Niets is mooier dan in de frisse berglucht afdalen met een waterig zonnetje op de achtergrond. Zie jij door alle wintersportbestemmingen de bomen het bos niet meer? Reisjournalisten en skifanaten Sebastiaan Bedaux, Bas van Oort en Dirk Wijnand de Jong weten raad. Zij zetten per categorie hun favoriete wintersportgebieden op een rij – zodat jij tot de perfecte bestemming kunt komen voor je komende wintersportvakantie.
1. Onverwachtst: Spitsbergen, Noorwegen
Geprepareerde pistes zijn er niet en skiliften zijn uit den boze. Juist daarom is skiën op Spitsbergen een ervaring die de doorgewinterde (toer)skiër doet watertanden. De eilandengroep, die precies tussen het noordelijkste puntje van Noorwegen en de Noordpool ligt, is een bestemming van extremen. De winters zijn donker en koud, maar is de poolnacht voorbij, dan dient het avontuur zich aan.
Dat kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld met sneeuwscooters, om zo op plekken te komen waar nooit eerder iemand naar beneden is geskied. Richting de zomer zijn er Ski & Sail-tours, waarbij je langs de kust vaart om toertochten te rijden.
Maar een van de mooiste ski-ervaringen begint gewoon bij de basis: toerski’s onderbinden en naar boven lopen. Dat kan meteen buiten hoofdstad Longyearbyen, waar op twee à drie uur stijgen Trollsteinen ligt. De trollenrots, een kleine maar imposante vierkante rots die een groot deel van het jaar volledig besneeuwd is. Vanaf hier zie je Longyearbyen liggen, met erachter de baai die uitmondt in de Groenlandzee.
Loop je eind februari naar boven, dan heb je kans de allereerste zonnestralen van het nieuwe jaar te zien, twee weken eerder dan dat ze het dal bij Longyearbyen bereiken. Ga je later in het jaar, dan is het 24 uur per dag licht en kun je midden in de nacht in het volle zonlicht naar beneden skiën – elke meter afdaling zelf verdiend.
Extra tip: Etna, Italië – Geen smeulende lava in de winter op Europa’s grootste vulkaan, maar twee skigebieden met magnifiek uitzicht op de Middellandse Zee. Bovendien heeft Sicilië nog veel meer te bieden.
2. Mooist: Dolomieten, Italië
Het mooiste skigebied vinden is een hele kluif. Dat begint met het zoeken naar het mooiste berglandschap. In Europa kan er maar weinig op tegen de wereldberoemde, puntige bergtoppen van de Dolomieten.
Steile rotswanden die vervaarlijk tot aan de hemel reiken. Kalksteen dat ’s ochtends en ’s middags goud oplicht door de winterzon. En daartussen ligt een enorm netwerk aan pistes; met maar liefst 1200 kilometer is Dolomiti Superski het grootste skigebied ter wereld.
Verspreid over twaalf verschillende terreinen, van de Drei Zinnen in de Sextener Dolomieten en Bruneck in Zuid-Tirol tot Val di Fiemme in Trentino, vind je hier het mooiste dat Italië in de winter te bieden heeft.
Hoogtepunten: het roemruchte Cortina d’Ampezzo, waar de juiste kleding minstens zo belangrijk is als een geldige skipas. Of de Marmoladagletsjer, met 3342 meter het hoogste punt van het gebied. En wat te denken van de Val di Fassa, een van de bekendste valleien in de regio, met veel zon door de ligging aan de zuidkant van de Alpen en een ongekend culinair aanbod.
Leestip: Maakt klimaatverandering wintersporten binnenkort onmogelijk?
Het geijkte hoogtepunt voor de skiër is de Sella Ronda. Een aaneengesloten skiroute van zo’n veertig kilometer die via de skigebieden van Val Gardena, Alta Badia, Arabba en Val di Fassa om het Sellamassief leidt, en je zonder ook maar één afdaling twee keer te laten doen een hele dag bezighoudt. Minder bekend en een stuk korter – maar minstens zo spectaculair – is de Lagazuoi bij Armentarola. Inclusief transfer met paardenslee.
Extra tip: Arlberg, Oostenrijk – De Nederlandse koninklijke familie trekt niet voor niets elk jaar naar Lech. Arlberg – met St. Anton als andere publiekstrekker – is sneeuwzeker, omvangrijk en uitdagend op én buiten de piste.
3. Beste architectuur: Les Arcs, Frankrijk
Over smaak valt niet te twisten, en dus mag je Les Arcs lelijk en zielloos vinden. Feit is dat de Franse wintersportplaats een architectonisch laboratorium is, met ondertussen 53 jaar op de teller. Meer nog, Les Arcs is het perfecte voorbeeld van alpien modernisme, aangebracht in de jaren zestig door (visionair) architecte Charlotte Perriand, leerling van Le Corbusier.
In de winter van 1968-’69 verrees hier een eerste hotel: Les Trois Arcs, een gigantisch betonnen appartementsgebouw met kleine uniforme ruimtes, panoramische ramen, polyester prefabbadkamers en halfopen keukens.
Arc 1600 was geboren en Charlotte Perriand kreeg de volledige supervisie over de uitbouw van het skidorp. Meer dan vijf decennia later is Arc 1600 uiterst waardevol architectonisch erfgoed in Frankrijk – net als Arc 1800, dat in 1974 werd geopend als tweede skidorp van Les Arcs, eveneens onder leiding van Perriand.
Met even goede intenties ging eind jaren zeventig Arc 2000 open, maar al snel groeide dit dorp uit tot een architectonische gruwel. Rijke mensen wilden namelijk grotere kamers, meer decoratie, plaats voor een zwembad en wellnessruimtes, wat totaal niet strookte met Perriands visie.
Wil je niets missen van onze verhalen? Volg National Geographic op Google Discover en zie onze verhalen vaker terug in je Google-feed!
Uiteindelijk kregen de rijken toch hun zin, met de bouw van Arc 1950 in 2003, een traditioneel skidorp, neergepoot door een Canadese bouwfirma in neoretroarchitectuur. Als je hier aandachtig luistert, hoor je hoe Perriand zich omdraait in haar graf.
Extra tip: Avoriaz, Frankrijk – Een architecturaal sprookje, hoog op een duizelingwekkende rots in de Haute-Savoie, zonder rechte lijnen, volledig opgetrokken uit hout. Het ecologische eldorado van de wintersport, met hotels en flatgebouwen in de vorm van ruimtevaartuigen en dennenappels.
4. Meest iconisch: Zermatt, Zwitserland
Het zou een uitstekende Trivial Pursuit-vraag zijn: wat is de hoogste berg in Zwitserland? Helaas maalt niemand om het antwoord (de Dufourspitze), want in de Zwitserse Alpen is er plaats voor maar één icoon: de Matterhorn.
De piek van deze legendarische berg, een besneeuwde piramide, is het winterse symbool van Zwitserland en de belangrijkste bezienswaardigheid van Zermatt, het mondaine en autovrije dorp aan de voet van de berg.
Zermatt heeft een eeuwenoud ‘Hinterdorf’ en is met liefst 121 restaurants (en 51 bars) aanlokkelijk voor lekkerbekken, en een feest voor wie graag luxemerken shopt. Maar de allergrootste luxe in dit ‘kroonjuweel van de Zwitserse Alpen’ is het uitzonderlijke skigebied.
Een wintersportparadijs met 360 kilometer aan piste, met het hoogste skiresort van Europa (Matterhorn Glacier Paradise) en een van de langste pisteafdalingen ter wereld, zo’n 22 kilometer lang, tot in het Italiaanse skidorp Valtournenche.
Om het skigebied in te trekken, krijg je in Zermatt de keuze uit een gondel, een ondergrondse kabelbaan en een sneeuwtrein, met die laatste – de Gornergratbahn – als meest iconische vervoermiddel. Deze 9,3 kilometer lange tandradbaan verbindt het centrum van Zermatt met de Gornergrat, een imposante bergkam op 3089 meter hoogte. Een magische rit door een prachtig landschap bezaaid met besneeuwde chalets en perfect geprepareerde pistes.
Extra tip: Wengen, Zwitserland – Dit autovrije dorp in de Berner Alpen ligt aan de voet van de iconische Jungfrau en maakt deel uit van het gezinsvriendelijke skigebied Kleine Scheidegg-Männlichen.
5. Avontuurlijkst: Noorse fjorden
Voor avontuurlijke Noren zijn de echte wintersportuitdaging de ongerepte fjorden zelf, zonder kabelbanen en geprepareerde pistes. Tijdens de strenge winters zijn de rotsachtige inkepingen langs de kust vanwege hevige sneeuwval nog lastiger te bereiken, maar daarvoor hebben de Noren een oplossing: Ski & Sail-expedities.
Zoals die op de Statsraad Lehmkuhl, een honderd jaar oude driemaster die wordt ingezet om kadetten op te leiden, maar ook om wintersporters door het labyrint van fjorden te manoeuvreren.
Wanneer in Bergen de grote lading skispullen met een takel aan dek wordt gehesen, kun je het gevoel op de vooravond te staan van een belangrijke expeditie niet onderdrukken. Maar dit is geen schoolreisje, dit is een avontuur van spartaanse proporties.
De 22 zeilen moeten worden gehesen, er moet iemand aan het roer staan. Heb je geluk, dan lig je om negen uur in je hangmat. Trek je aan het kortste eind, dan sta je ’s nachts bij -20 °C op het dek de open zee af te speuren naar zeecontainers en drenkelingen – walvissen zijn bonus. De verbroedering die op volle zee ontstaat is meegenomen voor het avontuur aan land.
Als een kudde sneeuwkamelen struin je met stijgvellen onder gebonden en gezekerd aan een koord langs diepe gletsjers pleten. Totdat je na vijf, zes uur zwoegen de top behaalt. Dan wacht de ontlading: de vijftien minuten durende afdaling met uitzicht op zee.
Extra tip: Folge, Noorwegen – Dit skigebiedje op de Folgefonnagletsjer opent wanneer alle andere wintersportgebieden dichtgaan, namelijk in mei. Hier is wél een liftje waarmee je snel omhoog kunt.
6. Winterst: Fins Lapland
Winter boven de poolcirkel is een constante blootstelling aan Moeder Natuur en haar lange adem. De eerste sneeuw komt in augustus uit de hemel vallen, gevolgd door zeven donkere, nauwelijks verlichte maanden waarin de vlakke landschappen transformeren in eindeloze witte sneeuwvelden die het beste te doorkruisen zijn met een sneeuwscooter of op langlauflatten.
Maar wat weinig mensen weten: deze vlakke wildernis, magisch beschenen door het noorderlicht, is bedekt met ’s werelds oudste bergen. Althans, wat daarvan nog over is. Langzaam schuivende ijskappen hebben de vierduizenders die hier ooit stonden gevijld en geslepen tot perfect glooiende heuvels, fells genaamd, waar je vanaf kunt skiën.
Nog maar een fractie van hun oorspronkelijke hoogte – de meeste fells halen de zevenhonderd meter niet – maar dankzij hun vriendelijke vormen kun je de verbazingwekkend brede pistes van skigebieden als Levi en Ylläs van alle kanten pakken.
Leestip: Beleef een sprookjesachtige winter in Lapland: dit zijn de 5 mooiste avonturen
Veel meer nog dan om de activiteit zelf, is het de Lappen te doen om waardevolle herinneringen in de natuur met naasten. Langs de Lapse pistes vind je talrijke hutten en schuilplekken waar vrienden en families gezeten rondom een kampvuur van huis meegebrachte worsten klaarmaken, de veldfles doorgeven, of gewoon de ogen sluiten om de longen te vullen met de schoonste lucht op aarde.
Fins Lapland, met zijn onmetelijke sneeuwlandschappen, rendierboerderijen, hete sauna’s en koude wakken, is de ultieme winterwonderlandbeleving. Niet toevallig is het ook de woonplaats van de Kerstman. In Santa Claus Village in hoofdstad Rovaniemi kun je hem ontmoeten.
Extra tip: Moose Mountain, Verenigde Staten – Santa sells. Nabij dit intieme skigebied in de wildernis van Alaska houdt een tweede Kerstman open huis: Santa Claus House in het plaatsje North Pole.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!











