Na een verblijf van ruim twee maanden aan boord van het Internationaal ruimtestation ISS, keerden NASA-astronauten Bob Behnken en Doug Hurley op 2 augustus terug naar de aarde. Ze schoten in een SpaceX Dragon-capsule aan parachutes door de dampkring van de planeet. Het duo plonsde om 20:48 Nederlandse tijd in de Golf van Mexico, op een locatie voor de kust van West-Florida die zo westelijk was dat de windstoten en regen van de orkaan Isaias geen rol speelden.
De terugkeer van de twee astronauten markeerde het eind van een historische testvlucht met de naam Demo-2, waardoor de Verenigde Staten na een periode van tien jaar weer in staat is bemande ruimtevluchten te maken. De missie begon op 30 mei. Het was de eerste keer dat NASA-astronauten een ruimtevaartuig bestuurden dat eigendom is van een commerciële onderneming en daar ook door geëxploiteerd wordt, en niet door het ruimteagentschap zelf.
Met dit succesvolle retourtje op zak zal SpaceXnog minstens zes andere NASA-vluchten naar het ISS verzorgen. De eerste daarvan, met de naam Crew-1 staat op zijn vroegst voor eind september gepland. Tijdens de tweede vlucht — die in het voorjaar van 2021 op het programma staat— gaat de astronaut Megan McArthur, de vrouw van Behnken, aan boord van dezelfde SpaceX Dragon als die waarmee de test werd gedaan.
“Ze vindt het supergeweldig dat ze mee kan met een SpaceX-missie,” vertelde Behnken vanuit de ISS voordat hij terug naar aarde kwam. “Ik kan haar zeker wel wat tips geven over het leven in de Dragon en waar je het best je persoonlijke spullen kunt opbergen.”
De eerste bemande vlucht van de Dragon
Behnken en Hurley schoten de ruimte in vanaf Cape Canaveral in Florida. Hun raket trok een oogverblindend spoor van vuur door de bewolkte lucht, en liet een krullende rookpluim achter in de vorm van een kurkentrekker. Ze koppelden hun ruimteschip op 31 mei aan de ISS en voegden zich bij het uit drie personen bestaande team dat al in het ruimtestation verbleef.
“Het was geweldig om met maatjes tijdens het eten te kunnen napraten over de dag, het over morgen te kunnen hebben en de gebeurtenissen op aarde te kunnen bespreken,” vertelde de Amerikaanse astronaut Chris Cassidy vanuit de ISS. Hij vloog in april met een Russische Sojoezcapsule naar de ruimte.
Tijdens hun verblijf hielp de bemanning van Demo-2 bij het onderhoud aan het station en bij wetenschappelijke experimenten. Behnken en Cassidy maakten vier keer een ruimtewandeling, terwijl ze de stroomsystemen verbeterdenen werkzaamheden deden ter voorbereiding van een toekomstige luchtsluis in het station. En natuurlijk testten de astronauten of Crew Dragon naar behoren werkte.
“We testten de bewoonbaarheid, de interfaces, de noodcommunicatie... en in het algemeen hoe de dingen gaan als de Dragon is aangekoppeld,” vertelde Hurley. “Het meeste liep precies zoals we dachten. Er waren hier en daar wat kleine aanpassingen nodig, maar eigenlijk ging het bijna allemaal heel goed.”
Een bitterzoet afscheid
Op de avond voordat de Dragon naar aarde terug zou keren, kozen de missieleiders het water voor de kust van Pensacola uit zeven mogelijke locaties voor een landing in het waterin de buurt van de kust van Florida. Bij hun besluit gaven vooral het weer en de omstandigheden op zee de doorslag. Die moeten beiden rustig genoeg zijn, zodat speedboten en een bergingsschip de capsule snel kunnen bereiken en veiligstellen.
Eerder die dag hadden Cassidy en zijn collega-ISS-teamleden, de Russische kosmonauten Anatoly Ivanishin en Ivan Vagner een afscheidsceremonie gehouden voor Behnken en Hurley. Cassidy gaf Hurley een Amerikaanse vlag die al heel wat heeft meegemaakt. Het was de vlag die astronauten mee naar de ruimte hadden genomen tijdens de eerste spaceshuttle-missie in 1981 en die Hurley later naar het ruimtestation bracht toen hij de laatste shuttlevlucht uit 2011 bestuurde.
“Die vlag is hier een poosje geweest, zo'n beetje negen jaar sinds we hem hier brachten,” vertelde Hurley. “Ik vind het een eer dat ik deze vlag mee terug kan nemen en kan kijken waar hij verder naartoe gaat.”
Daarna vertrokken de twee ruimtevaarders van het ISS in de ruimtecapsule die zij Endeavour doopten, als verwijzing naar de eerste spaceshuttle waar ze allebei als beginnende astronaut in vlogen - Behnken in 2008 en Hurley in 2009.
“Het is daarbinnen relatief klein, dus als je daar een bemanning van zeven man in zou willen proppen, zoals het geval was in de tijd van de spaceshuttle, zou je echt je stoel niet uitkunnen,” aldus Behnken. “Ik zou het geen telefooncel willen noemen... maar het wordt wel heel knus als je er met meer dan vier in wil.”
Na een serie autonome ontbrandingen om los te komen van het ruimtestation zette Endeavourkoers richting aarde. Het ruimtevaartuig wierp de ‘trunk’ af, een ongeveer drieduizend kilo wegend compartiment gevuld met afval dat zich onder de cabine voor de bemanning bevond. Dit verbrandde in de dampkring van de aarde.
Het gedeelte van de Endeavour waar de bemanning in zat, raasde met een snelheid van 28.000 kilometer per uur de dampkring binnen. De capsule werd beschermd door een hitteschild dat eerder bedekt was door de trunk. Door de wrijving in de dampkring remde het ruimtevaartuig af tot zo'n 550 kilometer per uur. Vervolgens kwamen er uit de capsule enkele parachutes tevoorschijn waardoor de zee nog rustiger kon worden genaderd. Daarna was het nog slechts een kwestie van in de Golf plonzen en wachten tot ze door een schip werden opgepikt en teruggevlogen naar Houston.
Het is bekend dat astronauten nogal misselijk kunnen worden van een landing in het water. Mensen die langer in de ruimte verblijven zijn al gedesoriënteerd doordat de zwaartekracht weer vat op ze krijgt, wat grote gevolgen kan hebben op de vloeistoffen in het binnenoor die een belangrijke rol spelen bij het oriëntatievermogen en het evenwicht. Daarover merkten Behnken en Hurley al op dat Endeavourwas uitgerust met de “juiste benodigdheden” om eventuele heftige aanvallen van zeeziekte op te vangen.
“Er zijn zakken als het nodig is, en die houden we bij de hand. En waarschijnlijk ook wel een paar handdoeken,” aldus Hurley. “Het zou zeker niet voor het eerst zijn dat dat in een ruimteschip gebeurt.”
Maar op enige misselijkheid na, zijn Behnken en Hurley veilig terug op aarde. De doorgewinterde astronauten laten weten dat ze niet kunnen wachten tot de medische keuringen achter de rug zijn en ze hun families weer kunnen zien.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com