Van estuaria zoals dat van de Schelde is bekend dat ze van nature troebel zijn door getijdenbewegingen van slib. Maar uit een studie van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en de Universiteit Antwerpen bleek onlangs dat er in 2008 sprake was van een abrupte toename van zestig procent van het aantal zwevende deeltjes in het Schelde-estuarium. Een eenduidige oorzaak wisten de onderzoekers echter niet vast te stellen.

Toch valt een tweetal factoren op, aldus Timothy Cox van de TU Eindhoven. Allereerst is er een mogelijk verband met de verdiepingswerken in de bovenloop van de Schelde in de periode 2008-’10, die periodiek worden uitgevoerd om Antwerpen vanaf de Noordzee toegankelijk te houden voor grote schepen.

Deze artificiële vaargeulen worden daarna nog continu gebaggerd om de gewenste waterdiepte voor de scheepvaart te behouden. Deze hoeveelheden zijn in de afgelopen twintig jaar ook flink toegenomen: in de periode 2010-’15 werd er vijf keer zo veel gebaggerd vergeleken met 1995-’00. Van estuaria in het buitenland is bekend dat zulke baggerwerkzaamheden invloed hebben op de troebelheid. ‘Het probleem is dat we van eerdere verdiepingswerken weinig tot geen data hebben,’ aldus Cox.

Tegelijk is de waterkwaliteit van de Schelde de afgelopen decennia juist toegenomen, onder meer door de verbetering van waterzuivering in grote steden als Gent en Brussel. ‘Hierdoor bevat het water meer zuurstof, zodat leven beter gedijt, maar er ook sprake is van een verhoogde mobiliteit van slib.’

Er kleeft echter nog een belangrijk, nadelig gevolg aan de mobiliteit van het slib: door de troebelheid kan er minder licht doordringen in het water, terwijl dit essentieel is voor het bestaan van microscopische algen. Zij zijn namelijk het voedsel van de kleinste diertjes in de rivier, die op hun beurt weer op het menu staan van de grotere dieren. Door de troebelheid kan er voedselschaarste op de loer liggen.

De positieve en negatieve ontwikkelingen lijken elkaar dus tegen te werken. ‘De Schelde is gezonder en levendiger dan ooit, maar veel troebeler,’ zegt Cox. ‘Belangrijk is daarom dat we bij eventuele toekomstige ingrepen eerst nadenken over de gevolgen van de troebelheid – voorzichtigheid is geboden.’