21 januari 2014
“Om bevreesd te worden heb ik onderweg wilde stromen, rotsen, dennen, afgestorven bossen, pieken, woeste paden ter beklimming en afdaling, en afgronden naast mij nodig,” schreef Jean-Jacques Rousseau over zijn passie voor bergwandelen in de Franse Alpen. “Het vreemde van mijn voorliefde voor steile afgronden is dat deze me doet giechelen, en ik geniet hogelijk van deze lacherige emotie, mits ik mij in een veilige positie bevindt.”
Rousseau was destijds niet de enige die dol was op steile afgronden en dat lacherige gevoel. In heel Europa klauterden achttiende-eeuwse lady’s en gentlemen tijdens hun Grand Tours de bergen op, staarden in peilloze diepten en stonden op de rand van klippen – op zoek naar wat ze het ‘sublieme’ noemden: magnifieke uitzichten die tegelijk ontzag en angst inboezemden.
Sommige dingen veranderen nooit. Drie eeuwen later lijkt het erop dat we het nog altijd subliem vinden om ons naar grote hoogten te begeven om daar doodsangsten uit te staan tijdens uitzichten op hoogtevreesniveau.
En dankzij de moderne bouwtechniek kunnen we dat nu doen op angstaanjagender manieren dan Rousseau en zijn achttiende-eeuwse mederomantici zich ooit hadden kunnen voorstellen: vanaf hightech plateaus die vervaarlijk over de rand van afgronden steken, op richels aan wolkenkrabbers, ruim driehonderd meter boven straatniveau, en vanaf winderige uitkijkplatforms op de toppen van hoge zendmasten.
Weinig uitkijkplatforms zijn enger – of subliemer – dan het platform ‘Step into the Void’ (‘Stap in de diepte’), dat afgelopen maand werd geopend op het bovenste panoramaterras van de 3856 meter hoge Aiguille du Midi, in het hart van Rousseau’s oude klautergebied in de Franse Alpen, bij Chamonix.
Wie boven op de steile piek van de Aiguille du Midi staat, zal al behoorlijk onder de indruk zijn, maar dit ‘luchtpad’ voert het sublieme nog een stukje op: je kunt je er wagen in een kubus van doorzichtig glas die boven de afgrond hangt. Onder je voeten is niets dan glas – en bijna 1036 meter gezonde alpenlucht, tot aan de gletsjers ver beneden. Je hebt hier sublieme uitzichten over de Mont Blanc en Chamonix, maar ik wed dat het vooral de hartverzakkende diepte onder je schoenen is die jouw aandacht met een ijzig gebaar zal opeisen.
Je zou denken dat Rousseau er enthousiast over zou zijn geweest – een comfortabel ritje van twintig minuten per tandradbaan om er te komen en, nog beter, daar een ‘veilige positie’ in te nemen. Het luchtpad is vervaardigd uit vijf lagen van speciaal geharde glaspanelen die elk ruim één centimeter dik zijn. De installatie is bestand tegen windsnelheden van 225 kilometer per uur. Bezoekers moeten speciale slippers dragen, zodat het glas helder en schoon blijft en er geen krassen ontstaan – niets om het sublieme onder je voeten te verstoren.
Hieronder volgen nog zeven andere uitkijkplatforms die tot de griezeligste van de wereld behoren:
Een uitstapje over de rand van de Grand Canyon, over een glazen pad, is niet voor bangeriken. Vanaf daarboven is het nog héél ver naar beneden, naar de rivier de Colorado. Als je zou vallen, zou je pas ergens tussen de 152 en 244 meter verder naar beneden de rotsen raken. Het hoefijzervormige, overhangende luchtpad stelt bezoekers in staat om 21 meter over de rand van de canyon door te lopen.
Een duizelingwekkend uitzicht over het centrum van Chicago, het Michiganmeer en ruim 80 kilometer van het omringende platteland heb je vanuit vier glaskubussen die als balkons uit de 103e verdieping van de Wills Tower (voorheen de Sears Tower) steken, zo’n 412 meter boven het trottoir beneden je. Op een heldere dag kun je vier staten zien: Illinois, Wisconsin, Michigan en Indiana. Maar de beste tijd om te gaan, is bij het vallen van de avond, wanneer de lichten van de stad langzaam beginnen te twinkelen, als een enorm sterrenstelsel dat zich onder je voeten ontvouwt. Als je durft, kun je een privéontbijt of een diner aan tafeltjes op deze balkons met glazen vloeren organiseren – of er zelfs een bruiloft vieren.
Een smalle loopbrug van amper 91 centimeter breed over een gletsjerkloof van 457 meter diep in de Zwitserse Alpen wordt ook wel gezien als Europa’s hoogste en engste hangbrug. De brug werd gebouwd door een Zwitserse fabrikant van tandradbanen, ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de opening, in 1913, van de naburige tandradbaan Engelberg-Gerschnialp.
Woeste bergstromen stonden hoog op Rousseau’s verlanglijstje bij zijn zoektocht naar het sublieme. En water kan niet woester stromen dan in de watervallen van Iguazú, een reeks van 270 kolkende en donderende stroomversnellingen en watervallen op de grens tussen Argentinië en Brazilië. “Arm Niagara!” moet Eleanor Roosevelt hebben uitgeroepen toen ze dit natuurwonder aanschouwde. Een looppad hangt boven het ziedende water, dat zich over de afgrond 250 meter naar beneden stort; het levert het soort lacherige angst op voor wat er zou gebeuren als jijzelf over de rand zou vallen.
Een wandeling over een voetpad van 1,20 meter breed is op zichzelf geen uitdaging of een avontuur dat giechelig maakt – per slot van rekening gebeurt het toch nooit dat je, lopend op het midden van een pad, zomaar je evenwicht verliest en omvalt? Maar als je hetzelfde pad op een hoogte van 193 meter boven de straten van Auckland, Nieuw-Zeeland, hangt, aan het panoramadek rond de zendmast boven op de Sky Tower, dan doet die breedte van 1,20 meter opeens denken aan het touw van een koorddanser. Voor de veiligheid worden bezoekers dubbel gezekerd en moeten ze overalls dragen, om te voorkomen dat er voorwerpen uit hun zakken vallen die mensen ver beneden kunnen verwonden. Er is ook de mogelijkheid om van het luchtpad af te springen. Van de wandeling over de brug wordt gezegd dat die enger is dan ervan af springen, omdat je tijdens het wandelen toch enige tijd aan de elementen bent blootgesteld en meer gelegenheid hebt om je de vreselijkste drama’s voor te stellen...
Enge uitkijkplatforms hoeven helemaal niet van hoekig glas en staal te zijn. De Noorse architecten Tommie Wilhelmsen en Todd Saunders ontwierpen een elegant en heerlijk duizelingwekkend platform van klassiek Scandinavisch hout en stijlvol gebogen lijnen. Het kijkt uit over het majestueuze Aurlandfjord in westelijk Noorwegen, vanaf een hoogte van 610 meter. Als je aan het einde van het gepolijste houten looppad komt, stort het zich voor je neus in de diepte, alsof je in een dodelijke achtbaan zit. Het enige dat je tegenhoudt, is een glaspaneel. En, naturlijk, lijkt dat paneel helemaal niet sterk genoeg.
De enge ‘Stairway to Nothingness’ (‘Trap naar het niets’) hangt op een hoogte van 2743 meter in de Oostenrijkse Alpen en werd afgelopen juli geopend. Om er te komen neem je eerst een tandradbaan, waarna je je wiebelig over een smalle hangbrug tast, waarbij je boven een afgrond van 396 meter diepte tot giechelens toe wordt blootgesteld aan de elementen; daarna daal je de veertien treden van een trap langs een rotswand op de Hunerkogel af, naar een glazen uitkijkplatform met een prachtig uitzicht over de Alpen, tot aan Slovenië toe. Als je honderden meters naar beneden durft te kijken zie je daar de Dachsteingletsjer liggen.