Zwemmen met walvissen, reuzenmanta’s, dolfijnen en haaien: Ilco van der Linde deed het allemaal. Met zijn initiatief OceanLove hoopt hij de kwetsbaarheid, maar vooral ook de veerkracht en schoonheid van de oceanen en alles wat er leeft onder de aandacht te brengen. Dit zijn de vijf duikplekken die je volgens hem niet mag missen.
1. Socorro, Mexico
Vanuit het haventje van de badplaats San José del Cabo in Mexico vertrekken boten naar de Revillagigedo-eilanden, ook wel bekend als de Mexicaanse Galapagoseilanden. Na 450 kilometer en 26 uur varen kom je aan op Socorro. Hier kun je onder meer tijgerhaaien, hamerhaaien en zilverpunthaaien spotten, slapend op de richels van een oude vulkaanwand.
De meeste indruk maakt de reuzenmanta, die je hierboven kunt zien. Met een spanwijdte van tien meter ‘vliegen’ ze naar je toe en staren je aan, waardoor je het gevoel krijgt dat ze je herkennen. Zoiets staat voor eeuwig op je netvlies gebrand.
2. Vava’u, Tonga
Deze eilandengroep in Tonga is bij uitstek geschikt om te zwemmen met (bultrug)walvissen. Houd daarbij wel in gedachten: niet te dicht bij de dieren komen, niet in hun zwemroute komen, vanzelfsprekend mag je ze niet aanraken, geen bubbels of onverwachte bewegingen maken. Kortom: doe niets dat de dieren kan storen.
Dertig jaar geleden werd er nog op deze walvissen gejaagd en waren ze bijna uitgestorven. Dankzij het jachtverbod uit 1980 herstelde de populatie, wat weer duikers en andere toeristen aantrekt, en dus voor een nieuwe bron van inkomsten zorgt.
3. Tofo, Mozambique
In het piepkleine dorp Tofo aan de kust van Mozambique wandel je vanuit een simpel hutje op het strand zo de zee in. Daar kun je urenlang zwemmen met walvishaaien; ze komen hier heel dicht bij de kust.
Sommige walvishaaien worden wel vijftien meter lang, met ogen zo groot als je eigen hoofd. Dat klinkt een beetje angstaanjagend, maar deze dieren zijn absoluut niet gevaarlijk. Die bek, die ogen, de soepele bewegingen, het stippenpatroon op hun huid: het is betoverend om de walvishaaien van zo dichtbij te kunnen zien. Met een beetje geluk zwemmen er ook nog dolfijnen voorbij.
4. Rode Zee, Egypte
De Rode Zee bij Egypte telt vele prachtige duikplekken. Bijvoorbeeld het stadje Dahab in het noorden, dat in de jaren zestig een toevluchtsoord was voor hippies en die sfeer nog steeds ademt. Een korte tocht door de woestijn brengt je naar de Blue Hole, een onderzees zinkgat waar je met een diepe duik langzaam steeds dieper wegzinkt in een helderblauwe oneindigheid.
Je kunt ook een nachtduik maken om de Spaanse danseres te bewonderen, een felrode zeenaaktslak, die ’s nachts uit haar schulp kruipt om vervolgens tot zonsopgang als een flamencodanseres elegante bewegingen te maken.
5. Jardines de la Reina, Cuba
Jardines de la Reina (‘de tuinen van de koningin’), zo’n honderd kilometer ten zuiden van Cuba-eiland, was een van de favoriete duikplekken van Fidel Castro. In 1996 maakte de toenmalige Cubaanse president dit gebied tot beschermd zeereservaat. Er wordt hier niet gevist en er worden maar mondjesmaat duikvergunningen uitgegeven.
Na een nacht varen tref je koraalriffen zoals die er tweehonderd jaar geleden in de hele Caribische Zee uitgezien moeten hebben. De koralen zijn in uitstekende conditie: ze zijn groot, kleurrijk en worden omringd door duizenden vissen. En je kunt er duiken met grote scholen haaien.
