Tientallen pages dansen door de lucht. We zetten de auto aan de kant om te kijken. We rijden al bijna drie uur met de auto door Belize en er valt onderweg genoeg te zien. De rit vanaf San Ignacio slingert door San Antonio, een Mayadorp waar ook mijn gids Israel Canto woont. We rijden door het Mountain Pine Ridge Forest Reserve en het nabijgelegen, verlaten dorpje waar op een duurzame manier hout wordt gewonnen. We maken een pitstop om de benen te strekken in het enorme gangenstelsel van de Rio Frío-grot. Helaas zit de rit er alweer bijna op. We hebben nog een paar kilometer zandweg te gaan tot de grootste Mayasite van Belize. Deze is groter dan zijn beroemde buur Tikal in Guatemala. We arriveren in Caracol.
Een verborgen pareltje
Ik heb nog nooit zoiets gezien. Slechts een handjevol mensen, inclusief ons groepje van vier, verkent het gebied. Er is geen souvenirwinkel of restaurant. Er wordt niet eens water verkocht. Dit zijn de geweldige voordelen als je van de gebaande paden gaat.
De geschiedenis van deze Mayastad is om allerlei redenen uniek. Een interessante cultuuromslag was het bestuurssysteem. Dit voor de oude Mayawereld unieke systeem “perkte de macht van de heerser in,” zegt dr. Arlen Chase van de University of Nevada in Las Vegas. In 562 n.Chr. versloeg Caracol zelfs het sterke koninkrijk Tikal dat iets naar het westen lag in wat nu Guatemala is. “Dit luidde het begin in van een sombere periode voor de stad Tikal, waarin geen gebouwen of monumenten werden gebouwd,” zegt Canto. Zijn overgrootvader, Rosa Mai, ontdekte de plek in 1937 en meldde de vondst bij de archeologische opzichter, A. Hamilton Anderson.
“We hebben veel opvattingen over hoe een Mayastad is opgebouwd en wat een Mayastad is met succes kunnen weerleggen,” vertelt Chase. “Toen we hier aan de slag gingen, geloofde niemand dat Caracol net zo groot zou zijn als wij beweerden.” Een feit dat ze met LiDAR-scans hebben bevestigd.
Vanaf 1985 namen Chase en zijn vrouw, dr. Diane Chase, archeologische onderzoeksteams mee naar Caracol. Die reis duurde toen maar liefst twee dagen. In 2002 leverde de overheid van Belize een weg op waarmee de reis tot enkele uren werd ingekort. Nu komen er ongeveer tienduizend bezoekers per jaar naar Caracol. Dat zijn er slechts een paar dozijn per dag.
Wat ligt er in het verschiet?
Dit zal de komende jaren naar verwachting veranderen. De Belizaanse overheid wil de weg in 2019 verharden. Chase hoopt dat dit uiteindelijk leidt tot de aanleg van een brug, zodat bezoekers van het centrum van Caracol naar woningen en terrassen rond de stad kunnen lopen. Er zullen waarschijnlijk ook meer voorzieningen komen en grote reisgroepen van cruiseschepen zullen regelmatig de stad bezoeken.
Chase hoopt wel dat enkele van de unieke vrijheden van Caracol ondanks alle ontwikkelingen en de stijgende populariteit blijven. Bijvoorbeeld dat bezoekers naar de top van de tempels en andere gebouwen kunnen klimmen, zoals Caana, het hemelpaleis dat een adembenemend uitzicht op de weelderige jungle biedt.
Canto bezoekt de plaats al sinds eind jaren tachtig en hoopt de toekomstige ontwikkelingen ook te kunnen meemaken. “Ik ben van mening dat deze bijzondere plek een werelderfgoedlocatie moet zijn en de kans moet krijgen om volgens duurzame en educatieve normen te groeien,” zegt hij.
Die duurzaamheid omvat bijvoorbeeld meer beveiliging en voorschriften voor het aantal bezoekers en wat ze mogen doen. Maar dat zal nog lang op zich laten wachten. Chase: “De versteviging houdt in dat de locatie ‘toeristbestendig’ is gemaakt om te waarborgen dat er geen schade aan de bouwwerken kan worden toegebracht.”
Wanneer de locatie beter bereikbaar is, hoopt Chase dat steeds meer delen toegankelijk worden gemaakt voor toeristen. Hierdoor zal het voetverkeer ook meer worden verspreid. Tot die tijd is deze verborgen parel de omweg zeker waard.
Lees ook: Belize, het geheim van Midden-Amerika
Bekijk ook: Nieuwe vondsten bij Tikal door LiDAR-radar
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com