Het is 9 april 1483. Engeland moet plotseling afscheid nemen van de geliefde koning Eduard IV. Zijn oudste zoon, Eduard V, woont op dat moment in Ludlow. Hij wordt op 24 april naar Londen gebracht om zijn overleden vader op te volgen. Op dat moment is hij pas twaalf jaar oud, maar kindkoningen is men in de Middeleeuwen wel gewend. Tot een kroning zal het echter niet komen...
De prinsjes in de toren
De escorte van Eduard V loopt geheel volgens plan. Zijn oudere halfbroer maakt deel uit van zijn gevolg. Op 29 april sluit onverwachts ook zijn oom aan: Richard van Gloucester. Hij is de derde in de lijn voor de troon en aangesteld als regent. Dat hij zijn neefje tegemoet komt rijden, is dus niet vreemd.
Maar dan doet Richard van Gloucester iets onverwachts. Hij laat zowel de halfbroer van Eduard als een andere begeleider arresteren en stuurt hen noordwaarts. Een paar maanden later zullen ze worden geëxecuteerd.
Eenmaal in London brengt Richard het jonge kroonprinsje naar de Tower of London, dat toen ook een woonverblijf was. Op zichzelf is dat geen vreemde actie. De prins is kwetsbaar en moet beschermd worden. Iets vreemder wordt het als Richard ook de tweede in de lijn naar de toren laat brengen: het negenjarige broertje van Eduard, Richard van Shrewsbury, arriveert enkele dagen later.
Vermoord of levend?
De voorbereidingen voor de kroning zijn inmiddels in volle gang. Er worden al munten geslagen met de beeltenis van Eduard. Oom Richard begint nu een tegenoffensief. Hij claimt dat niet Eduard, maar híj de rechtmatige troonopvolger is. Het hof gaat mee in deze claim en Richard van Gloucester wordt op 6 juli 1483 koning Richard III. Vlak na de kroning verdwijnt ieder spoor van de twee jonge prinsjes. Richard III zal zich nooit uitlaten over de zaak.
Tweehonderd jaar na de verdwijning vinden er renovatiewerkzaamheden plaats in de White Tower, dat onderdeel is van het Tower of London-complex. Daarbij wordt een lugubere vondst gedaan in het trappenhuis: de overblijfselen van twee jonge kinderen. Al snel wordt gesteld dat het gaat om de prinsjes Eduard en Richard. Ze worden overgeplaatst in een urn en te ruste gelegd in Westminster Abbey. Case closed. Of toch niet?
In 1933 worden de botten in de urn voor het eerst onderzocht. De conclusie: het gaat inderdaad om twee jonge jongens. Maar over de nauwkeurigheid van dit onderzoek bestaan inmiddels sterke twijfels. De kans dat de botten écht toebehoren aan de twee prinsjes is klein, aldus onderzoekers. Dan rest de vraag: wat is er dan wél gebeurd met Eduard en Richard? Zijn ze echt vermoord? En zo ja, door wie dan?
Geen bewijs voor moord
Dat ze zijn vermoord, is best aannemelijk. Hoe konden ze anders plotseling van de radar verdwijnen? En dat Richard III vaak als hoofdverdachte wordt aangewezen, is gezien zijn merkwaardige gedrag ook niet zo vreemd. Toch zijn er genoeg historici die vraagtekens zetten bij de schuld van Richard. Hard bewijs ontbreekt bijvoorbeeld. En waarom zou Richard III zijn mond houden over het lot van zijn neefjes? Dat is volgens sommige historici erg onlogisch.
Als hij ze echt uit de weg wilde ruimen om zelf de troon te bestijgen, had hij ook kunnen zeggen dat ze aan een ziekte waren bezweken. Mogelijk probeerde hij ze met zijn stilzwijgen juist te beschermen.
Daarnaast is er nog een andere verdachte: Hendrik VII, de vader van Hendrik VIII. Die versloeg Richard III in de bloedige Strijd bij Bosworth in 1485. De kans bestaat dat de prinsjes toen nog leefden. Vrijwel direct na het bestijgen van de troon beschuldigt hij Richard III van allerlei wandaden en wreedheid, maar níet van de moord op twee prinsjes. Tegelijkertijd zijn levende prinsjes een bedreiging voor zijn claim op de troon.
Een motief is er. Maar bewijs? Ook in het geval van Hendrik VII ontbreekt dat. Wat er precies met de prinsjes in de toren gebeurd is, is nog altijd niet duidelijk. Het blijft een van de grootste moordmysteries van het middeleeuwse Engeland.
Nog niet uitgelezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.