In 1949, toen in Europa autoritaire staten hoogtij vierden, verscheen George Orwells meesterwerk 1984, met de beroemd geworden waarschuwing ‘Big Brother is watching you’. Hoe verontrustend dit ook klonk, in die tijd waren de mogelijkheden om de privacy te schenden nog vrij beperkt. In datzelfde jaar, 1949, bracht een Amerikaans bedrijf de eerste beveiligingscamera op de markt. Twee jaar later, in 1951, kwam Kodak met een draagbare camera, de Brownie.

Nu worden er jaarlijks op internet meer dan 2,5 biljoen beelden gedeeld of opgeslagen – en dan heb je nog de miljarden andere foto’s en filmpjes die mensen voor zichzelf houden. Boven wegen zijn tienduizenden kentekenscanners opgehangen – om hardrijders en foutparkeerders te betrappen, en in het Verenigd Koninkrijk ook om de gangen van vermoedelijke criminelen na te gaan. Een onbekend maar toenemend aantal mensen draagt een bodycam, niet alleen agenten en andere wetshandhavers, maar ook bijvoorbeeld ziekenhuispersoneel.

In de leefomgeving van de gemiddelde, moderne stedeling winnen kleine camera’s snel terrein. Mensen nemen een dashcam, zetten een cameraatje op hun fietshelm of nemen een deurbel met lens. Verontrustender wellicht zijn de miljarden beelden van nietsvermoedende burgers die worden verzameld via gezichtsherkenning en die vervolgens worden opgeslagen, zonder dat we daartegen iets kunnen inbrengen.

In een controlekamer monitoren beveiligers beeldmateriaal van het uitgebreide cameranetwerk in de wijk Islington Daders van de aanslagen van 2005 die 52 mensen het leven kostten konden mede dankzij het fijnmazige camera netwerk in Londen worden opgespoord
In een controlekamer monitoren beveiligers beeldmateriaal van het uitgebreide cameranetwerk in de wijk Islington. Daders van de aanslagen van 2005, die 52 mensen het leven kostten, konden mede dankzij het fijnmazige camera­ netwerk in Londen worden opgespoord.
Toby Smith

Dan hangen er ook nog heel wat drones in de lucht, gemaakt om ons in de gaten te houden. Zelfs vanuit het heelal worden we voortdurend bespied. Meer dan 1700 satellieten volgen van een hoogte van zo’n vijfhonderd kilometer bijvoorbeeld een kudde buffels of het verloop van een bosbrand.

Tegelijkertijd worden we misschien wel tientallen keren per dag ongemerkt van ongemakkelijk dichtbij vastgelegd, waarna onze beeltenis om uiteenlopende redenen wordt opgeslagen in een database. Onze smartphone, onze zoekgeschiedenis op internet en onze activiteiten op sociale media onthullen van alles over ons.

Gus Hosein, algemeen directeur van Privacy International, zegt: “Als de autoriteiten in de negentiende eeuw wilden weten wat er allemaal in je hoofd omging, dan moesten ze je martelen. Nu plukken ze de informatie gewoon van je apparaten.”

Op een foto met een lange sluitertijd is te zien hoe de Amerikaanse Forest Service bij Lake Isabella Californie over een bosbrand in Sequoia National Forest vliegt om infraroodfotos te maken De brandweer projecteert deze data op kaarten en ziet zo precies waar er geblust moet worden en wat de mogelijke risicos zijn
Op een foto met een lange sluitertijd is te zien hoe de Amerikaanse Forest Service bij Lake Isabella (Californië) over een bosbrand in Sequoia National Forest vliegt om infraroodfoto’s te maken. De brandweer projecteert deze data op kaarten, en ziet zo precies waar er geblust moet worden en wat de mogelijke risico’s zijn.
Stuart Palley, Usda Forest Service

Dat deze ontwikkeling zich onder onze neus voltrekt, is slechts een schrale troost, zegt Alessandro Acquisti, hoogleraar informatietechnologie bij Carnegie Mellon University. “Bij het kat-en-muisspel rond de privacybescherming trekt het individu altijd aan het kortste eind.” Wie actief zijn privacy probeert af te schermen, verliest al snel de moed.

Bescherming van de eigen privacy, zegt Acquisti, “is een universele drang onder mensen, door de eeuwen heen en in alle culturen. Er wordt over geschreven bij de oude Grieken en Romeinen, in de Bijbel en in de Koran. Het baart me zorgen dat de inperking van onze privacy ons als individuen schaadt en dat de samenleving dit probleem pas serieus begint te nemen nu het eigenlijk al te laat is.”

Is het sombere orwelliaanse toekomstscenario al werkelijkheid geworden? Of zit er ook een positieve kant aan deze ontwikkelingen? Is het denkbaar dat we beter af zijn in een wereld waar alles en iedereen in de gaten wordt gehouden?

Deze tekst bevat enkele fragmenten uit de oorspronkelijke reportage. Het hele verhaal is te lezen in het februarinummer van National Geographic Magazine.