Je hebt deel drie van ‘Kun je met de trein van Noord-Korea naar Nederland reizen?’ voor je. Eerst de eerdere delen lezen? Je vindt ze onderaan dit verhaal.

Over het interieur van de gepantserde boemel van Kim Jong-un is net zo weinig bekend als over de Geweldige Leider – een van zijn vele titels – zelf: zelfs zijn geboortejaar is in nevelen gehuld.

Zijn trein zou onder meer zijn voorzien van een luxe kantoor met leren stoelen en een vergaderruimte waar andere staatshoofden worden ontvangen. De menukaart zou niet misstaan in menig sterrenrestaurant. Terwijl zijn land afhankelijk is van ontwikkelingshulp, doet Kim zich onderweg graag te goed aan peperdure bordeauxwijn, kreeft en gerechten uit de Koreaanse, Chinese en Franse keuken.

Een meer zo groot als België

Dat de derde klasse in een Russische trein van een heel andere orde is, ontdek ik een aantal weken later. Na een deel van het Mongolische binnenland te hebben verkend – waaronder het gigantische stalen ruiterbeeld van Dzjengis Khan hieronder; de door hem gestichte voormalige hoofdstad van het Mongoolse Rijk, Karakorum; en het Ögiimeer – reis ik verder naar Irkoetsk, een stad in Siberië. Niet ver hier vandaan komen de trajecten van de trans-Mongolische en de befaamde trans-Siberische spoorlijn samen.

De zonnigste dagen beleef ik op Olchon, een eiland in het gigantische Baikalmeer. Terwijl ik in korte broek langs de rotsige kliffen loop, kan ik me haast niet voorstellen dat een meer zo groot als België ’s winters helemaal dichtvriest. Een week lang is mijn grootste zorg het kiezen van een mooie plek om de zonsondergang te bekijken, om me vervolgens in de schemer af te vragen of er beren op het eiland lopen.

het ruiterstandbeeld vandzjengis khan even tenoosten van ulaanbaatarmongoli is maar liefstveertig meter hoog engemaakt van staal
Kevin van Huët
Het ruiterstandbeeld van Dzjengis Khan, even ten noorden van Ulaanbaatar (Mongolië), is maar liefst veertig meter hoog en gemaakt van staal.

Instantnoedels in de platzkart

Bij terugkomst in Irkoetsk verruil ik de houten eilandblokhut voor de ‘platzkart’, de derde klasse in de Russische slaaptreinen. Langzaam trek ik verder in westelijke richting, langs Russische steden als Krasnojarsk, Novosibirsk, Omsk en Jekaterinenburg.

In de platzkart is geen plek voor leren stoelen, wel voor 54 simpele stapelbedden. Kreeft en wijn worden er niet opgediend, de belangrijkste maaltijd bestaat vrijwel elke dag uit instantnoedels, die je met de boiler aan het begin van elke coupé kunt voorzien van kokend water.

Hoe maak je contact met je buren in een Russische derdeklassecoupé?

Svetlana en Igor zijn tijdens mijn veertig uur durende rit van Irkoetsk naar Omsk verantwoordelijk voor het verschonen van het beddengoed en het knippen van de kaartjes. Ook de taak om mij erop te wijzen dat ik op tijd terug moet zijn bij de trein na het strekken van de benen, nemen ze heel serieus. Tot slot moeten ze de harmonie tijdens de rit weten te bewaken. Dat laatste lijkt geen overbodige luxe in een coupé zonder afgesloten slaapcompartimenten, maar niets blijkt minder waar. Veertig uur lang is de stemming opperbest.

Met behulp van een Russisch woordenboek probeer ik contact te leggen met mijn bovenbuurman, Dmitri. Als we met veel handen- en voetenwerk elkaars eindbestemming weten te ontrafelen, wordt dat door de hele coupé gevierd met wodka, broodjes en andere zelfgemaakte baksels. Even wegdommelen kan zomaar betekenen dat je weer een tijdzone verder bent. Of dat je een nieuwe buurvrouw of -man hebt, en het kennismakingsritueel opnieuw begint.

De pont in Amsterdam

Waar Kim Il-sung vorige eeuw in het westen van Rusland afboog naar Oost-Europa, maak ik een omweg via het noorden. Als ik de Russisch-Finse grens passeer en weer in de Europese Unie ben, voelt het als thuiskomen, maar dan op een plek waar ik niet eerder ben geweest. Na al die uren in de trein zijn afstanden kleiner geworden – de boottocht van Helsinki naar Tallinn lijkt niet langer te duren dan een tochtje met de pont in Amsterdam.

Via de Baltische staten en Polen reis ik naar Berlijn en begin ik aan de laatste etappe. Onderweg denk ik aan alle mensen die ik heb ontmoet, plaatsen die ik heb bezocht en ervaringen die ik heb opgedaan. En ik concludeer dat het best mogelijk is om vanuit Noord-Korea terug naar Nederland te boemelen. Nadat de trein langzaam Amsterdam Centraal binnenrolt – de enige kilometers met wat vertraging –, word ik enthousiast binnengehaald door familie en vrienden. Niet met een rode loper of een grote parade. Zelfs niet met roze plumeaus. Maar gewoon met een stevige knuffel.