15 augustus is het Victory over Japan Day, ook bekend als V-J Day. Dit is de dag waarop Japan zich overgaf en het einde van de Tweede Wereldoorlog. Daarom op 15 & 16 augustus een speciale programmering, met onder andere Buried Secrets of WWII: Pearl Harbor.
Kijk hier voor de hele programmering.
Toen Duitsland eind juni 1941 Rusland binnenviel, brak er onder de Japanse leiders een discussie uit over de vraag of Japan zich misschien niet bij Hitler moest aansluiten en de Sovjet-Unie eveneens moest aanvallen of in plaats daarvan moest doorgaan met het plan om de Europese koloniën in het Verre Oosten te veroveren. In 1939 had het Rode Leger de Japanners verslagen aan de noordgrens met Mantsjoekwo, en Japan sloot niet uit dat het de Sovjet-Unie alsnog zou aanvallen als de Duitse opmars richting Moskou zou slagen. Voorlopig zagen de Japanners meer in het veroveren van de Aziatische koloniën en hun bodemschatten, waarmee ze hoopten China te onderwerpen en een reusachtig rijk te onderhouden dat ze het ‘Groot-Oost-Aziatische Welvaartsgebied’ noemden. Frans-Indochina en Nederland-Indië waren relatief eenvoudige doelwitten, maar de Britten zouden Malaya en Birma niet zomaar opgeven en de Japanners zouden ook moeten afrekenen met de bondgenoten van de Britten, de VS. Op 2 juli gaf Tokio toestemming voor “voorbereidingen voor een oorlog met Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.”
Nadat Japan eind juli geheel Indochina had veroverd en door een Amerikaans olie-embargo was getroffen, vroeg keizer Hirohito zijn premier Hideki Tojo – een generaal die droomde van een groot-Japans keizerrijk – om alles te doen om een oorlog te voorkomen. De onderhandelingen in Washington mislukten nadat uit ontcijferde telegraafberichten uit Tokio was gebleken dat Japan de VS zou aanvallen als de gesprekken vóór 30 november geen succes zouden opleveren. President Franklin Roosevelt was niet bereid concessies te doen terwijl Japan met geweld dreigde. Op 1 december gaf admiraal Yamamoto zijn vliegdekschepen het bevel om bombardementen op Pearl Harbor uit te voeren – een van de vele aanvallen van een omvangrijk Japans offensief waarmee de Tweede Wereldoorlog een geheel nieuwe geografische dimensie zou krijgen.
Op oorlogspad
Geen land ter wereld had voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog meer in zijn zeestrijdkrachten geïnvesteerd dan Japan. Admiraal Yamamoto deed een beroep op een groot deel van die investeringen toen hij de zes grote vliegdekschepen van een aanvalseskader onder bevel van viceadmiraal Chuichi Nagumo opdracht gaf om hun ruim vierhonderd vliegtuigen van de Japanse 1e Luchtvloot in te zetten tegen Pearl Harbor. Toen de gesprekken in Washington stuk leken te lopen, zette het aanvalseskader van vliegdekschepen, omringd door slagschepen, kruisers, torpedobootjagers en onderzeeërs, op 26 november koers naar Hawaï. Vijf dagen later gaf keizer Hirohito toestemming voor een oorlog met de Verenigde Staten en stuurde Yamamoto viceadmiraal Nagumo een versleuteld bericht waarin stond dat de aanval doorging: “Beklim de berg Niitaka.”
Om niet gespot te worden hield het aanvalseskader volledige radiostilte in acht en volgde een route naar Hawaï die ver in het noorden lag, door een zeegebied met weinig scheepverkeer en geregelde winterstormen.
Het eskader bleef vanuit de lucht onopgemerkt en kon zonder problemen opstomen, zoals blijkt uit de kaart hierboven uit 1941 waarop Pearl Harbor in alle detail in de linkerbenedenhoek is aangegeven. Inlichtingen over het aantal en type oorlogsschepen in de haven van Pearl Harbor en over naburige luchtmachtbases werden ingewonnen door plaatselijke spionnen, met name Takeo Yoshikawa, de marineattaché van het Japanse consulaat in Honolulu die tot taak had de Amerikaanse Pacific Fleet te bespioneren.
Op 7 december draaiden de vliegdekschepen bij het aanbreken van de dag en bij zware zee tegen de wind in, zodat hun vliegtuigen konden opstijgen. “De vliegdekschepen slingerden, stampten en gierden aanzienlijk,” zei Tokuji Iizuka, piloot van een Aichi 99-duikbommenwerper op de Akagi, het vlaggenschip van Nagumo. Toen de vliegtuigen van de dekken opstegen “verdwenen ze eerst al zinkend uit zicht” om even later weer op te duiken en door de wolken op te stijgen. Iizuka zelf steeg op bij de tweede aanvalsgolf, rond zeven uur ’s ochtends. Pas toen hij twee uur later het eiland Oahu bereikte, brak het wolkendek en kon hij het adembenemende uitzicht op Pearl Harbor in de verte in zich opnemen. De haven was toen al in rook gehuld, nadat de bommen die bij de eerste aanvalsgolf waren afgeworpen de vrede hadden verbrijzeld.
De aanval op Pearl Harbor
De verrassingsaanval van 7 december kwam niet helemaal als donderslag bij heldere hemel. De legerleiding in Washington wist dat Japan op het punt stond de VS aan te vallen en de bevelhebbers in Pearl Harbor en elders in de Stille Oceaan waren gewaarschuwd dat de vijand “op elk moment” in actie kon komen. Maar officieren die van de dreiging op de hoogte waren, betwijfelden dat de aanval op een plek zó ver van Japan als de marinebasis Pearl Harbor zou plaatsvinden. Ze wisten dat de Filipijnse archipel kwetsbaar was voor een aanval, maar ze waren ervan overtuigd dat een Japans offensief hooguit tot de Amerikaanse bases op Guam, Wake Island of Midway zou reiken, eilandjes die ruim tweeduizend kilometer dichterbij Japan lagen dan Oahu. De twee vliegdekschepen die Yamamoto in de haven van Pearl Harbor hoopte te vernietigen, de USS Enterprise en de USS Lexington, lagen op die 7e december niet voor anker omdat ze gevechtsvliegtuigen naar Midway en Wake Island vervoerden. Pearl Harbor bevond zich niet in de hoogste staat van paraatheid.
Zoals op de kaart hieronder van de aanval in Tokio-tijd is te zien, kwam de eerste aanvalsgolf van Japanse gevechtsvliegtuigen en bommenwerpers vanuit het noorden. De vliegtuigen kregen om 07:49 uur Honolulu-tijd het bevel van commandant Mitsuo Fuchida om de aanval te openen. Daarbij richtten ze zich op de vliegvelden van Oahu, waaronder Hickam Field bij Pearl Harbor en Ford Island in de haven zelf. Maar het belangrijkste doelwit waren de aangemeerde oorlogsschepen.
Sommige vliegtuigen kwamen laag aanvliegen en wierpen torpedo’s af, waarvan er één het slagschip USS Oklahoma trof en deed kapseizen. Een bom die van grote hoogte op het slagschip USS Arizona werd afgeworpen, drong door tot in het munitiemagazijn en veroorzaakte daar een rampzalige explosie. Rond negen uur ’s ochtends volgde de tweede aanvalsgolf, die nog meer schade aanrichtte. Binnen enkele uren wisten de aanvallers alle acht slagschepen in de haven van Pearl Harbor en elf andere oorlogsschepen tot zinken te brengen of zwaar te beschadigen en 170 vliegtuigen te vernietigen. Bij de aanval vielen ruim 3500 Amerikaanse doden en gewonden.
Hoe schokkend het bombardement ook was, het offensief waarvan het deel uitmaakte was veel omvangrijker. Op dezelfde dag werden ook Guam, Wake Island en de Filipijnen aangevallen en vielen Japanse troepen het neutrale Thailand en het door de Britten bestuurde Hongkong en Malaya binnen. De Amerikaanse Pacific Fleet had tot op zekere hoogte geluk, want de brandstofdepots en reparatiedokken van de vloot bleven grotendeels intact.
Winston Churchill twijfelde er niet aan dat de VS zich snel zou herstellen van de aanval en was verheugd over het feit dat de grootmacht op 8 december de oorlog aan Japan verklaarde en daarmee eindelijk aan de oorlog ging deelnemen. “Vandaag zitten we allemaal in hetzelfde schuitje met jullie,” schreef Roosevelt in een telegram aan Churchill, die erop vertrouwde dat het Britse bondgenootschap met de VS en de Sovjet-Unie uiteindelijk tot de ondergang van de Asmogendheden zou leiden.
Dit artikel werd oorspronkelijk op 6 december 2018 in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com. Het betreft een uittreksel uit National Geographics Atlas of World War II.
Neil Kagan (uitgever) en Stephen G. Hyslop (auteur) hebben samengewerkt bij de publicatie van meerdere boeken van National Geographic, waaronder Eyewitness to World War II, The Secret History of World War II, Eyewitness to the Civil War en de Atlas of the Civil War.