Het is vrijdag 3 mei 1337 als priester John Forde wordt vermoord in Londen, nabij St. Paul’s Cathedral. De brute moord getuigt van een meedogenloze afrekening: één man snijdt zijn keel door met een dertig centimeter lange dolk, twee anderen steken hem in zijn buik.
Een 33-koppige jury buigt zich over de zaak en identificeert vier daders, maar uiteindelijk wordt slechts één man voor het misdrijf veroordeeld. Het motief voor de moord bleef al die tijd onduidelijk, maar uit recent onderzoek van Manuel Eisner, criminoloog aan Cambridge University (VK), blijkt nu dat het waarschijnlijk om een zorgvuldig geplande wraakmoord ging.
Database met moorden uit de Middeleeuwen
Eisner legde een database aan die plaatsen delict uit de Middeleeuwen in kaart brengt. In Londen bleek met name het gebied Westcheap, ten oosten van St. Paul’s Cathedral, berucht te zijn. Hier waren in de Middeleeuwen talloze markten, tavernes en bierhuizen te vinden, en daar liep het nog weleens uit de hand – zoals ook op die bewuste vrijdag in 1337.
Toen Eisner de zaak van Forde onderzocht, stuitte hij op verschillende documenten die naar de rijke edelvrouwe Ela Fitzpayne als hoofdverdachte wezen. Fitzpayne was geen lieverdje, ontdekte Eisner. Zo leidden Fitzpayne en haar man een bende die kloosters plunderde, waarbij men gebouwen binnendrong en losgeld eiste voor vee.
Ook vond hij een brief van de aartsbisschop Simon Mepham van Canterbury, die beweerde dat Ela Fitzpayne seksuele relaties had met ‘ridders en anderen, zowel ongehuwd als getrouwd, en zelfs met geestelijken in heilige ordes.’ Slechts één vermeende minnaar wordt in de brieven bij naam genoemd: priester John Forde.
Vernederende straf
Als boetedoening eiste de aartsbisschop dat Fitzpayne gedurende zeven jaar elke herfst blootsvoets door de kathedraal van Salisbury zou wandelen - een publieke straf die erop gericht is je te vernederen. Daarnaast omvatte haar straf een verbod op het dragen van goud, parels en edelstenen, en moest zij een groot bedrag betalen aan de kloosterorden.
Leestip: 5 middeleeuwse beroepen die tegenwoordig niet meer bestaan
Volgens de aartsbisschop werd Ela Fitzpayne ‘geleid door de duivel’ en weigerde ze om de kerkelijke boetedoening te ondergaan.
Motief voor moord
Fitzpayne’s minnaar Forde was niet geheel onschuldig. Volgens Eisner blijkt uit de documenten dat hij lid was van Ela Fitzpaynes criminele bende en meedeed aan de plunderingen.
‘John Forde had mogelijk een gedeelde loyaliteit,’ zegt Eisner. ‘De ene aan de familie Fitzpayne, die waarschijnlijk beschermheren van zijn kerk waren en hem de positie hadden toegekend. De andere aan de bisschoppen die gezag over hem hadden als geestelijke.’
Leestip: Werd er echt zo vaak gemarteld in de Middeleeuwen?
Het lijkt erop dat Forde zelf zijn affaire aan de kerk had verklapt, waarop de aartsbisschop Fitzpayne dwong tot een vernederende boetedoening. ‘Mogelijk heeft dat haar wraakzucht aangewakkerd,’ aldus Eisner.
‘Ook omdat John Forde blijkbaar aan de straf van de kerk is ontkomen. Je vernederd voelen motiveert oorlogen, extremisme en massamoorden, en in dit geval is het waarschijnlijk een motief voor moord.’
Klassenjustitie
Na het overlijden van de aartsbisschop in 1333 wachtte Ela Fitzpayne nog vier jaar voordat ze wraak nam. Ze ronselde haar broer Hugh Lovell en een paar van haar medewerkers om Forde in de schaduw van St. Paul’s Cathedral te executeren, terwijl de menigte toekeek.
Uiteindelijk werd alleen een voormalige bediende van Fitzpayne veroordeeld – de enige aanklacht die in de zaak werd ingediend. Het moordonderzoek van Eisner laat daarmee zien hoe in het middeleeuwse Engeland machtige adellijke families straffeloos konden opereren.
Leestip: Middeleeuwse kastelen waren geen sprookjespaleizen. Zo ging het er écht aan toe
‘Ondanks het noemen van de namen van de moordenaars en de duidelijke kennis van de aanstichter, knijpt de jury een oogje dicht als het aankomt op de vervolging van de daders,’ aldus Eisner. Volgens hem is het een klassiek voorbeeld van klassenjustitie.
Spanningen tussen kerk en adel
De zaak illustreert ook de spanningen tussen kerk en adel, waarbij de kerk moreel gezag probeerde af te dwingen – en in dit geval werd dat afgestraft met geweld. ‘De openbare executiestijl van Forde’s moord is vergelijkbaar met de politieke moorden die we nu zien in landen als Rusland of Mexico. Die moeten je eraan herinneren wie de macht heeft,’ vertelt Eisner.
‘We hebben het hier over een moord in opdracht van een vooraanstaande figuur uit de Engelse aristocratie. De daad is gepland en koelbloedig, uitgevoerd door naaste familie en bedienden van Fitzpayne, wat allemaal wijst op een wraakmotief,’ aldus Eisner.
Vrouwelijke rebellie
Voor Ela Fitzpayne zat er dus geen enkele consequentie aan het beramen van de wraakmoord op John Forde. Daarmee was ze een opmerkelijk voorbeeld van vrouwelijke macht en rebellie in de veertiende eeuw. Ze leidde niet alleen plunderingen, maar trotseerde ook openlijk de aartsbisschop en orkestreerde een gewelddadige huurmoord – en ze kwam er ook nog mee weg.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!