Afgelopen oktober maakte het Amsterdamse Van Gogh Museum bekend zijn felbegeerde Pikachu-Pokémonkaart niet langer uit te geven. In de dagen voorafgaand aan de aankondiging had de kaart, die binnen een mum van tijd honderden euro’s in waarde steeg, voor commotie gezorgd in en rond het museum. Om de chaos het hoofd te bieden, wordt ‘Pikachu met grijze vilthoed’ daarom niet langer verstrekt, zo liet het museum weten.

Dat dergelijke verzamelwoede geen nieuw fenomeen is, wijst de geschiedenis uit. De ruilkaart is van alle tijden – en drommen grijpgrage verzamelaars ook. Dit is de geschiedenis van het kaartspel in vogelvlucht.

Dominokaarten in China

Het is onduidelijk waar en wanneer het kaartspel werd uitgevonden, maar zeker is dat het in het China van duizend jaar geleden razend populair was. Zogenoemde dominokaarten bestonden al in de Tangdynastie, die regeerde tussen 618 en 907 na Christus. De papieren of perkamenten kaarten werden met de hand beschilderd, en ten tijde van de latere Mingdynastie kwamen daar personages uit populaire romans bij. Ook ‘geldkaarten’ waren in trek, met kleuren geïnspireerd op oud Chinees geld.

Vanuit China reisde de speelkaart langs de zijderoute naar het Midden-Oosten. Zo is er een kaartspel dat uit de tijd van het Mammelukkensultanaat Caïro dateert, dat bestond tot 1517. Hoe het kaartspel uiteindelijk naar Europa kwam, is niet zeker, maar naar alle waarschijnlijkheid brachten veertiende-eeuwse kruisvaarders het mee.

De joker als troef

In de Middeleeuwen werden speelkaarten voor het eerst gebruikt voor waarzeggerij. Zo werd onder meer de tarotkaart, die oorspronkelijk alleen als speelkaart diende, waarzeggende krachten toeschreven. Tegenwoordig is het Franse kaartspel, bestaande uit 52 kaarten, het bekendst. Onder meer het simpele ontwerp – met de welbekende harten, ruiten, klaveren en schoppen – maakte het spel zo populair. Rond 1860 deed de joker zijn intrede, die ten tijde van de Amerikaanse Burgeroorlog werd geïntroduceerd als troefkaart voor het spel Euchre.

Van console naar karton

Rond datzelfde jaar won ook de ruilkaart aan populariteit. In eerste instantie als kartonnen reclamekaart in onder meer sigarettenpakjes, om de verpakking stijf te houden. In de periode dat honkbal een professionele sport werd, raakten ook de sportkaarten in zwang. Die vond je in snoep- en tabaksproducten – en betekenden het begin van de ruil- en verzamelcultuur zoals we die nu kennen.

Op 27 februari 1996 werd Pocket Monsters uitgebracht: een handheld computerspel voor de Japanse Nintendo Game Boy. In het spel verzamelden spelers zogenoemde Pocket Monsters – die later Pokémon werden genoemd – om ze vervolgens met elkaar te ruilen via een kabelverbinding. Enkele maanden later maakte Pokémon de oversteek van console naar karton. Het Pokémon-ruilkaartspel bestond toen nog slechts uit 102 geïllustreerde kaarten. Inmiddels zijn dat er meer dan tienduizend – en ‘Pikachu met grijze vilthoed’ is er een van.

pokemonkaarten
OREOLIFE//Alamy
Pokémonkaarten worden gebruikt om mee te spelen en om te verzamelen. Zeldzame Pokémonkaarten kunnen wel duizenden euro’s waard worden.