
De NASA-tweelingsondes Voyager 2 en Voyager 1 werden respectievelijk in augustus en september 1977 gelanceerd en hebben sindsdien nieuwe werelden in de kosmos ontsloten, waaronder Jupiter (op de foto), Saturnus, Uranus en Neptunus.
Foto van NASA/JPL
Op 17 augustus 1981 vloog Voyager 2 op een afstand van 8,6 miljoen kilometer langs de ringen van Saturnus, waarbij de sonde deze spectaculaire valse-kleurenopname in zichtbaar en ultraviolet licht maakte.
Foto van NASA/JPL
Op 24 januari 1986 vloog Voyager 2 op ruim 81.000 kilometer afstand langs de ijsreus Uranus en stuurde daarbij verbluffende beelden van een hemelsblauwe bol naar de Aarde.
Foto van NASA/JPL
Voyager 2 vloog op 25 augustus 1989 langs Neptunus, de laatste van de planeten die het op zijn reis tegenkwam, en maakte deze fascinerende opname van zijn diepblauwe atmosfeer.
Foto van NASA/JPL
Meld je aan voor de nieuwsbrief