Garret Dickman, ecoloog van het Yosemite National Park, heeft in zijn loopbaan al heel wat angstaanjagende en intense bosbranden meegemaakt. Dus toen vorige week niet ver van de beroemde Mariposa Grove – een opstand van zo’n vijfhonderd volgroeide reuzensequoia’s, waarvan er enkele meer dan tweeduizend jaar oud zijn – de grote Washburn Fire uitbrak, was zijn eerste reactie een stevige vloek. Niet wéér, hè, dacht hij bij zichzelf.

In de afgelopen vijf jaar is er in Californië een ongekend aantal reuzensequoia’s verloren gegaan. Gedurende 2021 en 2022 is bij een hele reeks plotseling uitbrekende, felle bosbranden in een periode van amper één jaar en drie maanden naar schatting 13 tot 19 procent van alle volgroeide reuzensequoia’s in vlammen opgegaan. Veel onderzoekers en bomenliefhebbers als Dickman krijgen een knoop in hun maag als ze horen dat er een nieuwe bosbrand is uitgebroken, want ze weten dat zo’n brand snel tot de zoveelste ramp voor deze bomen kan uitgroeien.

Maar daarna haalde hij even rustig adem. In het Yosemite National Park, en vooral de Mariposa Grove, loopt een van de oudste programma’s in de VS voor de toepassing van ‘beheersbranden’. Sinds 1971 hebben brandbestrijders van het park het beroemde bos beschermd met behulp van twintig zorgvuldig gecontroleerde, niet-intensieve branden (gemiddeld twee à drie per jaar), waardoor hoogst ontvlambaar materiaal als dorre bladeren en dode takken wordt verwijderd. Die aanpak beschermt de reuzensequoia’s tegen de echt rampzalige bosbranden. Het programma kan niet voorkomen dat de bomen tijdens bosbranden enige schade oplopen, maar zorgt er wel voor dat ze een veel grotere kans hebben om grote branden te doorstaan.

This is an image
Kevin Cooley, Redux

Dankzij eerdere beheersbranden bleef een ziedende vuurzee uit de buurt van een opstand van reuzensequoia’s

Toen er onlangs aan de zuidgrens van het Yosemite National Park een grote bosbrand uitbrak, maakten beambten van het park zich zorgen over het voortbestaan van honderden reuzensequoia’s, die niet ver daarvandaan in de Mariposa Grove groeiden. Maar de Washburn Fire trok om de opstand heen en spaarde de woudreuzen. Deze verandering in het ‘gedrag’ van het vuur is te danken aan een langjarig programma van beheersbranden, waarbij ontvlambaar materiaal in het bos – het materiaal dat bosbranden van brandstof voorziet – stelselmatig wordt opgeruimd.

Het vuur plant zich door dichter woud voort

Wetenschappers denken dat deze bossen lang geleden om de vijf tot zeven jaar in brand vlogen als gevolg van blikseminslagen of door kampvuren van inheemse indianenstammen in het gebied. Op 14 juli trok de Washburn Fire oostwaarts, richting het Sierra National Forest, waar het bossen met veel dode bomen in de as legde. In deze gebieden zijn er in de recente geschiedenis geen beheersbranden toegepast.

--

‘Het zijn dit soort omstandigheden waarop we ons de afgelopen vijftig jaar hebben voorbereid,’ zegt Dickman. ‘We weten wat we doen; we weten hoe we deze bomen kunnen redden.’

Op die veertiende juli was er bij de Washburn Fire al een kleine achttien vierkante kilometer bos in vlammen opgegaan en was de brand nog maar voor 23 procent onder controle. De oorzaak van de Washburn Fire is niet bekend, maar op een recente openbare bijeenkomst zei de voorman van het park dat de brand het gevolg was van menselijke activiteit.

In het gat van de ‘Donut’

Tot dusver lijkt het al tientallen jaren lopende programma van beheersbranden goed te werken. De ring van bossen rond de Mariposa Grove, die van de plaatselijke brandbestrijders de bijnaam ‘Donut’ heeft gekregen, is in de laatste jaren niet uitgedund of met behulp van beheersbranden aangepakt. Volgens Kristen Shive, een brandecologe die binnenkort aan de University of California in Berkeley gaat werken voor het programma voor speciale beurzen van het Amerikaanse ministerie van Landbouw, zaten deze bossen dan ook ‘boordevol brandstof’ en kon de Washburn Fire tot een intens hete brand uitgroeien. Het zijn dat soort intensieve branden die zo gevaarlijk en zo moeilijk te bestrijden zijn.

Maar toen de bosbrand de rand van de zorgvuldig beheerde Mariposa Grove bereikte, ‘zakte het vuur gewoon naar de grond,’ zegt Dickman. Anders dan in de Donut, waar het vuur kleinere bomen, dode takken en ander brandbaar materiaal op zijn weg vond, was de bosgrond van de Mariposa Grove relatief leeg. Zonder voldoende brandstof om de vuurzee in stand te houden, werd de Washburn Fire weer beheersbaar. Terwijl de bosbrand enkele tientallen meters verderop woedde, slaagden teams van brandbestrijders erin de voet van de Grizzly Giant – een van de 25 grootste reuzensequoia’s ter wereld – nat te houden en dorre takken op de bodem rond de boom weg te ruimen.

Boswetenschapper Nate Stephenson zag vorig jaar hoe een andere bosbrand een soortgelijk ‘gedrag’ vertoonde, tijdens de grote KNP Complex Fire in het Sequoia/Kings Canyon National Park. In de Redwood Mountain Grove – het grootste bos van reuzensequoia’s ter wereld – ‘brandden gebieden waar er de laatste tijd geen beheersbranden waren gelegd, volledig af. Maar in stukken waar er recentelijk beheersbranden waren toegepast, doorstonden de meeste bomen de brand eigenlijk heel erg goed,’ zegt hij. Als reuzensequoia’s te maken krijgen met een niet-intensieve brand, varen ze daar zelfs wel bij, want de zaden van deze bomen hebben vuur nodig om te ontkiemen.

Toch kunnen de beste brandbestrijdingsmethoden ter wereld een positieve uitkomst niet garanderen, zegt Stephenson. Zelfs in zorgvuldig beheerde bossen kan een brand door puur toeval of ongunstige weersomstandig snel uitgroeien tot een intensieve vuurzee; zo zijn in de Redwood Mountain Grove ook beheerste stukken bos volledig in de as gelegd. Al met al zijn vorig jaar bij de grote KNP Complex Fire en de aangrenzende Windy Fire in totaal 3700 volgroeide reuzensequoia’s in vlammen opgegaan, oftewel drie tot vijf procent van de resterende populatie.

Maar volgens Stephenson kan het ‘verwijderen van brandstof de kans op een goed resultaat sterk vergroten.’ Het is van groot belang om dat verschil te begrijpen, zegt Matt Hurteau, bosbrandecoloog aan de University of New Mexico. ‘Met beheersbranden houdt je een bosbrand niet tegen,’ zegt hij. ‘Maar beheersbranden veranderen wel de manier waarop het vuur op de vegetatie reageert. Ze zorgen ervoor dat het vuur telkens wat minder brandstof in het landschap vindt en dat de kans op een echt grote, zeer hete en zich snel voortplantende brand wordt verkleind.’

This is an image
Kevin Cooley, Redux

Fouten in het verleden

Het grootste deel van de Californische wouden wordt bij lange na niet zo goed onderhouden als de beroemde reuzensequoia’s van de Mariposa Grove. Sterker nog, niet alle bekende opstanden van deze woudreuzen worden met beheersbranden beschermd; in een ander bos in het Yosemite-park, de Merced Grove, is er veel oud hout aanwezig, waardoor deze opstand bij een eventuele bosbrand groot gevaar loopt. (Deze opstand ligt niet in de voorspelde baan van de Washburn Fire.)

Vuur is onverbrekelijk verbonden met de cultuurgeschiedenis en ecologie van de regio. Geschat wordt dat er in Californië vóór de komst van de Europese kolonisten elk jaar 8000 tot 16.000 vierkante kilometer bos in vlammen opging. De indianenstammen in het gebied gebruikten vuur op talloze verschillende manieren om het bos te beheren, waarbij ze het groeipatroon van struikgewas beïnvloedden om er betere manden van te kunnen vlechten, het onderhout verwijderden om groot wild meer ruimte te geven en andere ingrepen toepasten. Toen ze van hun thuislanden werden verdreven, werd het landschap daarna vaak niet langer met doelgerichte branden beheerd.

Vanaf het begin van de vorige eeuw was het federale beleid in de staat erop gericht elke bosbrand zo snel mogelijk de kop in te drukken. Streken die normaliter elke tien à twintig jaar met een bosbrand te maken kregen, waren nu tientallen jaren achter elkaar van het reinigende vuur verstoken, waardoor het onderhout zich vulde met dood hout en dicht opeengepakte jonge boompjes – een kruitvat dat slechts één vonkje nodig had. Wetenschappers schatten dat er in sommige wouden in Californië nu tweemaal zoveel bomen staan dan vóór de kolonisatie van het gebied.

‘Het probleem is dat we te dichte wouden hebben, want we hebben de aloude inheemse gewoonte om branden te leggen in de afgelopen 250 jaar verboden,’ zegt Joanna Nelson, directeur wetenschap van Save the Redwoods League, een ngo die zich wijdt aan het behoud van de Californische wouden.

Hoe deze té dichte wouden aangepakt moeten worden, is een grote uitdaging. Het uitvoeren van beheersbranden is technisch lastig en ligt politiek gevoelig; elk jaar worden er veel meer beheersbranden en andere ingrepen gepland dan er daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd, aangezien de risico’s vooral door de klimaatverandering steeds groter worden. Eerder dit jaar liep een beheersbrand in New Mexico op een zeer warme en winderige dag uit de hand. De brand verbond zich met een naburige bosbrand en legde uiteindelijk 1400 vierkante kilometer bos en honderden huizen in de as. Daarop besloot de US Forest Service gedurende drie maanden geen beheersbranden meer toe te passen en eerst een onderzoek in te stellen naar de gebruikte methoden. Volgens de overheidsdienst loopt minder dan één procent van de beheersbranden uit de hand.

Volgens Shive gaat het nu om de vraag hoe men een evenwicht kan vinden tussen de risico’s van beheersbranden en van intense bosbranden die veel brandstof op hun weg vinden. ‘Er is geen oplossing mogelijk zonder dat je vuur gebruikt. Het gaat om de keuze tussen branden die we wél willen en die we níet willen.’ Hoewel het incident in New Mexico de risico’s van beheersbranden nog eens heeft benadrukt, ‘kleven er grotere risico’s aan het nietsdoen,’ zegt zij.

Wetenschappers schatten dat de staat elk jaar op een oppervlak van zo’n vierduizend vierkante kilometer aan Californisch bos beheersbranden zou moeten toepassen. Momenteel worden er volgens de California Air Resources Board elk jaar op zo’n vijfhonderd vierkante kilometer aan bos beheersbranden uitgevoerd.

Zware tijden voor reuzensequoia’s?

Het natuurlijke verspreidingsgebied van de reuzensequoia beperkt zich tot de westelijke flanken van de Californische Sierra Nevada. Sinds 2015 is 80 tot 85 procent van dat gebied door bosbranden getroffen. Niet al deze branden waren schadelijk; veel ervan trokken in een laag tempo en met een geringe of matige intensiteit door de opstanden. Maar een schokkend aantal bosbranden was wél rampzalig. In 2020 gingen er alleen al tijdens de Castle Fire naar schatting 7500 tot 10.600 volgroeide reuzensequoia’s in vlammen op – zo’n veertien procent van de tot dan toe bekende populatie.

Deze risico’s zullen de komende tijd waarschijnlijk niet afnemen. Bosbrandwetenschappers wijzen op drie factoren die het ‘gedrag’ van bosbranden beïnvloeden: de aanwezige brandstof, weersomstandigheden en de topografie van het terrein. Aan de topografie kunnen we niets veranderen, zegt Shive – bosbranden beginnen nu eenmaal waar ze beginnen.

Door de klimaatverandering is het risico op ongunstige weersomstandigheden toegenomen: warmere dagen, hardere wind en aanhoudende droogte zijn allemaal factoren die gunstig zijn voor bosbranden. We kunnen de opwarming van de aarde afremmen door de CO2-uitstoot als gevolg van het verstoken van fossiele brandstoffen terug te dringen, maar dat zal tijd kosten. In de tussentijd zullen bosbranden intenser worden, dus de belangrijkste knop waaraan we kunnen draaien om het bosbrandrisico voor reuzensequoia’s te verlagen, is het beheersen van de aanwezigheid van de brandstof die rond de bomen aanwezig is.

In Californië hebben de meeste opstanden van reuzensequoia’s sinds 2015 te maken gehad met beheersbranden en vooral bosbranden. Van de 73 bekende opstanden zijn er nog 16 waar de laatste jaren geen enkele brand heeft gewoed, van welke aard dan ook. In sommige gevallen zijn deze opstanden al tientallen jaren niet door bosbranden getroffen of met beheersbranden onderhouden. In die bossen – met enorme hoeveelheden oud hout en ander dor materiaal – zijn de risico’s het hoogst. In de hele staat werken organisaties nu samen aan een ‘triage’-plan, waarbij deze opstanden met de hoogst noodzakelijke opruimwerk worden beschermd door het dorre materiaal mechanisch te ruimen, met beheersbranden af te branden of op beide manieren te verwijderen.

Tegelijkertijd kijken wetenschappers als Stephenson terug op plekken die sinds 2015 bos- of beheersbranden hebben doorstaan. Hij en anderen schatten dat in het verleden één bepaalde locatie in de Sierra’s elke tien à twintig jaar door een bosbrand werd getroffen. Dus zelfs op plekken waar bosbranden pijnlijk recent zijn geweest, is het weer tijd voor beheersbranden om daarmee de dode vegetatie te verwijderen. ‘Het is hetzelfde als het maaien van je gazon. Als je het gazon maait, zeg je daarna ook niet dat je verder niks meer hoeft te doen,’ zegt hij. Voorlopig lijken de reuzensequoia’s van de Mariposa Grove veilig te zijn. Maar of ze ook de rest van de zomer en daarna veilig zullen blijven, is verre van zeker.

Waar het op neerkomt, is volgens Hurteau het volgende: ‘De enige reden dat de Washburn Fire die reuzensequoia’s niet heeft afgebrand, is het feit dat de beheerders van het park zoveel werk rond deze bomen hebben verricht.’

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com