De populaire werkvakanties in Australië kwamen de afgelopen maanden sterk onder druk te staan. Elk jaar trekken zo’n 40.000 jongeren naar Australië om daar te werken op boerderijen (en dergelijke), en zo tot 18.200 belastingvrije dollars te verdienen. Daarna vertrekken ze meestal richting Azië, waar ze maandenlang kunnen teren op hun zuurverdiende spaarcenten.

Volgens boerderij.nl dragen die jongeren, waaronder veel Nederlanders, zo’n $3,5 miljard (€2,4 miljard) bij aan de economie van Australië. Toen de regering enkele maanden geleden een backpackersbelasting van 32,5% op elke verdiende dollar voorstelde, kwam dan ook veel tegenwind van reizigers, boeren en betrokkenen uit de toeristenindustrie.

Na een discussie van ongeveer twaalf maanden maakte Scott Morrison, lid van het Australische parlement, recentelijk bekend alsnog door te gaan met de nieuwe inkomstenbelasting, zij het op iets mildere schaal. Vanaf 1 januari 2017 moeten backpackers die een centje willen verdienen 19% van hun inkomsten afstaan, tot een bedrag van $37.000. Als troostprijs wordt een visum voor deze werkvakanties wel $50 goedkoper.

Dat neemt alsnog voor veel work and travel-toeristen een belangrijke reden weg om naar Australië te gaan. Uit een studie van dr. Jeff Jarvis van Monash University blijkt dat zo’n 60% van de backpackers niet gegaan zou zijn bij een belasting van 32,5%, meldt boerderij.nl. Wat deze nieuwe belasting met het bezoekersaantal zal doen is nog maar de vraag.

Meer over Australië? Bekijk dan ons dossier!