John Stanmeyer was eigenlijk niet van plan om de ceremoniële besnijdenis van een jongen in Oezbekistan bij te wonen. Maar toen hij werd uitgenodigd om aanwezig te zijn bij deze doorgaans besloten ceremonie, nam hij zijn camera mee.

Stanmeyer was vorige winter in Oezbekistan om foto’s te maken bij het laatste hoofdstuk van de ‘Out of Eden’-wandeling van Paul Salopek, een lange voettocht in het spoor van de migratiestroom van de eerste mensen. Hij was in een moskee in Xiva in Oezbekistan toen daar families aankwamen om de ceremoniële besnijdenis van de jonge jongens te vieren.

“We vroegen een familie ‘Kunnen we de viering voor uw kind bijwonen?’, en toen zeiden zij, ‘Ja natuurlijk, kom maar mee!’ Het afsnijden van de voorhuid van een jongen leek voor hen totaal niet iets te zijn om je voor te schamen. Dat gezin wilde een in hun ogen zeer feestelijke gelegenheid met ons delen.”

Beknur Bakhtiarov in zijn speciale kleding bij de spirituele Itsjan Kala de oude binnenstad van Xiva in Oezbekistan

In veel moslimgemeenschappen in Oezbekistan wordt de besnijdenis, ook wel khatna-kilish of sunnat-toi, gevierd als een gebeurtenis die bijna even belangrijk is als trouwen. Jongetjes, meestal drie, vijf of zeven jaar oud, krijgen mooie kleren aan die zijn gemaakt door de vrouwen in hun familie. De jongen die Stanmeyer volgde was vijf. Hij had een staf bij zich en droeg een kroon met veren op zijn hoofd.

De feitelijke besnijdenis wordt vaak thuis in bed uitgevoerd door een plaatselijke medicijnman. Na de ingreep krijgt het jongetje naar verluidt geschenken van familieleden. Vroeger waren dat vaak geschenken die hun overgang naar volwassenheid markeerden, zoals hun eigen paard. De geschenken zijn tegenwoordig bescheidener: een mengeling van snoep en geld, gevolgd door een feest waarbij wordt gegeten en gedanst.

Volgens Stanmeyer kon hij de serie foto’s maken dankzij zijn bereidheid om zijn plannen om te gooien, en zijn vertrouwen op wat geluk waardoor nieuwe mogelijkheden ontstaan. “Je probeert altijd je uiterste best te doen om met iets moois op de proppen te komen, en dan hoop je dat je moeite wordt beloond.”