Alle wegen leiden naar Rome, zeggen ze weleens. Toch heeft het mij 29 levensjaren gekost om de weg naar de eeuwige stad daadwerkelijk te vinden. In de lente van 2022 boekte ik voor het eerst een weekendje bella Roma – en dat viel niet tegen.

Wat moet je echt bezoeken in Rome?

Al voor ik voet op Italiaanse bodem zette, kon ik me levendig voorstellen hoe het zou zijn om in Rome rond te dwalen. Ik zag mezelf al langs de oevers van de Tiber wandelen met een punt pizza in mijn hand en de zon op mijn kruin, overdonderd en opgewekt door de combinatie van oogverblindende architectuur en perfect gezette espresso’s.

En eerlijk gezegd: zo was het precies. Van alle loftuitingen over Rome is geen woord gelogen. Werkelijk alles is er mooi. Afhankelijk van hoe lang je er verblijft, zul je dus keuzes moeten maken. Drie hoogtepunten voor een bezoek aan Rome.

1. Een bezoekje aan het Colosseum

Het Colosseum, of het Amphitheatrum Flavium, werd tussen zeventig en tachtig na Christus gebouwd. Keizer Vaspasianus, en later zijn zoon en opvolger keizer Titus, lieten het enorme bouwwerk optrekken om indruk te maken op hun volk en zo aan populariteit te winnen. Het amfitheater werd gebruikt voor gladiatorengevechten en andere openbare schouwspelen en bood ruimte aan tussen de vijftig- en tachtigduizend toeschouwers. Door verschillende aardbevingen en hergebruik van het overgebleven marmer, raakte het gebouw flink beschadigd. Vandaag de dag staat slechts een deel nog overeind.

Een bezoek aan het Colosseum is indrukwekkend, maar ook tijdrovend. Een kaartje verleent ook toegang tot het Forum Romanum (het oude centrum van het Romeinse Rijk) en het Palatijn (de eerst bewoonde heuvel van de stad). Ik trok voor alle drie een ochtend uit, maar achteraf had ik er graag langer rondgestruind. Las er dus vooral voldoende tijd voor in.

2. Een avondwandeling door Trastevere

De naam Trastevere is afgeleid van het Latijnse trans Tiberim, dat ‘aan de andere kant van de Tiber’ betekent. Logischerwijs ligt deze pittoreske woonwijk dus aan de westkant van de Tiber, met het bruisende Piazzi di Santa Maria als middelpunt. Trastevere staat bol van de goede hotels, cafés en restaurants, en de gezellige smalle steegjes en levendige pleinen lenen zich uitstekend voor een wandeling in de avondzon.

Ik at er Romeinse risottoballetjes bij Supplì Roma en pasta all’arrabbiata bij Da Enzo al 29 – al durf ik te wedden dat de minder bekende trattoria er vast even zo smakelijke gerechten serveren. Trastevere bereik je het beste met de bus, maar het leukst is het natuurlijk om deze authentieke Italiaanse volkswijk te voet te verkennen – eventueel met een bekertje Aperol Spritz to go!

3. Een fietstour langs de highlights

Als ras-Amsterdammer voel ik mij ergens pas écht geland als ik mijn stalen ros van stal heb kunnen trekken. In Rome deed ik dat middels een georganiseerde fietstour met Nederlandse gids. In een middag fietsten we van de Tempel van Mars Ultor via de Trevifontein naar Vaticaanstad en weer terug.

Er zijn maar weinig toeristen die Rome op de fiets doorkruisen, terwijl de infrastructuur zich er prima voor leent. Zo bezoek je Via Appia, een oude Romeinse heerweg, zelfs het allerbest op je tweewieler. Eenmaal weer met beide benen op de grond ben je een schat aan informatie rijker en slechts een paar tientjes lichter. En geloof me: er is weinig zo relativerend een fietstocht door het imposante Rome tussen de broodnuchtere Rotterdammers en Achterhoekers. Een ervaring die ik iedereen gun!