De kustlijn van Asturië is vierhonderd kilometer lang, telt ruim tweehonderd stranden en behoort tot de best beschermde kust van het land. Hier sieren vuurtorens, kliffen, en uitkijkpunten het landschap. Verschillende wandelroutes verbinden vissersdorpjes waar men tradities in ere houdt en je kunt aanschuiven voor verse zeevruchten.
Vanaf de Sierra del Sueve heb je onder andere zicht op de Cantabrische Zee met daarin El Cachucho, het eerste maritieme reservaat van Spanje. Dit uitgestrekte onderwatergebied staat bekend om zijn rijke biodiversiteit.
Hier leven onder meer de reuzeninktvis en de pijlstaartrog. Het reservaat is daarnaast geliefd onder walvissen en dolfijnen: maar liefst zeven van ’s werelds twintig walvissoorten komen er voor.
3. Nationaal Park Picos de Europa
Vanaf de kust gaat het landschap meteen de hoogte in. Eerst de Sierra del Sueve met de hierboven genoemde Pico Pienzu, en dieper landinwaarts de imposante toppen van Picos de Europa, die tot boven de 2500 meter reiken.
Dit eerste nationale park van Spanje dient sinds de oprichting in 1918 als voorbeeld voor natuurbescherming in Asturië. Kenmerkend zijn de natuurlijke grotten waar al eeuwenlang de hooggebergtekazen cabrales and gamonéu worden gerijpt, en de rijke fauna: soorten als de lammergier en muurklimmer komen er voor.
4. Volg het berenpad Senda del Oso
Sinds 1980 zit ook de populatie van de Cantabrische bruine beer in de lift. Dankzij natuurbeleid leven er inmiddels meer dan driehonderd in de vrije natuur, vooral in Natuurpark Somiedo en Natuurpark Fuentes del Narcea, Degaña e Ibias.
Dwars door het berengebied loopt ook het Berenpad: de Senda del Oso. Dit voormalige mijnspoor is omgevormd tot wandel- en fietspad en voert langs indrukwekkende landschappen. Tussen Santo Adriano en Proaza passeer je bovendien een berenverblijf van de Brown Bear Foundation, waar momenteel de beer Molina wordt verzorgd, die na een ongeluk is gered. Het is mogelijk om de beer bij het hek van het verblijf te zien, maar een ontmoeting met een wilde beer op de rest van de route vrijwel uitgesloten.
5. Natuurreservaat Muniellos
In het zuiden van Asturië ligt natuurreservaat Muniellos – een van de best bewaarde bossen van Europa. Dit uitgestrekte eikenwoud, dat deel uitmaakt van het biosfeerreservaat Fuentes del Narcea, Degaña e Ibias, is zo bijzonder dat het aantal bezoekers bewust wordt beperkt. Slechts twintig mensen per dag mogen het betreden, om de kwetsbare natuur te beschermen.
Wie een toegangsvergunning weet te bemachtigen, wandelt door een oerbos waar eeuwenoude zomereiken, beuken en bergrivieren het landschap sieren. In de herfst verandert Muniellos in een mozaïek van goud, rood en koper, en met wat geluk kun je er sporen vinden van de Cantabrische bruine beer of het auerhoen. De stilte en ongereptheid maken het tot een van de indrukwekkendste natuurervaringen van Spanje.
Meer inspiratie voor een reis naar Asturië? Bekijk alle tips op de website van Turismo Asturias.