Nog groenere groenversiering
Elke kerst genieten feestvierders van hun echte, versierde bomen. Maar naderhand eindigen miljoenen dennen en sparren bij het afval en zorgen ze voor extra methaanuitstoot. Er zijn inmiddels echter ook groene bedrijven die bomen verhuren, en die ze de rest van het jaar verzorgen. Als je toch liever een boom koopt, ga dan op zoek naar een lokale kwekerij die ook advies geeft over waar je de boom kunt recyclen. Als je het natuurlijke plaatje helemaal af wilt maken, maak je versieringen van gedroogde bladeren.
Het licht op groen
Of je nu kaarsen opsteekt in de menora voor het chanoekafeest, in de kinara voor het Kwanzaafeest, of waxinelichtjes voor Divali: controleer hoe de kaarsen zijn gemaakt. Vaak zijn ze van paraffine, een fossiele brandstof op aardoliebasis. Er zijn betaalbare en schonere alternatieven, zoals kaarsen van soja, diervriendelijke bijenwas en kokoswas. Gebruik je feestlichtjes? Ledlampjes zijn milieuvriendelijk.
Zuinig met inpakken
Volgens de recyclingdatabase Earth911.com verdwijnt jaarlijks ruim een miljoen kilo aan inpakpapier in de prullenbak. De Japanse traditie furoshiki, het wikkelen van cadeautjes in herbruikbare stukjes textiel, levert feestelijke verpakkingen op waar geen bomen voor hoeven te worden gekapt. Of nog eenvoudiger: gebruik de papieren tassen die je in winkels krijgt als inpakpapier.
Weloverwogen weggooien
Traditionele feesten gaan vaak samen met tafels vol lekkers. Maar volgens het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties wordt elk jaar een derde van het voor mensen geproduceerde voedsel weggegooid. Gooi wat overblijft niet weg, maar ga op zoek naar organisaties die hier iets mee kunnen. In de Verenigde Staten kan dat via epa.gov en de zoekterm ‘reduce wasted food’. In Nederland kun je bijvoorbeeld kijken op de website van de stichting Samen Tegen Voedselverspilling. Restjes die niet meer te eten zijn, kun je misschien wel composteren.
Dit artikel verschijnt in de editie van november 2022 van het National Geographic magazine.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com