Artsen voorspellen een ‘vierde golf’ in de coronavirus-pandemie, maar dan in psychisch opzicht. Volgens experts zullen de gevolgen voor de mentale gezondheid “diepgaand en vérstrekkend zijn,” waarschijnlijk veel langer duren dan de fysieke gevolgen van de ziekte en de geestelijke gezondheidszorg zwaar onder druk zetten.

Terwijl India en Brazilië worden geteisterd door een golf van nieuwe besmettingen en ziekenhuisopnamen, is het aantal COVID-19-gevallen in de VS, Europa en andere delen van de wereld sterk afgenomen en worden de beperkingen daar versoepeld. Maar in de hele wereld ervaren mensen nog de psychische naweeën van een gebeurtenis die het best kan worden omschreven als een collectief trauma.

“De pandemie is een broedplaats voor psychische factoren geweest die tot emotionele gezondheidsproblemen kunnen leiden: angstgevoelens, ‘hersennevel’ (brain fog), depressie en posttraumatische stress,” zegt Luana Marques, psychologe en professor aan de Harvard Medical School. Symptomen als vermoeidheid, uitputting en burn-out komen veel voor, en stress kan een langdurige uitwerking op de fysiologie en het functioneren van de hersenen hebben.

In het Wereldgeluksrapport van 2021 staat dat er op het moment dat de pandemie toesloeg, “in talloze landen in de wereld een aanzienlijke en directe achteruitgang in de geestelijke gezondheid” werd geconstateerd. Uit eerder onderzoek naar rampen en pandemieën blijkt dat de situatie zich herstelt als mensen weer naar het werk en naar school gaan, weer tijd met vrienden en familie doorbrengen en hun angst voor besmetting kwijtraken. Maar een flinke minderheid zou met nieuwe of aanhoudende mentale klachten te maken kunnen krijgen.

Uitwerking op de psyche

De circa vijftien maanden van lockdowns, afzondering, Zoom-gesprekken, rouw, ziekte, verveling, banenverlies en economische malaise hebben tot “een buitengewone toename van het aantal gevallen van bezorgdheid en depressie” geleid, zegt ontwikkelingspsychologe Rebekah Levine Coley van het Boston College. “Het hoge niveau in het optreden van deze aandoeningen (...) is ongekend.”

In de eerste negen maanden van de pandemie meldden zesmaal zoveel Amerikaanse volwassenen mentale gezondheidsproblemen als begin 2019. Dat blijkt uit gegevens die het Amerikaanse Censusbureau doorlopend vergaart in het kader van de zogenaamde Household Pulse Survey, waarin de sociale en economische gevolgen van COVID-19 op Amerikaanse huishoudens worden bijgehouden. Van de anderhalf miljoen volwassenen in de VS die aan deze peilingen hebben deelgenomen, gaf in februari 41,5 procent aan dat ze last had van bezorgdheid en depressie, een percentage dat overeenkwam met trends in de geestelijke gezondheidszorg in andere landen waar gegevens worden bijgehouden.

Bezorgdheid en depressie manifesteren zich op verschillende manieren. Sommigen kunnen zich niet goed concentreren, anderen komen tot niets of voelen zich uitgeput. Veel mensen rouwen om het verlies van dierbaren, anderen voelen zich eenzaam, weten niet goed wat ze moeten doen nadat ze zijn ingeënt of maken zich zorgen over een variant die de bescherming van het vaccin kan omzeilen en hen of hun dierbaren alsnog kan treffen.

Onderzoekers en ziekenhuisartsen berichten dat mensen slecht slapen of ongezonder leven. Uit een studie bleek dat plotselinge sociale isolatie kan leiden tot verlangens die vergelijkbaar zijn met honger, waardoor mensen meer zijn gaan eten en zwaarder zijn geworden; voor sommigen was de gewichtstoename tijdens de periode van quarantaine aanzienlijk. En uit een ander onderzoek bleek dat zestig procent van de mensen meer is gaan drinken.

De moeite die mensen hebben om met de pandemie om te gaan heeft nog andere, grimmiger gevolgen. In Japan werd wegens een scherpe toename van het aantal zelfmoorden in februari een aparte ‘minister van Eenzaamheid’ aangesteld. Het aantal zelfmoorden in de VS en Europa is gelijk gebleven, maar omdat veel mensen nog in de ‘overlevingsstand’ staan, kunnen symptomen van trauma zich later openbaren.

In de VS werd in 2020 wel een toename van het aantal ‘wanhopige sterfgevallen’ geconstateerd. Het aantal gevallen van overdosis, overwegend door fentanyl en andere synthetische opioïden, is in 2020 vermoedelijk tot boven de 90.000 toegenomen, vergeleken met 70.630 in 2019. Hoewel de trend al langer stijgend was, was dit de sterkste toename in twintig jaar.

Risicogroepen voor mentale problemen

Overal ter wereld zijn mensen beïnvloed door de lockdowns. Maar degenen die er het meest last van hebben, vallen in twee categorieën, zegt Barbara Sahakian, professor in de klinische neuropsychologie aan de University of Cambridge. Zoals sommige bevolkingsgroepen meer te maken hebben gekregen met de ongelijkheid in de zorguitkomsten van de pandemie, zo zijn sommige groepen zwaarder getroffen dan andere: met name jongvolwassenen, vrouwen, ouders van jonge kinderen, laagopgeleiden, eerstelijns-zorgmedewerkers, mensen met bestaande mentale problemen en, in de VS, Afro-Amerikaanse en Hispanic communities.

In het algemeen blijkt uit onderzoek dat mensen die tijdens de pandemie sterke sociale banden onderhielden, “veel minder veranderingen richting negatieve, depressieve ervaringen” vertoonden.

Financiële problemen spelen een enorme rol in de geestelijke gezondheidszorg in het algemeen. Er zijn veel banen verloren gegaan, meer mensen hebben honger geleden en sommige huishoudens moeten vrezen voor huisuitzetting als het verbod daarop eenmaal is opgeheven. Ruim 2,3 miljoen mensen in de VS zijn zonder werk komen te zitten, van wie velen niet in staat waren om opvang te regelen voor kinderen niet die langer naar school konden. “Het maakt niet uit hoe je de gegevens indeelt en interpreteert,” zegt Marques, “maar welvaart beschermt. Je kunt thuisblijven, hulp inhuren en je gezin onderhouden.”

Voor kinderen die gedurende langere perioden virtueel onderwijs kregen, dus zonder omgang met klasgenoten, begeleiding van leraren en schoolmaaltijden, is de uitwerking op de geestelijke gezondheid rampzalig geweest. “De spoedeisende hulp en ziekenhuizen zitten of liggen nu vol met kinderen en gezinnen in crisis,” zegt Christina Gurnett, kinderneurologe van het Saint-Louis Children’s Hospital in Missouri. Hun symptomen – van eet- en slaapstoornissen tot woede, angstgevoelens, zelfbeschadiging en agressie – zijn niet uniek, maar ze komen wel veel meer voor en zijn nu ernstiger. Uit een onderzoek van de Harvard University naar 224 Amerikaanse kinderen in de leeftijd van 7 tot 15 jaar bleek dat twee derde van hen klinisch significante symptomen van bezorgdheid en depressie vertoonde – meer dan het dubbele van 2019.

Jonge kinderen, die door sommigen al ‘bunkerbaby’s’ worden genoemd, hebben in een belangrijke fase van hun ontwikkeling weinig sociale contacten gehad. Tieners die normaliter hun onafhankelijkheid en dating-vaardigheden zouden testen, zaten nu thuis bij hun ouders.

Volgens Sahakian hebben vooral zorgmedewerkers in de frontlinie het zwaar te verduren, onder meer door de enorme werkdruk, de angst voor besmetting (soms nog vergroot door het gebrek aan beschermende uitrusting) en het begeleiden van een ongekend aantal sterfgevallen in één jaar tijd.

Sahakian denkt dat de mentale gezondheidsproblemen van patiënten met bestaande aandoeningen verder is verslechterd als gevolg van de ontoegankelijkheid van veel zorgverlening en het toegenomen isolement.

COVID-19 en het brein

Infectiezieken als COVID-19 kunnen ook de hersenen aantasten en het cognitief functioneren en de besluitvorming van patiënten beïnvloeden, waardoor de ziekte zowel acute als chronische problemen kan veroorzaken, zegt Maura Boldrini, psychiater en neuroloog aan het Irving Medical Center van de Columbia University in New York. “We hebben mensen naar het ziekenhuis zien komen met symptomen die lijken op depressie, met hallucinaties of paranoia,” waarna bij die mensen COVID-19 werd vastgesteld, vertelt zij. De ziekte heeft ook lichte en zware beroertes veroorzaakt.

Het coronavirus zet het immuunsysteem aan tot een sterke afweerrespons, wat tot een algehele ontstekingsreactie leidt. Nadat patiënten zijn hersteld, hebben sommigen last van een ziektebeeld dat nu ‘lange COVID’ wordt genoemd. De ontstekingsreactie blijft ‘ingeschakeld’, net als bij een auto-immuunziekte als lupus. Aanhoudende ontstekingsreacties in het hersenweefsel kunnen de communicatie tussen zenuwcellen belemmeren en ze zelfs doen afsterven.

Sommige patiënten hebben langere tijd last van geheugen- en concentratiestoornissen, verminderde reuk- en smaakzin, niet eerder bestaande angstgevoelens, depressie en zelfs psychosen en beroertes. Bekend is dat het virus ook tot veranderingen in persoonlijkheid en gedrag kan leiden, en sommige patiënten hebben zelfs zelfmoord gepleegd. Afhankelijk van de symptomen lijkt 20 tot 70 procent van de patiënten last te hebben van symptomen van ‘lange COVID’. Bijna een derde van de patiënten vertoonde posttraumatische stress.

“Hoe lang deze symptomen aanhouden, weten we nog niet,” zegt Boldrini.

Hersenen en stress

De hersenen zijn ingesteld op overleving. Wanneer mensen zich bedreigd voelen, reageert ons zogenaamde ‘protoreptilische brein’ – de amygdala – met de uitstoot van adrenaline in de bloedbaan, waardoor we meteen klaar zijn om te vechten, te vluchten of te verstijven. Maar anders dan de meeste levensbedreigende gevaren om ons heen is de pandemie een aanhoudend gevaar.

Reactieve angst kan uitgroeien tot chronische stress, waarbij ons lichaam cortisol en andere stresshormonen blijft aanmaken. Deze stoffen zijn giftig voor het brein, kunnen de vorming van nieuwe zenuwcellen verhinderen en veranderingen in de hersenen veroorzaken die tot depressie leiden.

In deze bewustzijnstoestand overtroeft de emotioneel reactieve amygdala de prefrontale cortex, het deel van de hersenen waar beredeneerde beslissingen worden genomen. Op een MRI-scan van de hersenen is dat goed te zien: bij een getraumatiseerde patiënt licht de amygdala helder op, terwijl de prefrontale cortex veel valer is, wat erop wijst dat dit deel van het brein verminderd functioneert.

Ook de prefrontale cortex helpt ons om te overleven – door verstandige afwegingen te maken en te plannen, zegt Judson Brewer, psychiater en neuroloog aan de Amerikaanse Brown University. Als we niet met onzekerheden kunnen omgaan, beginnen we af te glijden naar aanhoudende bezorgdheid. “Je kunt bezorgdheid beschouwen als een brand,” zegt hij. “Als we de toekomst niet kunnen voorzien, raken we bezorgd. Dus was 2020 als olie op het vuur.” Als we geneigd zijn ons veel zorgen te maken, maken we ons nu nóg meer zorgen. In zekere zin voelen we ons constant in gevaar, op een wijze die volgens hem schadelijk kan zijn.

Sommige mensen lijden aan een aandoening die door de psychologen Marcantonio Spada en Ana Nikčević als het ‘COVID-19-angstsyndroom’ wordt aangeduid, een staat van “aanhoudende bezorgdheid en angst” die mensen verhindert om de deur uit te gaan, anderen te ontmoeten en openbare ruimten te bezoeken. Mensen met het syndroom zijn voortdurend bang dat zijzelf of anderen besmet raken, zegt Spada.

De symptomen doen denken aan aandoeningen als dwangstoornissen en posttraumatische stress, en zijn identiek aan de psychologische gevolgen van oorlogen of rampen die de maatschappij ontwrichten en met het verlies van talloze mensenlevens gepaard gaan. Volgens Spada kan het voor mensen moeilijk blijken te zijn om deze emoties na een jaar achter zich te laten. Mensen die onder financiële druk staan, weinig steun uit hun sociale omgeving ontvangen en een achtergrond van mentale gezondheidsproblemen hebben, lopen de meeste risico’s.

Onze psychische gezondheid kan in een breed scala van gemoedstoestanden worden beoordeeld, van opgewekt en goed functionerend tot zware depressie en angststoornissen. Volgens psycholoog Corey Keyes bevinden sommigen zich ergens in het midden op deze schaal, in een soort psychologisch niemandsland dat hij in 2002 omschreef als “wegkwijnend” – een staat waarin iemand in een depressieve toestand verkeert en door verminderde levenslust en ontmoediging langzaam verzwakt.

Terug naar normaal

Nu steeds meer mensen terugkeren naar hun werk, school of opleiding en de winkels weer opengaan, pakken de meesten van ons de draad weer op. Maar een aanzienlijk aantal mensen hebben moeite met het hervinden van hun dagelijkse routine: in april meldde 33 procent van de Amerikanen geestelijke gezondheidsproblemen – ruim tachtig miljoen mensen. Uit een andere peiling in de VS bleek dat ruim de helft van alle ouders zich in dit opzicht zorgen maakte over hun kinderen.

Maar dat is slechts een momentopname, want het zal nog jaren duren voordat we zicht hebben op de ware omvang van deze problematiek. Uit onderzoek komt naar voren dat ongeveer de helft van de mensen hun oude leven weer snel zal hervatten maar dat anderen daar problemen bij ondervinden. Marques wijst erop dat tien jaar na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 circa twaalf procent van de eerste hulpverleners nog altijd last hadden van klinische symptomen van posttraumatische stress. En drie jaar na hun herstel van het SARS-syndroom, een andere coronavirus-infectie, ondervond een kwart van de ex-patiënten nog posttraumatische stress.

Om op de huidige crisis te kunnen reageren, is in het Amerikaanse Reddingsplan dat in maart als respons op de coronacrisis werd goedgekeurd, vier miljard dollar gereserveerd voor de geestelijke gezondheidszorg en de hulp aan verslaafden. Dat bedrag omvat de financiering van behandelingen, het bestrijden van gevallen van overdosis, en training voor zorgmedewerkers en hulpverleners. Maar volgens experts zijn er grote tekorten in de geestelijke gezondheidszorg, met name die voor kinderen.

Intussen kleeft er nog steeds een stigma aan mentale problemen. “Ik denk dat we het beter over ‘hersengezondheid’ zouden kunnen hebben dan over geestelijke gezondheid, zodat mensen beter beseffen dat het brein wel degelijk een orgaan is, net als het hart,” zegt Marques.

Marques en anderen merken dat er behoefte is aan een voorlichtingscampagne voor mentale gezondheidszorg waarin de wetenschappelijke basisfeiten achter stress worden uitgelegd en wordt aangegeven hoe emoties gereguleerd kunnen worden. Zo zou uitgelegd kunnen worden dat als mensen zich bezorgd voelen, hun amygdala actiever is en dat er manieren zijn om deze overbezorgde respons van de hersenen af te koelen en het ‘verstandige’ brein weer aan te zetten.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com