De uiterwaard aan de zijoever van de Waal ten oosten van Nijmegen ligt kort voorbij het punt waar de Rijn zich splitst in het Pannerdensch Kanaal en de Waal. Het prille groen toont zich in tientallen tinten, de meidoorns bloeien prachtig wit, overal hoor je vogels en in de verte staan twee gallowaykalfjes. ‘Altijd opletten,’ zegt Wouter Helmer, mijn gids op deze dag. ‘Bij kleintjes is er steevast een moeder in de buurt.’ De Millingerwaard is onderdeel van de Gelderse Poort, een nieuw natuurgebied van drieduizend hectare van Staatsbosbeheer, gelegen aan het begin van de Nederlandse rivierdelta.
Natuurgebied met een geschiedenis
‘Het is aan Neelie Kroes te danken dat wij in de Millingerwaard onze plannen hebben kunnen ontwikkelen,’ vertelt Helmer, die hier in 1991 met zijn natuurorganisatie ARK een klein proefproject begon. Kroes, de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat, werd tijdens een tocht over de Waal op de hoogte gebracht van de mogelijkheden voor natuurontwikkeling in het gebied, vertelt Helmer. ‘Ze zag bulldozers de rivierduinen afgraven, die aan de oever van de Waal door de wind waren opgeworpen. ‘Van wie is dat zand?’ vroeg ze. Toen ze hoorde dat het zand in opdracht van haar ministerie om commerciële redenen werd afgegraven, legde ze de werkzaamheden stil en kregen wij de gelegenheid hier een proef te starten.’
Tot begin jaren negentig was de Millingerwaard agrarisch gebied, waar koeien en schapen werden gehouden en mais verbouwd. Door de interventie van de minister kreeg ARK de beschikking over drie hectare grond om haar ideeën over het herstel van riviernatuur en het beheer met vrij rondtrekkende paarden en runderen uit te proberen. ARK kreeg steun van het WNF, en in samenwerking met plaatselijke landeigenaren kon de organisatie uiteindelijk vijfhonderd hectare riviernatuur ontwikkelen. Het bleek een succes: veel dier- en plantensoorten keerden in hoog tempo terug.
Nieuwe impuls door rivieroverstromingen
Het project kwam in een stroomversnelling toen WNF, ARK, Staatsbosbeheer, Dienst Landelijk Gebied en baksteenfabrieken in 1993 een overeenkomst sloten voor de gezamenlijke ontwikkeling en het beheer van de Millingerwaard. De landbouw verhuisde naar de binnendijkse gebieden, in de uiterwaard kreeg de natuur de vrije hand. Deze aanpak kreeg een nieuwe impuls door de grote overstromingen in het rivierengebied van 1993 en 1995, toen duizenden mensen warden geëvacueerd en ook het dorp Millingen moest worden ontruimd.
Door klimaatverandering krijgen de rivieren steeds meer water af te voeren, waarbij de nieuw ontwikkelde natuur in de uiterwaarden bij hoogwater extra ruimte kan bieden. Waterveiligheid en natuurontwikkeling hebben zo een onverwacht bondgenootschap gesloten, verankerd in het in 2007 gelanceerde overheidsprogramma Ruimte voor de Rivier. De baksteenindustrie werd ingezet voor het afgraven van eeuwenlang opgeslibde uiterwaarden tot op het niveau van de zandige ondergrond. De opbrengsten van de klei- en zandwinning, die in de Millingerwaard nog tot 2020 doorgaat, komen gedeeltelijk ten goede aan natuurontwikkeling. Honderden kilometers prikkeldraad werden verwijderd. Het boerenvee werd in de uiterwaard vervangen door konikpaarden en gallowayrunderen, die werden ingezet voor de natuurlijke begrazing.
Innovatief geulenstelsel
Inmiddels lopen er zeventig runderen en 53 paarden vrij rond. De bever werd in 1994 geherintroduceerd; talloze burchten in het gebied bieden onderdak aan 25 tot dertig bevers.
In de Millingerwaard is een geulenpatroon aangelegd dat stroomafwaarts uitvloeit in de Waal en de vorm heeft van een hand. De lange nevengeul is de arm, de vingers bestaan uit vijf met kwel gevulde geulen, die zo veel mogelijk samenvallen met oude beddingen van de Waal. Als het water stijgt, kan het via dit geulenstelsel snel worden afgevoerd, waardoor de waterstand met zo’n zes centimeter zal dalen. Een lage dam aan het einde van de nevengeul voorkomt dat de Millingerwaard bij laagwater helemaal leegloopt. De kwelvingers bevatten zeer schoon water. Onder druk van de rivier welt het water uit de bodem omhoog. Je ziet de vissen er zwemmen, de boswachter organiseert er snorkeltochten.
In 25 jaar heeft de Millingerwaard zich ontpopt tot een gevarieerd en dynamisch natuurgebied waar door erosie, sedimentatie en natuurlijke begrazing het oorspronkelijke rivierlandschap is opgeleefd. De oeverwallen, rivierduinen, strandjes, ooibossen, grazige grasvelden zijn vandaag de dag het leefgebied van duizenden plantensoorten, broedvogels en zeldzame insecten.
Lees ook: Bouw van nieuw vogel- en viseiland in het Haringvliet gestart
Dit artikel verscheen in de september editie van National Geographic magazine.