Zeker 64 mensen vinden in 1613 de dood in Roermond, verzwolgen door een zee van vuur. Stuk voor stuk zijn ze beschuldigd van hekserij. Ze hebben onschuldige kinderen en vee om het leven gebracht met tovenarij. De aanloop naar deze massale heksenverbrandingen begon al veel eerder, in een wereld waarin magie en de macht van de duivel uiterst serieus genomen worden.

Magisch volksgeloof en heksenleer

Het jaar is omstreeks 1522 als Trijn van der Moelen een man met een paard tegenkomt. Ze vraagt of zij misschien ook een ritje mag maken, maar hij weigert. Uit boosheid slingert ze vloekend een kluit aarde naar de man en zijn paard. Het paard struikelt en valt. Het levert haar een klap op en een aanhouding door de schout.

Leestip: Werden er ook mannen veroordeeld voor hekserij?

Trijn is niet zo populair in haar omgeving. De buren fluisteren al langer dat ze een heks is. Tijdens haar ondervraging bekent ze. Ze heeft zich overgeleverd aan de duivel en begaat onder zijn invloed al enige tijd heksendaden tegen mensen en dieren. In 1522 eindigt ze op de brandstapel. Drie jaar later ondergaan twee andere vrouwen hetzelfde lot. Gevoed door magisch volksgeloof en de kerkelijke heksenleer zullen er nog vele anderen volgen.

De buren aanklagen

In het boek Het verbond van heks en duivel van Lène Dresen-Coenders wordt uitgebreid aandacht besteed aan de Roermondse heksenprocessen. De vroegste aanklachten komen vanuit het volk: mensen die hun buren niet vertrouwen en ervan overtuigd zijn dat ze over donkere krachten beschikken.

Zo wordt Kael Merrie in 1581 door de vrouw van de sergeant beschuldigd van toverij, omdat ze haar kind ziek zou hebben gemaakt. Ze had het kind op de arm genomen en sindsdien was het ziek. De buren grijpen de aanklacht aan om met meer verdenkingen te komen. Een verlamd varken, een verlamde buurman, de koe die geen goede melk meer geeft, het komt allemaal door Kael Merrie’s hekserij.

Leestip: Dit zijn de 5 engste heksen uit de geschiedenis

Bij gebrek aan sluitend bewijs wordt ze ‘slechts’ verbannen en buiten de stadsmuren van Roermond gebracht. Daar staat een groep soldaten en jongens haar al op te wachten. Ze slaan haar in elkaar, en ze komt met samengebonden voeten in de Maas aan haar einde.

Je buurvrouw of buurman beschuldigen van het verlammen van een varken klinkt voor moderne oren wellicht vreemd, maar in de zestiende eeuw was magisch denken in heel Europa de norm. Heksen bestaan, en die moet je uit de weg ruimen.

De kerkelijke heksenleer

Naast het volk houdt ook de kerk zich bezig met het identificeren en aanklagen van heksen. In 1562 wordt Wilhelmus Lindanus de eerste bisschop van Roermond. Hij is meer dan overtuigd van het gevaar van heksen, en spoort de autoriteiten aan om meer aandacht aan de vervolgingen te geven.

Het boek Malleus Maleficarum, ook wel bekend als de Heksenhamer, is hiervoor cruciaal. Daarin staat onder meer hoe je een heks kunt herkennen en hoe je heksen moet vervolgen en berechten.

Leestip: In 1840 werd de allerlaatste reuzenalk beschuldigd van hekserij - en gestenigd

Dresen-Coenders haalt in haar boek een vragenlijst uit 1594 aan, afkomstig uit het Roermondse archief. Deze is waarschijnlijk gebruikt tijdens een heksenproces uit dat jaar. De lijst leunt sterk op de Malleus, maar heeft ook een paar bijzonderheden. Misschien wel de opvallendste: de vraag of de verdachte de gedaante van een kat heeft aangenomen.

de heksensabbat
Hulton Archive//Getty Images
Volgens de kerk zouden heksen met elkaar dansen tijdens een zogeheten ‘sabbat’. Daar zouden ze de duivel ontmoeten in de gedaante van een bok.

Heksen zouden volgens de kerk de gedaante van dieren kunnen aannemen, zoals katten, hazen en wolven, en met elkaar dansen. De duivel zou tijdens die dansen verschijnen in de gedaante van een bok. Tijdens zulke bijeenkomsten zouden de heksen ook seks hebben met de duivel en zijn demonen.

De heksenprocessen van 1613

In 1613 bereikt de heksenjacht in Roermond een hoogtepunt. Het eerste slachtoffer dat dit jaar op de brandstapel wordt gelegd, is Trijntje van Sittard. Zij is door haar twaalfjarige dochter van hekserij beschuldigd. Een lid van de magistraat zag het meisje ‘toverachtig spelen’ en begon haar te ondervragen. Onder dreiging van een lijfstraf, gaf ze haar moeder aan als heks.

Om een bekentenis te verkrijgen, wordt Trijntje van Sittard gefolterd en gepijnigd. Tijdens haar foltering beschuldigt ze ook de heelmeester Jan van Ool van hekserij, die op zijn beurt weer nieuwe heksen aandraagt. Heelmeesters zijn sowieso al verdacht, en hij komt ook nog uit de regio Gulik, een gebied waar zich volgens de katholieke autoriteiten een duivelsbende schuilhoudt.

Iedere twee dagen een executie

En dan gaat het snel. Uit de stukken die er nog zijn – slechts één vlugschrift uit 1614, een soort sensationeel blaadje – blijkt dat er in 1613 in korte tijd 64 heksen zijn verbrand in Roermond. Tussen 5 oktober en 23 december belanden 39 van hen op de brandstapel, wat neerkomt op één executie per twee dagen.

De autoriteiten beschrijven in het vlugschrift de grootschalige heksenjacht als een goddelijke opdracht. Zouden ze de tovenarij niet de kop indrukken, dan kunnen ze de toorn van God verwachten. Deze overtuiging heeft tienduizenden Europeanen het leven gekost, waaronder ook honderden uit de Lage Landen. In 2026 moet er een nationaal heksenmonument verrijzen in Roermond, nabij de Rattentoren.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!