Het Potalapaleis ligt op een hoogte van ruim 3600 meter, en is daarmee het hoogstgelegen paleis ter wereld. Het dertienhonderd jaar oude gebouw werd ooit opgericht als een teken van liefde. De Tibetaanse koning Songtsen Gambo gaf opdracht voor de bouw ter ere van zijn huwelijk met prinses Wencheng van de Chinese Tang-dynastie. Uiteindelijk kregen monniken de heerschappij over Tibet. Het paleis werd uitgebreid en omgebouwd tot het winterverblijf van de Dalai Lama. Toen die echter in 1959 in India in ballingschap ging, kwam het paleis in handen van de Chinese regering. Het terrein werd een museum.

Desondanks is het Potalapaleis nog steeds een icoon voor de regio en een mekka voor boeddhisten uit de hele wereld. De naam Potala verwijst naar een heilige berg in India, waar de Boeddha van compassie zou huizen. Gedurende het hele jaar maken duizenden religieuze pelgrims met gebedswielen en kralen een rondgang om het paleis om te worden gezegend. Velen leggen voor hun bezoek aan het heiligdom te voet honderden kilometers af.

Het gebouw, dat uitgroeide tot een van de bekendste heiligdommen ter wereld, telt meer dan duizend kamers. Daarin bevinden zich zo'n tienduizend beschilderde rollen, 698 muurschilderingen en duizenden prachtige standbeelden gemaakt van kostbare materialen en edelstenen. Ook zijn er de tombes te vinden van acht dalai lama's, honderden heilige boeddhistische geschriften en verschillende altaren. Boterkaarsen verlichten de gangen en in bijna elke publieke ruimte staan monniken die opletten dat bezoekers zich met gepaste eerbied gedragen.

Het gebouw bestaat uit twee gedeelten, het Rode Paleis en het Witte Paleis. Het eerstgenoemde heeft een religieuze bestemming, het tweede wordt gebruikt voor bestuurszaken. De verschillende gedeelten zijn ook letterlijk rood en wit; elke herfst krijgen de gebouwen een nieuwe laag verf, die wordt gemaakt van melk, honing en suiker.

Het Potalapaleis werd in 1994 door UNESCO uitgeroepen tot werelderfgoed. In respectievelijk 2000 en 2001 werden daar ook de naastgelegen Jokhang tempel en het Norbulingkapaleis aan toegevoegd. De Jokhang tempel wordt gezien als de heiligste tempel van Tibet. Het Norbulingkapaleis deed ooit dienst als zomerverblijf voor verschillende opeenvolgende dalai lama's. Alle drie deze gebouwen vormen een prachtige belichaming van de Tibetaanse cultuur. Ondanks het feit dat ze in de loop van de geschiedenis beschadigd raakten door natuurlijke of menselijke oorzaken, zijn het internationale iconen die door de eeuwen heen spiritueel van belang en intact zijn gebleven.

Hoe kom je er?

Je kunt vliegen op luchthaven Lhasa Gonggar, of per trein naar de stad reizen. Wie per vliegtuig of trein naar Tibet wil reizen, moet over een vergunning beschikken die uiterlijk veertien dagen van tevoren moet worden aangevraagd.

Hoe verloopt een bezoek?

Het Potalapaleis is alleen met een groepstour te bezoeken. Een tour duurt maximaal een uur en het is niet toegestaan om foto's te nemen. Hoewel het paleis en de omringende tempels zeer zeker toeristische bezienswaardigheden zijn, zijn veel van de bezoekers Tibetaanse pelgrims die naar de heilige plaats gaan om te bidden.

Wanneer kun je gaan?

Lhasa is een van de hoogstgelegen steden ter wereld, en het kan er dus behoorlijk koud worden in de winter. De zomer is de beste tijd voor een bezoek. Het hoogseizoen voor toeristen is van juni tot augustus.

Lees ook: 100 dagen Tibet – een ingeloste belofte

Dit verhaal werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com