In 1988, eeuwen na zijn gouden tijd, werd het West-Afrikaanse Timboektoe – lange tijd synoniem aan het uiterste einde van de aarde – opgenomen in de Werelderfgoedlijst.
Timboektoe was onder verschillende Afrikaanse heerschappijen een centrum van wetenschap, met een universiteit van 25.000 studenten en andere madrassa’s die dienst deden als voedingsbodem voor de verspreiding van de Islam in Afrika tussen de dertiende en zestiende eeuw. Heilige moslimteksten in gebonden uitgave werden van ver naar Timboektoe gebracht zodat vooraanstaande geleerden uit onder meer Caïro, Bagdad en Perzië die in de stad verbleven, ze konden inzien. De belangrijkste intellectuele verworvenheden van de Islam, over onder andere astronomie, wiskunde, geneeskunde en rechten, werden hier verzameld en geproduceerd in enige honderdduizenden manuscripten. Er bleven er vele bewaard en deze vormen, ondanks hun kwetsbare staat, een geschreven weergave van de Afrikaanse geschiedenis van onschatbare waarde. Lees hier meer.
Timboektoe is nog maar een schim van zijn vroegere glorie en zal op de meeste reizigers provinciaal en vervallen overkomen.
Maar de centrale rol die de stad ooit als oase van islamitische scholing innam, wordt weerspiegeld in Timboektoe’s drie grote moskeeën van hout en leem: de Djinguereber, de Sankoréen de Sidi Yahya, die herinneren aan het gouden tijdperk van deze stad. De veertiende- en vijftiende-eeuwse heiligdommen waren tevens de plek waar de islamitische geleerden woonden die als ‘Vredesambassadeurs’ bekend stonden.
De meeste manuscripten van Timboektoe zijn privébezit en worden al jarenlang verborgen gehouden. Sommige zijn verdwenen op de zwarte markt die een deel van Timboektoe’s ziel dreigt te vernietigen. Er is hoop dat hier bibliotheken en cultuurcentra kunnen worden opgezet om de kostbare collecties te beschermen en als belangrijke toeristische inkomstenbron te dienen. De eerste bescheiden stappen in die richting zijn inmiddels gezet.
In het oude Timboektoe was religie niet de enige nering. Timboektoe ligt aan de rivier de Niger, in een gebied waar de Noord-Afrikaanse savannes overgaan in het eindeloze zand van de Sahara. De exotische sfeer die de naam ‘Timboektoe’ nog steeds oproept, wordt deels bepaald door het feit dat de stad een pleisterplaats op een belangrijke kamelen karavaanroute was. Zelfs vandaag de dag heeft de stad nog een beetje die functie. In de glorietijd van Timboektoe was zout uit de woestijn van grote waarde en zorgde samen met ander karavaangoederen voor veel welvaart. Het waren ook deze winstgevende karavanen die de eerste geleerden naar de stad brachten.
In de zestiende eeuw begonnen Marokkaanse indringers de geleerden te verdrijven, waarna de handelsroutes langzaam naar de kustgebieden werden verlegd. Het belang en prestige van de stad ebden weg en de geleerden verspreidden zich naar andere centra. In de negentiende eeuw verdween de reeds vergane glorie van Timboektoe onder het koloniale bestuur van de Fransen nog verder op de achtergrond.
In de afgelopen decennia ging het met Timboektoe zó bergafwaarts dat de stad na enkele jaren op de Werelderfgoedlijst in 1990 alweer op de lijst van bedreigd werelderfgoed werd geplaatst. Maar in 2005 werd de stad na belangrijke verbeteringen in de conservatie van de drie grote historische moskeeën weer van die dreigingslijst afgehaald.
Timboektoe weet maar met moeite toeristen aan te trekken en het soort toerisme te ontwikkelen dat recht doet aan het verleden. Naar aanleiding van nieuwe bouwprojecten in de buurt van de moskeeën houdt het Werelderfgoed comité de situatie nauwlettend in de gaten. Gelegen aan de rand van de Sahara heeft Timboektoe ook te kampen met het oprukkende woestijnzand.
In 2012 werd de stad vanwege de dreiging van gewapende conflicten opnieuw in de lijst van bedreigd werelderfgoed opgenomen.
Bekijk ook de pagina: Zinderend Zuid-Afrika