Van bovenaf gezien lijkt ­ de ramp op de Pine Islandijsplaat zich in slowmotion te voltrekken. In het opper­vlak zitten duizenden barsten. Aan de randen gapen scheuren van bijna een halve kilometer breed. In 2015 en 2016 brak een stuk ijs af van 580 vierkante kilometer, dat wegdreef over de Amundsenzee.

Daar is het zeewater de afgelopen decennia ruim een halve graad warmer geworden, en het tempo waarin het ijs smelt en verbrokkelt, is met een factor vier toegenomen. De ijsplaat is het drijvende uiteinde van de Pine Islandgletsjer, een van de grote gletsjers die uitmonden in de Amundsenzee. Samen zorgen ze voor de afwatering van een nog veel grotere ijsmassa, de West-Antarctische ijskap, die een oppervlakte heeft van twee keer Frankrijk en op sommige plekken ruim drie kilometer dik is.

Overstroomde kustgebieden
De ijskap rust op verscheidene eilanden, maar het grootste deel rust op de bodem van een bekken op meer dan 1500 meter onder de zeespiegel. Daardoor is het extra gevoelig voor de opwarming van het zeewater. Als al dat kwetsbare ijs loskomt – iets waarvoor wetenschappers steeds meer vrezen – kan de zeespiegel met 3,3 meter stijgen en zullen kustgebieden overal ter wereld overstromen.

Aan de sierlijke welvingen van deze ijsberg is te zien hoe snel hij is afgesmolten sinds hij door een gletsjer in het Lemairekanaal werd afgezet Aan de westkant van het Antarctisch Schiereiland is het sinds 1950 s winters vijf graden warmer geworden
Aan de sierlijke welvingen van deze ijsberg is te zien hoe snel hij is afgesmolten sinds hij door een gletsjer in het Lemairekanaal werd afgezet. Aan de westkant van het Antarctisch Schiereiland is het sinds 1950 ’s winters vijf graden warmer geworden.

De ijskap wordt alleen op z’n plek gehouden door de ijsplaten langs de randen, maar deze drijvende dammen, die worden gestut door rotsen en richels langs de randen van het bekken, beginnen het te begeven. Overal rond de Amundsenzee, aan de westkant van West-Antarctica, worden de ijsplaten zwakker en slinken de gletsjers doordat het ijs steeds sneller in zee schuift. De afkalving van de Pine Islandijsplaat, op de meeste plekken zo’n vierhonderd meter dik, is dramatisch: tussen 1994 en 2012 is hij gemiddeld 45 meter dunner geworden. Nog meer reden tot zorg is de ernaast gelegen Thwaitesgletsjer; als die bezwijkt, kan de hele West-Antarctische ijskap gaan schuiven.

“Dit zijn de snelst slinkende gletsjers ter wereld”, zegt glacioloog Eric Rignot van het NASA Jet Propulsion Laboratory in Pasadena, Californië. Rignot bestudeert dit gebied al ruim twintig jaar, aan de hand van radarbeelden gemaakt vanuit vliegtuigen en satellieten, en volgens hem is de ondergang van de West-Antarctische ijskap slechts een kwestie van tijd. De vraag is alleen of het vijfhonderd jaar duurt of nog geen honderd – en of de mensheid de tijd krijgt om zich voor te bereiden.

De westkant van het Antarctisch Schiereiland warmt veel sneller op dan de rest van de planeet 90 procent van de 674 gletsjers hier slinkt en er kalven steeds meer ijsbergen af zoals deze bij de Andvordbaai
De westkant van het Antarctisch Schiereiland warmt veel sneller op dan de rest van de planeet. 90 procent van de 674 gletsjers hier slinkt en er kalven steeds meer ijsbergen af, zoals deze bij de Andvordbaai.

Onderzoek
“We moeten inzicht krijgen in die cijfers”, zegt hoogleraar Rignot beslist. “En liefst zo snel mogelijk.” Om met de juiste voorspellingen te kunnen komen, moet het ijs eerst ter plaatse worden onder-zocht. En zo scheerde in december 2012 een rood-wit Twin Otter-vliegtuigje laag over de ijsplaat. Na de landing stapte er één man uit. Met een touw aan het vliegtuig gezekerd begon hij met een 2,5 meter lange stok in de sneeuw te prikken.

Pas toen duidelijk was geworden dat er geen scheuren onder de sneeuw lagen, stapten ook de andere wetenschappers uit. Het team, onder leiding van glacioloog Martin Truffer van de University of Alaska, sloeg zijn kamp op met de bedoeling om twee maanden op de ijsplaat te blijven. Ze waren de eerste mensen die hier ooit overnachtten. Lang werd zo’n expeditie te gevaarlijk geacht. Maar Truffer en de zijnen wilden door de ijsplaat boren om te kunnen meten hoe warm het water was dat aan de onderzijde aan het ijs likte.

Terwijl de onderzoekers ’s nachts in hun tent lagen, hoorden ze luide knallen uit het ijs komen. Elke ochtend zagen ze nieuwe scheuren in het ijs, een paar centimeter breed en peilloos diep. In de vijf weken dat ze het ijs onderzochten, werd het twee meter dunner.

Dit is een fragment uit het artikel IJscrisis over de smeltende ijskappen van Antarctica uit National Geographic Magazine Juli 2017. Wil je het hele artikel lezen, het magazine ligt vanaf 29 juni in de winkel.