Traveler ging aan boord van Skorpios III en voer in vier dagen en drie nachten de Kaweskarroute, die vanuit Puerto Natales zuidwaarts langs elf van de 48 gletsjers vaart. Dit artikel verscheen in National Geographic Traveler editie 1, 2019.

"Ik voel me nietig. Niet alleen bevind ik mij aan het einde van de wereld in Patagonië, met zijn ongerepte landschap van grillige bergen, steile kliffen, taaie steppen en ruige klimaat, ook sta ik pal naast een helderblauwe, torenhoge gletsjer. Het is een rivier van ijs die machtig oogt in dit verlaten gebied, zo ver verwijderd van ieders dagelijks bestaan. Kleinerend bijna. Volgens Luis Kochifas Coñuecar, de kapitein van het schip Skorpios III waarmee ik de fjorden van het Zuid-Patagonische IJsveld doorkruis, zijn wij de enigen hier. 
‘Er is geen andere rederij die deze routes vaart en er woont hier niemand,’ belooft hij me eerder die dag. ‘Je bent hier alleen met God.’
 Die afzondering, daar hou ik van.

Het is een van de redenen waarom ik de vele reisuren naar deze bestemming in het zuiden van Chili voor lief neem. Na een overnachting in hoofdstad Santiago de Chile komen we aan in het dorp Puerto Natales, waar we aan boord gaan voor een cruise van drie nachten langs elf van de 48 gletsjers in dit uitgestrekte ijsveld (na dat van Antarctica en Groenland het grootste op aarde). Zo zuidelijk ben ik nog nooit geweest. Er is hier niemand, behalve dan de passagiers en de bemanning van de zeventig meter lange Skorpios III. Geen files op weg naar werk, geen drukte in de supermarkt... In plaats daarvan zijn er fjorden en kanalen, bergen en meren, gletsjers en watervallen, maar ook zeeleeuwen en albatrossen, dolfijnen en condors. De kapitein had dus niet helemaal gelijk.

Passagiers van de Skorpios III onder de reusachtige El Brujogletsjer

Vuurwerk van water en ijs

Het is begin maart, ik sta op het bovendek van ons schip en de frisse lucht kondigt het einde van de zuidelijke zomer aan. We glijden over het kalme water, aalscholvers gaan verderop kopje onder en besneeuwde toppen torenen links en rechts boven ons uit, als wachters die onze vaart streng in de gaten houden.

Voor me doemt de Amaliagletsjer op, de eerste waarvoor we tijdens deze tocht voor anker gaan. Een allesverpletterend gevaarte dat onder de bewolkte hemel diepblauw kleurt – ideale omstandigheden voor wie foto’s wenst te maken, want zonlicht zou álle tinten reflecteren waardoor de gletsjer grauwig en wit overkomt. Aan weerszijden van de gletsjer en ook ervóór liggen donkere morenes. Door het ijs meegesleurd en weggeduwd vormt dit puin uit de bergen soms metershoge muren van steen en rots.

Met een kleinere excursieboot die vanaf het dek omlaag is getakeld varen we erlangs, naar een eilandje dat fraai zicht biedt op het eeuwenoude natuurgeweld. Wanneer ik om mij heen kijk en dit panorama probeer te bevatten, breken grote stukken ijs af, soms zo groot als een huis. Een echoënd gebulder vult de fjord, de klap op het water is voelbaar en zorgt voor een indrukwekkend vuurwerk van water en ijs – en voor flinke golven die onze kant op rollen. Zelden heb ik de kracht van de natuur van zo nabij ervaren, alsof ik een figurant ben in een prachtige natuurdocumentaire.

Elke gletsjer die we aandoen versterkt de band met medepassagiers – reizigers die van overal ter wereld komen, maar goeddeels uit Chili zelf. Hoewel het schip plaats biedt aan negentig passagiers, zijn er slechts 51 mensen aan boord. Dat geringe aantal zorgt voor een gezellige, intieme sfeer, een verbondenheid die ik niet had verwacht. We wijzen elkaar op de flora en fauna, laten elkaar tijdens het diner foto’s van de afgelopen dag zien en horen elkaars levensverhalen aan. Deze wonderlijke wildernis brengt ons nader tot elkaar.

Naast me staan Margarita Saldivia en Paula Maluenda Fierro, hartsvriendinnen uit Puerto Natales die deze fjorden nog nooit hebben bezocht, ook al wonen ze er vlakbij. En dat zal hun familie weten ook: ze maken voortdurend vrolijke selfies. De verklaring van de dames voor al die zelfportretjes verbaast me enigszins: ‘De gletsjers lijken nu geleidelijk te bezwijken onder de opwarming van de aarde. We willen dit vastleggen voor onze kinderen.’