Vijfhonderd jaar geleden begon Ferdinand Magellaan aan een historische reis om de wereld. Helder als wat, toch? Nou, niet bepaald. De ontdekkingsreiziger is omgeven met tegenstrijdigheden. Zo was Magellaan een Portugees, maar voer hij onder de Spaanse vlag. Hij was een bekwaam kapitein, maar zijn bemanning had een bloedhekel aan hem. Zijn expeditie betrof weliswaar de eerste zeilreis rond de wereld, maar zelf reisde hij niet de wereld rond. Hij heette niet eens Magellaan.
Magellaan: van dienaar tot reiziger
De Portugese edelman werd rond 1480 geboren als Fernão de Magalhães. Als page (dienaar) van koningin-gemalin Eleonora en Emanuel I maakte hij het hofleven in Lissabon van dichtbij mee. Maar de jongeman was avontuurlijk aangelegd en ging mee op een aantal Portugese reizen om de lucratieve specerijenroutes in Afrika en India te ontdekken en veroveren.
In die tijd waren Portugal en Spanje verwikkeld in een hevige machtsstrijd. Beide landen probeerden nieuwe gebieden met de door Europese aristocraten begeerde specerijen te vinden en op te eisen. In 1505 mengde Magellaan zich in de strijd en reisde naar India, Maleisië en Indonesië. Maar nadat hij werd beschuldigd van illegale handel, waren zijn dagen in dienst van Portugal geteld. Daarnaast viel in ongenade bij Emanuel I, die zijn voorstel om een nieuwe specerijenroute te vinden afwees.
Magellaan keert Portugal de rug toe
Magellaan was ervan overtuigd dat hij een nieuwe route naar Indonesië en India kon uitstippelen. Zijn plan was om niet naar het oosten maar naar het westen te koersen en een beruchte zeestraat door Zuid-Amerika te bevaren. Hij liet zijn loyaliteit aan Portugal varen en vertrok naar Spanje. Daar kreeg hij zowel het staatsburgerschap als de zegen van Karel V voor een reis met vijf schepen naar het westen.
De kapitein zou door de reis veel rijkdom en status verwerven. Karel V verleende hem een monopolie van tien jaar op elke route die hij zou ontdekken, een deel van de winst en een adellijke titel. Maar hij bevond zich in een lastig parket als het ging om zijn voornamelijk Spaanse bemanning en zijn koninklijke missie: het was ze een doorn in het oog dat ze een Portugese commandant hadden en voor de Portugezen was hij een verrader.
Een muitende bemanning
Nadat zijn schepen door het winterweer maandenlang in het huidige Argentinië voor anker hadden gelegen, sloeg de bemanning van Magellaan aan het muiten. Eén schip leed schipbreuk en een ander keerde terug naar Spanje. De kapitein had moeite om zijn mannen weer onder controle te krijgen. Toen dat eenmaal lukte, waren de represailles hard. Hij liet sommige muiters onthoofden en vierendelen. Andere werden aan wal gezet of tot dwangarbeid gedwongen.
De reis kwam weer op het goede spoor en Magellaan slaagde erin door een verraderlijke doorgang in Chili te navigeren. Deze is nu naar hem vernoemd: de Straat Magellaan. Uiteindelijk stak hij de Grote Oceaan over en bereikte de overgebleven scheepvaarders de Filipijnen. Tot verbazing van de bemanning verstond en sprak een tot slaaf gemaakte man die Magellaan voor de reis tot zijn eigendom had gemaakt, Enrique, de taal van de inheemse bevolking. Het bleek dat Enrique daar waarschijnlijk was opgegroeid voordat hij als slaaf gevangen was genomen en naar Europa was gestuurd. Daardoor was hij, en niet Magellaan, de eerste persoon die de wereld rondreisde.
De dood van Magellaan
Magellaan zou de Filipijnen niet meer verlaten. Hij raakte verwikkeld in een rivaliteit tussen twee plaatselijke stamhoofden: Rajah Humabon en Lapu-Lapu. Op 27 april 1521 werd Magellaan gedood door een giftige pijl toen hij het volk van Lapu-Lapu aanviel. De bemanning liet het lichaam van de impopulaire kapitein achter.
Na de dood van Magellaan voer zijn bemanning onder leiding van de Bask Juan Sebastián Elcano verder met het enige schip dat was overgebleven. In september 1522 keerde de expeditie terug naar Spanje. Onderweg had de bemanning een nieuwe zee ontdekt, nieuwe routes voor de Europese handel uitgestippeld en de weg gebaand voor het moderne globalisme. Zestigduizend mijl later, en na de dood van tachtig procent van de betrokkenen, had de expeditie bewezen dat de wereld rondgevaren kon worden. De deur stond open voor de Europese kolonisatie van de Nieuwe Wereld in naam van de handel.